ECLI:NL:RBARN:2010:BM4142

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
12 mei 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/504470-09
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Integrale vrijspraak in zaak fatale steekpartij door gebrek aan bewijs van betrokkenheid verdachte

In de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Arnhem tegen de verdachte, heeft de rechtbank Arnhem op 12 mei 2010 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van moord, medeplichtigheid aan moord, poging tot zware mishandeling en openlijke geweldpleging, in verband met een fatale steekpartij die plaatsvond in de periode van 11 tot en met 12 april 2009 te Wijchen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de inhoud van de tenlastelegging niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De officier van justitie had geëist dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 11 jaar, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen.

Tijdens de zitting op 28 april 2010 zijn getuigenverklaringen gehoord, maar de rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de getuigen niet voldoende waren om de rol van de verdachte in het geheel vast te stellen. De rechtbank hechtte meer waarde aan de verklaringen van onafhankelijke getuigen dan aan die van medeverdachten, die mogelijk belang hadden bij hun verklaringen. De rechtbank kon niet vaststellen of de verdachte een rol had gespeeld in de mishandeling van het slachtoffer, en zo ja, wat zijn aandeel daarin was.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten en gelastte de teruggave van in beslag genomen goederen, waaronder een paar schoenen. De benadeelde partij, de nabestaanden van het slachtoffer, werd niet-ontvankelijk verklaard in hun vordering tot schadevergoeding, aangezien er geen straf of maatregel werd opgelegd aan de verdachte. De uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken en de rol van getuigenverklaringen in de beoordeling van de schuld van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer : 05/504470-09
Data zittingen : 29 juli 2009 en 28 april 2010
Datum uitspraak : 12 mei 2010
Tegenspraak
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen:
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum en plaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats].
Raadsvrouwen : mr. J. Steenbrink en mr. A. Kooij, beiden advocaat te Nijmegen.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 11 april 2009 tot en met 12 april 2009 te
Wijchen, in elk geval in de gemeente Wijchen, althans in Nederland tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met
voorbedachten rade, althans opzettelijk, [slachtoffer] van het leven heeft
beroofd, hierin bestaande dat verdachte en/of verdachtes mededader(s)
opzettelijk na kalm beraad en rustig overleg, althans na een (kort) tevoren
genomen besluit, althans opzettelijk die [slachtoffer] een groot aantal
malen, althans eenmaal met een mes, althans een soortgelijk scherp voorwerp,
in het lichaam en/of een of meer lichaamsdelen heeft/hebben gestoken en/of
gesneden (waaronder o.a. in de borst en/of buik en/of rug en/of hals en/of
armen en/of handen) en/of (vervolgens) die [slachtoffer] hevig bloedend op straat
(zonder hulp in te roepen en/of hulp te verlenen) heeft/hebben achtergelaten
en/of verdachte en/of verdachtes mededader(s) daaraan voorafgaand en/of
daarbij teneinde die [slachtoffer] weerloos te maken en/of weerlozer te maken:
- die [slachtoffer] heeft/hebben vastgepakt en/of vastgehouden en/of
-die [slachtoffer] van de trap heeft/hebben geduwd/gegooid en/of
- die [slachtoffer] met een geactiveerd stroomstootwapen heeft/hebben gestoken en/of
geraakt en/of (vervolgens) ((tevens) terwijl die [slachtoffer] op de grond lag)) die
[slachtoffer] meermalen, althans eenmaal (met kracht) tegen het hoofd en/of het
lichaam en/of een of meer (andere) lichaamsdelen heeft/hebben geschopt en/of
getrapt en/of (met kracht) tegen het hoofd en/of het lichaam en/of een of meer
(andere) lichaamsdelen heeft/hebben geslagen en/of gestompt
tengevolge waarvan voornoemde persoon is overleden;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
[medeverdachte] in of omstreeks de periode van 11 april 2009 tot en met 12 april
2009 te Wijchen, in elk geval in de gemeente Wijchen, althans in Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk
en met voorbedachten rade, althans opzettelijk, [slachtoffer] van het
