ECLI:NL:RBARN:2010:BL9754
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verjaringstermijn voor instellen rechtsvordering tot ongedaanmaking van een strook grond
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem op 24 maart 2010, ging het om een geschil over een strook grond en de verjaringstermijn voor het instellen van een rechtsvordering tot ongedaanmaking. De eisers in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.A. Voets, stelden dat zij door verjaring eigenaar waren geworden van de grond die zij in gebruik hadden. De gedaagde in conventie, vertegenwoordigd door advocaat mr. T.E. van der Bent, betwistte dit en voerde aan dat de grond niet door verjaring was verkregen.
De rechtbank heeft in haar tussenvonnis van 18 februari 2009 de gedaagde opgedragen bewijs te leveren van het feit dat zij door verjaring eigenaar was geworden van de grond. Getuigen zijn gehoord, waaronder buren en familieleden, die verklaringen hebben afgelegd over het gebruik van de grond en de plaats van een hek dat de eigendomsgrens zou markeren. De getuigenverklaringen waren tegenstrijdig, maar de rechtbank concludeerde dat de gedaagde zich vanaf 1987 als rechthebbende had gedragen ten aanzien van de strook grond.
De rechtbank oordeelde dat de eisers in conventie niet konden aantonen dat zij rechthebbenden waren en wees hun vorderingen af. De gedaagde werd in het gelijk gesteld en de eisers in reconventie werden veroordeeld in de proceskosten. De rechtbank verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad, zowel in conventie als in reconventie. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. A.E.M. Overkamp.