ECLI:NL:RBARN:2010:BM1272

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
31 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
184382
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de Overeenkomst Dexia Aanbod als vaststellingsovereenkomst en de verwerping van dwaling en bedrog

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 31 maart 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen Varde Investments (Ireland) Limited en een gedaagde in verzet. De rechtbank oordeelde dat de Overeenkomst Dexia Aanbod kwalificeert als een vaststellingsovereenkomst, zoals gedefinieerd in artikel 7:900 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank concludeerde dat deze overeenkomst diende ter beëindiging van onzekerheid of geschil op vermogensrechtelijk terrein, wat ook voldoet aan de criteria van artikel 7:902 BW. De rechtbank verwierp het betoog van de gedaagde dat er sprake was van dwaling, bedrog of misbruik van omstandigheden, omdat de gedaagde niet voldoende had geconcretiseerd wat zijn situatie betrof. Het verstekvonnis werd bekrachtigd, waarbij de rechtbank oordeelde dat de gedaagde als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het verzet werd verwezen.

De procedure begon met een verstekvonnis waarbij Varde een vordering had ingesteld tegen de gedaagde, die was gebonden aan de Overeenkomst Dexia Aanbod. De rechtbank stelde vast dat de gedaagde niet tijdig een opt-out verklaring had ingediend met betrekking tot de Duisenbergregeling, wat zijn positie verzwakte. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde niet had aangetoond dat de overeenkomst onredelijk was of dat er sprake was van een onbalans tussen de partijen. Bovendien werd het beroep van de gedaagde op zijn zwakbegaafdheid en persoonlijkheidsstoornis verworpen, omdat hij niet had aangetoond dat Dexia hiervan op de hoogte was of had moeten zijn.