leven heeft beroofd, hierin bestaande dat [medeverdachte] en/of diens
mededader(s) opzettelijk na kalm beraad en rustig overleg, althans na een
(kort) tevoren genomen besluit, althans opzettelijk
die [slachtoffer] een groot aantal malen, althans eenmaal met een mes,
althans een soortgelijk scherp voorwerp, in het lichaam en/of een of meer
lichaamsdelen heeft/hebben gestoken en/of gesneden (waaronder o.a. in de borst
en/of buik en/of rug en/of hals en/of armen en/of handen) en/of (vervolgens)
die [slachtoffer] hevig bloedend op straat (zonder hulp in te roepen en/of hulp te
verlenen) heeft/hebben achtergelaten, tengevolge waarvan voornoemde persoon is
overleden
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de
periode van 11 april 2009 tot en met 12 april 2009 te Wijchen, in elk geval in
de gemeente Wijchen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door die
[medeverdachte] en/of diens mededaders met een auto naar de woning waar die
[slachtoffer] verbleef te brengen en/of te begeleiden en/of door met een
sleutel de deur van de woning te openen waar die [slachtoffer] verbleef
en/of (vervolgens) die [medeverdachte] en/of diens mededader(s) die woning binnen
te laten en/of door die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal (met
kracht)(tevens terwijl die [slachtoffer] op de grond lag) tegen het hoofd en/of het
lichaam en/of een of meer (andere) lichaamsdelen te schoppen en/of te trappen
en/of te slaan en/of te stompen en/of die die [slachtoffer] vast te pakken en/of vast
te houden en/of die [slachtoffer] met een geactiveerd stroomstootwapen te steken en/of
tegen het lichaam te raken ((teneinde die [slachtoffer] weerloos of weerlozer te maken
tegen die [medeverdachte] en/of diens mededader(s));
meer subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 11 april 2009 tot en met 12 april 2009 te
Wijchen, in elk geval in de gemeente Wijchen, althans in Nederland,
ter uitvoering van het voornemen en het misdrijf om, tezamen en in vereniging
met een ander of anderen, althans alleen, aan [slachtoffer] opzettelijk
en met voorbedachten rade, althans opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te
brengen, opzettelijk, na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk
verdachte en/of verdachtes mededader(s) die [slachtoffer] (tevens terwijl die [slachtoffer]
op de grond lag en/of werd vastgehouden) meermalen, althans eenmaal (met
kracht) tegen het hoofd en/of het lichaam en/of een of meer (andere)
lichaamsdelen heeft/hebben getrapt en/of geschopt en/of meermalen, althans
eenmaal (met kracht) tegen het hoofd en/of het lichaam en/of een of meer
(andere) lichaamsdelen heeft/hebben gestompt en/of geslagen en/of die [slachtoffer]
(met kracht) van de trap heeft/hebben geduwd en/of (met kracht) naar de grond
heeft/hebben gebracht en/of met een geactiveerd stroomstootwapen heeft/hebben
gestoken of geraakt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf (door voormelde
handelingen) niet is voltooid;
artikel 303 wetboek van strafrecht
meest subsidiair:
hij in of omstreeks de periode van 11 april 2009 tot en met 12 april 2009 te
Wijchen, in elk geval in de gemeente Wijchen, althans in Nederland, met een
ander of anderen, op of aan de openbare weg, [adres], in elk
geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd
tegen [slachtoffer], welk geweld bestond uit het vastpakken en/of
vasthouden van die [slachtoffer] en/of het duwen tegen en/of trekken aan die [slachtoffer]
en/of het achtervolgen van die [slachtoffer] en/of het meermalen, althans eenmaal
(tevens terwijl die [slachtoffer] op de grond lag) tegen het hoofd en/of het lichaam
en/of een of meer (andere) lichaamsdelen slaan en/of stompen en/of schoppen
en/of trappen van die [slachtoffer] en/of het met een geactiveerd stroomstootwapen
duwen tegen en/of steken in/tegen het lichaam van die [slachtoffer] en/of het
meermalen, althans eenmaal steken en/of snijden met een mes, althans een
soortgelijk scherp voorwerp in het lichaam en/of een of meer lichaamsdelen
van die [slachtoffer], welk door hem gepleegd geweld enig lichamelijk letsel (meerdere
huidverkleuringen en/of bloeduitstortingen en/of zwellingen en/of
oppervlakkige huidbeschadigingen) voor [slachtoffer] ten gevolge heeft
gehad;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is laatstelijk op 28 april 2010 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. J. Steenbrink en mr. A. Kooij, advocaten te Nijmegen.
