ECLI:NL:RBARN:2010:BL7610
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.M.I. de Waele
- A.O.C.A. van Schravendijk
- J.D. Vlastuin
- G.J. Meijer
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de schuldsanering in het kader van de Faillissementswet
Op 25 februari 2010 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in een verzoek om toepassing van de schuldsanering door verzoekster, die eerder al was toegelaten tot de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster een nieuwe huurschuld had laten ontstaan, wat leidde tot de tussentijdse beëindiging van de eerdere schuldsaneringsregeling. De rechtbank overwoog dat de nieuwe (huur)schuld niet aan verzoekster valt toe te rekenen, en dat de 'tenzij-bepaling' in de afwijzingsgrond van artikel 288 lid 2 sub d van de Faillissementswet van toepassing is. Dit betekent dat, ondanks de eerdere beëindiging van de schuldsaneringsregeling, verzoekster opnieuw in aanmerking kan komen voor schuldsanering.
De rechtbank heeft het verzoekschrift, dat aan de wettelijke eisen voldeed, toegewezen. De rechter-commissaris en de bewindvoerder zijn benoemd, en de rechtbank heeft de bewindvoerder de opdracht gegeven om aan de schuldenaar gerichte brieven gedurende dertien maanden te openen. Tevens is het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op het geldende bedrag volgens de regelgeving. De uitspraak benadrukt het belang van de 'tenzij-bepaling' in de Faillissementswet, die in dit geval de mogelijkheid biedt voor verzoekster om opnieuw een schuldsaneringsregeling aan te vragen, ondanks de eerdere afwijzing.
De uitspraak is gedaan in het kader van een hoofdinsolventieprocedure, waarbij de rechtbank de relevante artikelen van de Faillissementswet heeft toegepast. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.