ECLI:NL:RBARN:2009:BL7608
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling wegens bovenmatige nieuwe schuld
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 15 december 2009 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de heer [schuldenaar1] en mevrouw [schuldenaar2]. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een bovenmatige nieuwe schuld, ontstaan door het te laat opzeggen van de huur van een bedrijfspand. Deze nieuwe schuld, ter hoogte van € 10.450,63, viel niet onder de werking van de schuldsaneringsregeling en daarmee niet onder de ‘schone lei’. De rechtbank stelde vast dat de schuldenaren in gemeenschap van goederen waren getrouwd, waardoor de nieuwe schuld op de gemeenschap van goederen verhaald kon worden.
De rechtbank concludeerde dat door een onjuiste interpretatie van de huurovereenkomst ten tijde van de toelating tot de schuldsaneringsregeling, het beoogde resultaat van de regeling niet werd behaald. Op basis van artikel 350 lid 3 sub d van de Faillissementswet besloot de rechtbank de toepassing van de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen. De rechtbank bepaalde dat de beëindiging inging één maand na het onherroepelijk worden van het vonnis.
De rechtbank nam ook kennis van de brief van de bewindvoerder en de hoorzitting op 3 december 2009, waar de schuldenaren en hun advocaat, mr. J.D. van Vlastuin, aanwezig waren. De rechtbank achtte het aannemelijk dat een nieuw verzoek om toelating tot de schuldsaneringsregeling kans van slagen had, gezien de ‘tenzij-bepaling’ in de afwijzingsgrond van artikel 288 lid 2 sub d van de Faillissementswet. Aangezien er onvoldoende baten beschikbaar waren voor een uitkering aan de schuldeisers, zouden de schuldenaren niet van rechtswege in staat van faillissement komen te verkeren. Tot slot stelde de rechtbank het salaris van de bewindvoerder vast op € 406,98, inclusief omzetbelasting, en bepaalde dat dit bedrag, voor zover niet uit de boedel kon worden voldaan, ten laste van de schuldenaar kwam.