Als benadeelde partij hebben zich schriftelijk in het geding gevoegd de nabestaanden van [slachtoffer]. Tevens is ter terechtzitting verschenen [nabestaande], één van de nabestaanden van [slachtoffer]. Hij is bijgestaan door mr. A.F. Collignon, advocaat te Amsterdam.
De officier van justitie, mr. A. van Veen, heeft geëist dat verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 11 jaren met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De officier van justitie heeft voorts verzocht dat de gehele vordering van de benadeelde partij ten bedrage van € 240,37 wordt toegewezen en heeft gevorderd dat er een schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd tot dit bedrag, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen hechtenis.
Ten aanzien van het beslag heeft de officier van justitie gevorderd dat de onder verdachte inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven schoenen, merk Memphis, retour kunnen aan verdachte.
Verdachte en zijn raadsvrouwen hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
De rechtbank acht, anders dan door de officier van justitie is betoogd, niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair is tenlastegelegd en zal verdachte daarvan vrijspreken.
Primair: medeplegen van moord
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring. Uit de diverse getuigenverklaringen kan worden afgeleid dat het latere slachtoffer twee keer door een groep van drie personen is belaagd. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat dit twee keer om dezelfde groep van mensen gaat. Hij baseert dit op verklaringen van getuigen, zijnde buurtbewoners en de verklaringen van medeverdachten en betrokken familieleden.
Geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van (getuigen)verklaringen
De rechtbank is van oordeel dat de zich in het dossier bevindende verklaringen van (mede)verdachte(n) met de nodige voorzichtigheid gelezen dienen te worden, nu ieder van deze personen er belang bij (kan) hebben om anders dan naar waarheid te verklaren. Hetzelfde geldt ten aanzien van de verklaringen van betrokken familieleden. Dat er door de diverse verdachten en betrokkenen wisselend is verklaard over hun eigen rol dan wel die van anderen, bevestigt dit vermoeden.
De rechtbank hecht om die reden bij het beoordelen van de zaak meer waarde aan de verklaringen die door de diverse onafhankelijke getuigen zijn afgelegd. Dit betreft voornamelijk buurtbewoners die allemaal een deel van het incident hebben waargenomen. Er is geen enkele getuige die het incident buiten de woning van begin tot einde heeft waargenomen. De rechtbank dient haar oordeel dan ook te baseren op getuigenverklaringen die allemaal slechts een deel beschrijven van de gepleegde geweldshandelingen.
Deze verklaringen geven op grote lijnen een eenduidig beeld. Zo hebben meerdere getuigen drie personen waargenomen, die een vierde man mishandelden. Ook kan uit de verklaringen van buurtbewoners worden geconcludeerd dat het slachtoffer eerst door drie mannen is mishandeld, dat deze mannen daarna het huis aan de [adres] te Wijchen in zijn gegaan, dat het slachtoffer vervolgens op de deur van de woning aan de [adres] te Wijchen heeft gebonsd, dat daar niemand open deed en dat vervolgens opnieuw een groep van drie personen naar buiten kwam rennen uit de woning aan de [adres] en het slachtoffer opnieuw mishandelde. Echter wanneer het aankomt op de vraag wie die drie mannen waren, kan de rechtbank op basis van de getuigenverklaringen niet vaststellen of verdachte een rol heeft gehad in het geheel, en zo ja, welke rol dit geweest is.
Dit betekent dat de rechtbank op basis van het dossier niet de overtuiging heeft bekomen dat verdachte opzettelijk en met voorbedachte raad in nauwe en bewuste samenwerking met anderen de moord op [slachtoffer] heeft gepleegd. Zij zal hem daarvan vrijspreken.
