ECLI:NL:RBARN:2010:4416

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
1 juli 2010
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
195900 / OR RK 10-24
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • J.H.C. van Ginhoven
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgregeling tussen ouders na scheiding met betrekking tot minderjarigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 1 juli 2010 een beschikking gegeven inzake de zorgregeling voor de minderjarigen, geboren uit de relatie tussen de vader en de moeder. De ouders hebben gezamenlijk het ouderlijk gezag over de minderjarigen, die bij de moeder wonen. Tijdens de zitting op 3 juni 2010 hebben partijen een zorgregeling overeengekomen, waarbij de vader verzocht heeft om een regeling ter verdeling van zorg- en opvoedingstaken. De vader heeft een aantal verzoeken gedaan, waaronder een verzoek om een dwangsom van € 500 per dag indien de moeder zich niet houdt aan de zorgregeling. Dit verzoek is ter zitting ingetrokken, evenals het verzoek om twee uur tijdens de verjaardagen van de minderjarigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders het eens zijn geworden over de zorgregeling, die in het belang van de minderjarigen is. De rechtbank heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de ouders professionele hulp inschakelen om hun onderlinge communicatie en opvoedingsvaardigheden te verbeteren, zodat de minderjarigen hier niet onder lijden. De rechtbank heeft de zorgregeling vastgesteld, waarbij de minderjarigen bij de vader verblijven op bepaalde momenten, zoals in de weekenden en tijdens vakanties. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders verzochte is afgewezen. De beschikking is gegeven door kinderrechter mr. J.H.C. van Ginhoven, in tegenwoordigheid van griffier G.J. Prinsen, en is openbaar uitgesproken op 1 juli 2010.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ARNHEM

Sector Familie en Jeugd
Zaakgegevens: 195900 / OR RK 10-24
Datum uitspraak: 1 juli 2010

beschikking ex artikel 1:253a BW

in de zaak van

[verzoeker] (nader te noemen: de vader),

wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. M.G.W.M. Geurts te [woonplaats] ,
tegen

[verweerster] (nader te noemen: de moeder),

wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. J.W.C. Giebels te Nijmegen.

Het verloop van de procedure

Gezien de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift met bijlagen ingekomen ter griffie op 29 januari 2010;
- een brief d.d. 9 februari 2010 van mr. M.G.W.M. Geurts;
- een faxbericht d.d. 10 februari 2010 van mr. J.W.C. Giebels;
- een faxbericht d.d. 11 maart 2010 van mr. J.W.C. Giebels;
- een faxbericht d.d. 3 mei 2010 van mr. M.G.W.M. Geurts.
Gehoord ter zitting van 3 juni 2010:
- de vader, bijgestaan door mr. M.G.W.M. Geurts;
- de moeder, bijgestaan door mr. J.W.C. Giebels;
- de Raad voor de Kinderbescherming (nader te noemen: de Raad).

De feiten

Uit de relatie tussen partijen zijn geboren de minderjarigen:
- [kind 1] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en
- [kind 2] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
De vader heeft de minderjarigen erkend. De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over de minderjarigen. De minderjarigen hebben hun hoofdverblijfplaats bij de moeder.
Partijen hebben bij akte afwikkeling beëindiging samenwoning vastgesteld dat zij de omgangsregeling in onderling overleg zullen vaststellen.

