ECLI:NL:RBARN:2010:BM0013
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- N.W. Huijgen
- O. Nijhuis
- D.T. Boks
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van onverschuldigde bedragen en onrechtmatig handelen in brandstofleveringen
In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Arnhem, hebben eiseressen, bestaande uit vier besloten vennootschappen, een vordering ingesteld tegen gedaagde, een leverancier van brandstoffen. De eiseressen vorderden betaling van een bedrag van € 1.573.833,80, dat zij stelden onverschuldigd te hebben betaald aan gedaagde. De rechtbank heeft in een eerder tussenvonnis eiseressen de gelegenheid geboden hun vordering te wijzigen, maar zij hebben hiervan geen gebruik gemaakt. De rechtbank oordeelde dat eiseressen niet voldaan hadden aan hun stelplicht, wat betekent dat zij onvoldoende feiten hebben gesteld om hun vordering te onderbouwen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseressen en gedaagde betrokken waren bij een complexe financiële relatie, waarbij gedaagde brandstoffen leverde aan de tankstations van eiseressen. Eiseressen voerden aan dat gedaagde onrechtmatig had gehandeld door hen te laten geloven dat zij een schuld hadden aan gedaagde, door nota's voor verschillende entiteiten samen te voegen. De rechtbank oordeelde echter dat de eiseressen niet konden aantonen dat gedaagde onrechtmatig had gehandeld, en dat de betalingsverplichtingen voortvloeiden uit de overeenkomsten die de tankstations met gedaagde hadden gesloten.
De rechtbank concludeerde dat de vorderingen van eiseressen niet konden worden toegewezen, omdat zij niet aan hun stelplicht hadden voldaan. De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling, waarbij eiseressen in de gelegenheid werden gesteld om hun vordering te wijzigen of te onderbouwen. De beslissing van de rechtbank werd openbaar uitgesproken op 27 januari 2010.