Subsidiair: medeplichtigheid aan moord
Subsidiair is aan verdachte tenlastegelegd medeplichtigheid aan moord. Verdachtes handelen zou daarbij hebben bestaan uit het met zijn auto brengen van zijn medeverdachte(n) naar de woning aan de [adres] te Wijchen.
Voor bewezenverklaring ter zake van medeplichtigheid is het zogenaamde dubbel opzet vereist. Dat wil zeggen dat bewezen moet worden verklaard dat sprake is van opzet op de eigen hulpverlening en opzet op het misdrijf ten aanzien waarvan de hulp wordt verricht.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij en zijn medeverdachten naar de woning aan de [adres] te Wijchen gingen om te praten dan wel om de daar aanwezige kinderen op te halen. Hoewel deze verklaring niet helemaal strookt met hetgeen anderen hebben verklaard over de bedoeling van het naar de woning aan de [adres] te Wijchen gaan, twijfelt de rechtbank niet aan verdachtes verklaring dat hij geen kwade bedoelingen had. Dit wordt bevestigd door hetgeen medeverdachte [medeverdachte2] heeft verklaard bij de politie, te weten:
“Het was donker en iedereen sliep. Mijn moeder, ja, ze was niet beneden. Ze sliep boven. [slachtoffer] (fonetisch = [slachtoffer] rb) was ook niet beneden. Mijn ooms wilden al weggaan, die zeiden: ‘die slaapt’.”
De rechtbank heeft geen reden om op grond van verklaringen van anderen of andere feiten en omstandigheden te twijfelen aan deze door verdachte afgelegde verklaring, die ook op zichzelf niet onaannemelijk of ongeloofwaardig te achten is.
Hieruit trekt de rechtbank de conclusie dat verdachte geen opzet op (het medeplichtig zijn aan) welk misdrijf dan ook heeft gehad.
Om die reden spreekt zij verdachte vrij van het subsidiair ten laste gelegde.
Meer subsidiair en meest subsidiair: poging zware mishandeling en openlijke geweldpleging
Ten aanzien van deze alternatief tenlastegelegde feiten geldt hetzelfde als hetgeen door de rechtbank ten aanzien van het primaire feit is overwogen, namelijk dat uit het dossier niet is te destilleren of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van (een significante bijdrage aan) geweldshandelingen en zo ja, wat zijn aandeel daar dan in is geweest.
Dit maakt dat verdachte ook ten aanzien van het meer en meest subsidiaire feit wordt vrijgesproken.
4. Het beslag
Onder verdachte is een paar schoenen in beslag genomen. Na onderzoek van de schoenen is gebleken dat het daarop aangetroffen bloed niet van het slachtoffer is. Nu verdachte van het hem tenlastegelegde wordt vrijgesproken en met betrekking tot de schoenen geen sprake is van voorwerpen met behulp waarvan het strafbare feit is begaan of voorbereid, kunnen de schoenen worden teruggegeven aan verdachte.
5. De beoordeling van de civiele vordering(en), alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partij heeft overeenkomstig het bepaalde in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van de vordering, strekkende tot vergoeding van geleden schade.
De benadeelde partij heeft ter terechtzitting een bedrag gevorderd van € 240,37, bestaande uit de kosten van een treinkaartje en hotelovernachting.
Nu de rechtbank verdachte zal vrijspreken van al het hem tenlastegelegde en er derhalve geen straf of maatregel zal worden opgelegd en ook artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht niet zal worden toegepast, zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
6. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van zowel het primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair tenlastegelegde feit.
Gelast de teruggave van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen aan verdachte, te weten schoenen, merk Memphis.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij nabestaanden van [slachtoffer], wonende te [adres].
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Aldus gewezen door mrs. H.P.M. Kester-Bik, als voorzitter, I.D. Jacobs en A.M.P.T. Blokhuis, in tegenwoordigheid van mr. G.L.M. Verstegen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 mei 2010.