Het verzoek

De vader verzoekt de rechtbank een regeling ter verdeling van zorg- en opvoedingstaken
(nader te noemen: de zorgregeling) tussen de ouders vast te stellen, waarbij de minderjarigen bij de vader verblijven:
- éénmaal per veertien dagen van vrijdag 18.30 uur tot zondag 18.30 uur;
- éénmaal per week de woensdagmiddag tot de donderdagochtend naar school;
- van de overige vakanties twee dagen, aansluitend op het weekend;
- gedurende de zomervakantie twee weken, in overleg te regelen;
- de twee dagelijkse feestdagen ieder de helft;
- oud en nieuw om en om, dat wil zeggen 2010 bij de vader, 2011 bij de moeder enzovoort;
- met vaderdag en met de verjaardag van vader;
- met de verjaardagen van de minderjarigen twee uur.
De vader verzoekt de rechtbank te bepalen dat de moeder een dwangsom zal verbeuren van
€ 500,-- per dag op het moment dat zij zich niet houdt aan de bij beschikking vastgestelde regeling ter verdeling van zorg- en opvoedingstaken tussen de ouders.
Ter zitting heeft de vader zijn verzoek met betrekking tot de twee uur tijdens de verjaardagen van de minderjarigen ingetrokken. Aangezien de zorgregeling existeert heeft de vader zijn verzoek met betrekking tot de verzochte dwangsom ter zitting eveneens ingetrokken.

De beoordeling

Wijziging regeling zorg- en opvoedingstaken of contactregeling
Ingevolge artikel 1:253a jo 1:377e Burgerlijk Wetboek kan de rechtbank op verzoek van de ouders of van een van hen een beslissing inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken alsmede een door de ouders onderling getroffen zorgregeling wijzigen op grond dat nadien de omstandigheden zijn gewijzigd, of dat bij het nemen van de beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan.
De rechtbank is, nu partijen het ter zitting eens zijn geworden over de zorgregeling, van oordeel dat na te noemen zorgregeling in het belang van de minderjarigen is te achten. Het vorenstaande neemt echter niet weg dat partijen er, in het belang van hun minderjarige kinderen, goed aan doen om professionele hulpverlening in te schakelen, teneinde te werken aan hun onderlinge problematiek, waaronder het verbeteren van hun onderlinge communicatie. Duidelijk is dat er bij partijen sprake is van een verschillend pedagogisch klimaat, hetgeen over en weer irritatie oplevert. Niet uit te sluiten valt dat de minderjarigen hiervan hinder ondervinden. Het is zinvol dat partijen hun opvoedingsvaardigheden verbeteren en dat zij proberen een en ander op adequate wijze op elkaar af te stemmen.
Daarom is het wenselijk dat partijen een duidelijke hulpvraag neerleggen bij de in te schakelen hulpverlening, zodat op de langere duur ten aanzien van de minderjarigen duidelijkheid geschapen kan worden, en – waar nodig – grenzen kunnen worden vastgesteld. Evident is dat de minderjarigen merken dat de communicatie tussen hun ouders stroef verloopt, zodat essentieel is dat partijen komen tot een constructieve communicatie met betrekking tot de verzorging en opvoeding van de minderjarigen. Een en ander zal ongetwijfeld een positief effect hebben op de minderjarigen.

De beslissing

De rechtbank
4. stelt vast als regeling ter verdeling van zorg- en opvoedingstaken tussen de ouders dat de minderjarigen:
  • [kind 2] , geboren op [geboortedatum] ;
  • [kind 1] , geboren op [geboortedatum] ,
bij de vader verblijven:
 een weekend in de veertien dagen van vrijdag 18.30 uur tot zondag 18.30 uur;
 eenmaal per week de woensdagmiddag tot donderdagochtend naar school;
 gedurende de zomervakantie twee weken in overleg;
 de overige vakanties twee dagen aansluitend op het omgangsweekend;
 de Kerstdagen, het Paasweekend en Pinksterweekend ieder de helft;
 oud en nieuw om en om, in 2011 bij de moeder, in 2012 bij de vader, enz.;
 met vaderdag en de verjaardag van de vader;
5. bepaalt dat de onder 1 genoemde beslissing uitvoerbaar is bij voorraad;
6. wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.H.C. van Ginhoven, kinderrechter, in tegenwoordigheid van G.J. Prinsen als griffier en in het openbaar uitgesproken op 1 juli 2010.
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof te Arnhem.