ECLI:NL:RBARN:2010:BM3214
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in openlijke geweldplegingzaak
In de zaak van de officier van justitie in het arrondissement Arnhem tegen de verdachte, heeft de rechtbank Arnhem op 20 april 2010 uitspraak gedaan. De verdachte was aangeklaagd voor openlijke geweldpleging en poging tot moord op twee slachtoffers, [slachtoffer1] en [slachtoffer2], op 3 november 2008 in Bemmel. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 12 maanden, maar de verdachte ontkende aanwezig te zijn tijdens het geweldsincident en stelde dat hij geen opdracht had gegeven aan anderen om geweld te plegen. Tijdens de zitting op 6 april 2010 werd de verdachte bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.A.W. Knoester.
De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de getuigen zorgvuldig gewogen. De getuigenverklaringen waren tegenstrijdig en er was onvoldoende bewijs dat de verdachte daadwerkelijk betrokken was bij het geweld. De rechtbank concludeerde dat de verklaringen van de slachtoffers niet voldoende steun vonden in het dossier en dat er geen overtuigend bewijs was voor de schuld van de verdachte. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank Arnhem, onder leiding van voorzitter M.M.L.A.T. Doll, en in aanwezigheid van griffier mr. G. Croes. De rechtbank benadrukte het belang van een zorgvuldige bewijsvoering en de noodzaak om de verdachte vrij te spreken in het geval van onvoldoende bewijs.