ECLI:NL:RBARN:2010:BM4142
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Integrale vrijspraak in zaak fatale steekpartij door gebrek aan bewijs van betrokkenheid verdachte
In de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Arnhem tegen de verdachte, heeft de rechtbank Arnhem op 12 mei 2010 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van moord, medeplichtigheid aan moord, poging tot zware mishandeling en openlijke geweldpleging, in verband met een fatale steekpartij die plaatsvond in de periode van 11 tot en met 12 april 2009 te Wijchen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de inhoud van de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De officier van justitie had geëist dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 11 jaar, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen.
Tijdens de zitting op 28 april 2010 zijn getuigenverklaringen gehoord, maar de rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de getuigen niet voldoende waren om de rol van de verdachte in het geheel vast te stellen. De rechtbank hechtte meer waarde aan de verklaringen van onafhankelijke getuigen dan aan die van medeverdachten, die mogelijk belang hadden bij hun verklaringen. De rechtbank kon niet vaststellen of de verdachte een rol had gespeeld in de mishandeling van het slachtoffer, en zo ja, wat zijn aandeel daarin was.
De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten en gelastte de teruggave van in beslag genomen goederen, waaronder een paar schoenen. De benadeelde partij, de nabestaanden van het slachtoffer, werd niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering tot schadevergoeding, aangezien er geen straf of maatregel werd opgelegd aan de verdachte. De uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken en de rol van getuigenverklaringen in de beoordeling van de schuld van de verdachte.