Uiteindelijk bekrachtigde de rechtbank het eerdere verstekvonnis en veroordeelde de gedaagde in de kosten van de verzetprocedure, die op € 904,00 werden begroot. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.D.A. den Tonkelaar.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 184382 / HA ZA 09-803
Vonnis in verzet van 31 maart 2010
in de zaak van
de rechtspersoon naar Iers recht
VARDE INVESTMENTS (IRELAND) LIMITED,
gevestigd te Dublin,
eiseres,
gedaagde in het verzet,
advocaat mr. G.J. Schras te Spijkenisse,
tegen
[gedaagde/eiser verzet],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
eiser in het verzet,
advocaat mr. J.B. Maliepaard te Bleiswijk, gemeente Lansingerland.
Partijen zullen hierna Varde en [gedaagde/eiser verzet] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 3 juni 2009
- het proces-verbaal van comparitie van 9 september 2009.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Varde is rechtsopvolgster van Dexia Bank Nederland N.V. (hierna: Dexia), die de vordering waarom het in deze zaak gaat aan Varde heeft gecedeerd.
2.2. Tussen Bank Labouchere N.V., rechtsvoorganger van Dexia, en [gedaagde/eiser verzet] is op 17 juni een overeenkomst van effectenlease gesloten met de naam WinstVerDrieDubbelaar, genummerd 74207921. Tussen dezelfde partijen is op 24 juli 2000 opnieuw een overeenkomst van effectenlease tot stand gekomen, KoersExtra, genummerd 38481310.
2.3. Na afloop van de looptijd van deze beide overeenkomsten zijn [gedaagde/eiser verzet] zogenaamde Aanmeldingsformulieren Dexia Aanbod gezonden. Ze zijn voor beide overeenkomsten vrijwel identiek en beide op 8 juni 2003 ondertekend door [gedaagde/eiser verzet]. Ook zijn ze ondertekend namens Dexia. Zij luiden voor zover identiek als volgt.
Invulinstructie
1. Lees de documenten behorende bij het Dexia Anbod en dit aanmeldingsformulier goed door en kruis het vakje “ja” of “nee” aan.
(…)
(aangekruist) Ja, ik ga in op het Dexia Aanbod.
Door ondertekening van dit formulier, dat voor zoveel nodig geldt als een akte, ga ik met Dexia Bank Nederland N.V. de Overeenkomst Dexia Aanbod aan. De volledige tekst van de Overeenkomst Dexia Aanbod als opgenomen bij de Juridische Documenten Dexia Aanbod moet, voor zoveel nodig, geacht worden volledig in dit Aanmeldingsformulier te zijn ingelast en herhaald. Ik verklaar deze overeenkomst ontvangen, gelezen en begrepen te hebben, en met de bepalingen daarvan in te stemmen (…).
2.4. [gedaagde/eiser verzet] heeft niet tijdig – dat is voor 31 juli 2007 – een zogenaamde ‘opt out-verklaring’ gedaan ten aanzien van de zogenaamde Duisenbergregeling (WCAM beschikking, verbindend verklaard bij beschikking hof Amsterdam 25 januari 2007, LJN: AZ7033).
2.5. Dexia heeft [gedaagde/eiser verzet] gesommeerd te voldoen hetgeen hij volgens haar verschuldigd was op grond van de Overeenkomst Dexia Aanbod.
3. Het geschil
3.1. Varde heeft in de verstekprocedure gevorderd dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [gedaagde/eiser verzet] zal veroordelen om aan haar te betalen € 14.684,18, vermeerderd met rente en kosten. Zij heeft hiertoe gesteld dat [gedaagde/eiser verzet] gebonden is door de de Overeenkomst Dexia Aanbod, subsidiair aan de Duisenbergregeling.
3.2. Bij het verstekvonnis zijn de vorderingen van Varde toegewezen voor € 13.783,03 aan hoofdsom met de wettelijke rente over € 12.034,33 en is [gedaagde/eiser verzet] veroordeeld in de proceskosten, aan de zijde van Varde tot de dag van de uitspraak begroot op in totaal € 875,71, en, deels voorwaardelijk, in de nakosten.
3.3. [gedaagde/eiser verzet] vordert in het verzet dat het verstekvonnis wordt vernietigd en dat de vorderingen van Varde alsnog worden afgewezen.
3.4. [gedaagde/eiser verzet] stelt dat de Overeenkomst Dexia Aanbod, zo zij al kwalificeert als een vaststellingsovereenkomst, buiten het toepassingsgebied van art. 7:902 Burgerlijk Wetboek (BW) valt. [gedaagde/eiser verzet] stelt voorts dat de overeenkomst onredelijk is tegenover hem omdat er sprake is van een onbalans tussen de partijen bij de overeenkomst. In algemene bewoordingen beroept hij zich op dwaling, danwel bedrog bij de totstandkoming van de Overeenkomst Dexia Aanbod. Bovendien zou er van misbruik van omstandigheden sprake zijn. Ten slotte beroept hij zich op zijn zwakbegaafdheid, danwel op een persoonlijkheidsstoornis.
3.5. Hoewel [gedaagde/eiser verzet] in de dagvaarding aankondigt een reconventionele vordering te zullen instellen, ontbreekt een petitum waaruit blijkt dat hij dat doet. In het tussenvonnis van 3 juni 2009 is dan ook geen sprake van reconventie. Aangezien de dagvaarding in verzet de laatste mogelijkheid is waarbij een reconventionele vordering kan worden ingesteld, is het ontbreken ervan onherstelbaar. De conclusies van antwoord, repliek en dupliek in reconventie beschouwt de rechtbank als niet genomen.
3.6. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het verzet kan geacht worden tijdig en op de juiste wijze te zijn ingesteld, nu het tegendeel gesteld noch gebleken is, zodat [gedaagde/eiser verzet] in zoverre in zijn verzet kan worden ontvangen.
4.2. De Overeenkomst Dexia Aanbod is naar het oordeel van de rechtbank een vaststellingsovereenkomst. Zij voldoet aan de omschrijving die in art. 7:900 BW daarvan gegeven wordt. Tevens voldoet zij aan de omschrijving die art. 7:902 BW geeft omdat zij diende ter beëindiging van onzekerheid of geschil op vermogensrechtelijk terrein. Gelet op het hierna volgende is dit echter van beperkt belang.
4.3. Van strijd met de openbare orde of de goede zeden is niet gebleken, behoudens tot op zekere hoogte het beroep dat [gedaagde/eiser verzet] doet op dwaling, bedrog of misbruik van omstandigheden.
4.4. De rechtbank verwerpt [gedaagde/eiser verzet]s betoog dat er sprake is van dwaling, bedrog of misbruik van omstandigheden en zijn beroep op een vernietigingsgrond reeds omdat hij nalaat hetgeen hij ter zake naar voren brengt, voldoende te concretiseren naar zijn situatie. Zijn betoog behandelt, kort gezegd, uitgebreid recente rechtspraak, maar is daarmee nog geen onderbouwing van enige stelling over zijn eigen positie tegenover Dexia.
4.5. Het beroep van [gedaagde/eiser verzet] op zijn zwakbegaafdheid, danwel op een persoonlijkheidsstoornis passeert de rechtbank reeds omdat hij niet heeft gesteld dat dit Dexia kenbaar was of redelijkerwijs behoorde te zijn.
4.6. Het verstekvonnis zal op grond van het vorenstaande worden bekrachtigd.
4.7. [gedaagde/eiser verzet] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het verzet worden verwezen. De kosten worden aan de zijde van Varde begroot op € 904,00 (2,0 punten × tarief € 452,00).
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. bekrachtigt het door deze rechtbank op 19 november 2008 onder zaaknummer / rolnummer 174818 / HA ZA 08-1531 gewezen verstekvonnis,
5.2. veroordeelt [gedaagde/eiser verzet] in de kosten van de verzetprocedure, aan de zijde van Varde tot op heden begroot op € 904,00,
5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken op 31 maart 2010.