ECLI:NL:RBARN:2010:BL0244
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.P.M. Schwillens
- C.N. Dijkstra
- H.T. Wagenaar
- Rechtspraak.nl
Bevel ex artikel 50 lid 2 Wetboek van Strafvordering en opheffing daarvan
Op 21 januari 2010 heeft de Rechtbank Arnhem in een meervoudige raadkamer een beslissing genomen naar aanleiding van een bevel ex artikel 50 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering. Dit bevel, dat op 19 januari 2010 was uitgevaardigd, hield in dat de raadsman geen toegang zou hebben tot de verdachte en dat brieven of andere stukken tussen de raadsman en de verdachte niet zouden worden uitgereikt voor de duur van zes dagen. De rechtbank heeft dit bevel getoetst in raadkamer op 21 januari 2010, waarbij de officier van justitie het bevel heeft toegelicht.
Tijdens de zitting is gebleken dat de raadsman optreedt voor meerdere partijen, waaronder [naam] c.v. en [naam] Holding b.v. De verdachte, die als vastgoedmanager werkzaam is bij [naam2] b.v., is contactpersoon voor het beheer van de panden van [naam] b.v. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen situatie aanwezig is waarin de raadsman de belangen van meerdere verdachten in dezelfde zaak behartigt, die gedetineerd zijn en in beperkingen verblijven. Dit was een belangrijke overweging voor de rechtbank om te concluderen dat het bevel op onjuiste gronden was gegeven.
De rechtbank heeft daarom besloten het bevel van de officier van justitie op te heffen, op grond van artikel 50 lid 3 van het Wetboek van Strafvordering. Deze beslissing is genomen door de voorzitter en twee andere rechters, in aanwezigheid van de griffier. De uitspraak benadrukt het belang van het vrije verkeer tussen de raadsman en zijn cliënt, en dat beperkingen hierop zorgvuldig moeten worden gerechtvaardigd.