ECLI:NL:RBARN:2010:BM7401
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot terugbetaling dwangsom door Gemeente Buren
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 26 mei 2010 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap HOLDING B.V. en de Gemeente Buren. De eiseres, HOLDING B.V., had een vordering ingesteld tegen de Gemeente, waarin zij verzocht om terugbetaling van een dwangsom van € 22.869,65 die zij had betaald. De Gemeente had eerder een dwangsombesluit genomen, waarbij de eiseres werd verplicht om terreinverharding te verwijderen. De eiseres stelde dat het dwangsombesluit onterecht was, omdat er op dat moment zicht was op legalisatie van de overtreding door de vaststelling van een nieuw bestemmingsplan.
De rechtbank oordeelde dat de Gemeente zich niet schuldig had gemaakt aan misbruik van recht door het dwangbevel ten uitvoer te leggen. De rechtbank stelde vast dat de eiseres niet binnen de gestelde termijn in verzet was gekomen tegen het dwangbevel, waardoor dit onherroepelijk was geworden. Hierdoor kon de rechtbank de overige stellingen van de eiseres niet meer onderzoeken. De vordering van de eiseres werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van de Gemeente, die op € 1.663,00 werden begroot.
De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig indienen van verzet tegen een dwangbevel en de gevolgen van het verstrijken van de verzettermijn. De rechtbank bevestigde dat de Gemeente rechtmatig had gehandeld door het dwangbevel ten uitvoer te leggen, en dat de eiseres geen recht had op terugbetaling van de dwangsom.