ECLI:NL:RBARN:2010:BM7423
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding voor gemis van levenslang recht van gebruik en bewoning van een woning
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 2 juni 2010 uitspraak gedaan in een civiele procedure over schadevergoeding. De eiseres, die sinds 1 januari 2004 het levenslang recht van gebruik en bewoning van een woning heeft gemist, heeft een schadevergoeding geëist. De rechtbank benoemde een actuaris, de heer L. Roodbol, als deskundige om de contante waarde van de schadevergoeding te berekenen. De deskundige kwam tot de conclusie dat de contante waarde van het gemis € 132.500,00 bedraagt. De rechtbank oordeelde dat de gedaagden, [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2], ieder een kwart van dit bedrag, zijnde € 33.125,00, moeten betalen aan de eiseres, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 2 april 2007.
De rechtbank heeft de argumenten van de gedaagden, die stelden dat onvoldoende rekening was gehouden met de gezondheidstoestand van de eiseres, verworpen. De rechtbank oordeelde dat de deskundige weloverwogen had gehandeld door alleen het niet roken van de eiseres mee te wegen in zijn rapport. Ook de stelling dat de waardering van het levenslange recht van gebruik en bewoning niet tot 2033, maar slechts tot 2026 kan lopen, werd door de rechtbank afgewezen. De rechtbank benadrukte dat het ging om de schade die het gemis van de woning oplevert en niet om de woonkosten tot aan het overlijden van de eiseres.
In reconventie werd de vordering van [gedaagde sub 1] afgewezen, terwijl [gedaagde sub 2] werd veroordeeld om aan de eiseres een bedrag van € 22.350,50 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank compenseerde de proceskosten tussen de partijen, waarbij iedere partij in beginsel de eigen kosten draagt, maar de kosten van de deskundigen werden verdeeld. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en is uitvoerbaar bij voorraad.