ECLI:NL:RBARN:2009:BK1743

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
2 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/800598-09
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van ex-militair wegens bezit van kinderpornografisch materiaal en nepwapen

In deze zaak heeft de militaire kamer van de Rechtbank Arnhem op 2 november 2009 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 46-jarige ex-militair, die werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal en een nepwapen. De verdachte, voormalig sergeant-majoor van de Koninklijke Marine, werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.P.W. Nijboer. De officier van justitie, mr. I.J.M. Monsma, eiste een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder reclasseringstoezicht en een ambulante behandeling bij De Waag.

Tijdens de zitting op 19 oktober 2009 werd het bewijs besproken, waaronder de onrechtmatige doorzoeking van de woning van de verdachte. De verdediging voerde aan dat de doorzoeking onrechtmatig was en dat de daaruit verkregen bewijsmiddelen uitgesloten moesten worden. De militaire kamer oordeelde echter dat de verdenking van het bezit van kinderpornografisch materiaal in 2006 nog steeds geldig was in 2008, en dat de doorzoeking rechtmatig was.

De militaire kamer oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan het bezit van kinderpornografisch materiaal, dat hij gedurende een lange periode had verzameld. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van negen maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, en bepaalde dat de verdachte zich tijdens de proeftijd aan de aanwijzingen van de reclassering moest houden. Ook werd de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen computerapparatuur bevolen.

De uitspraak benadrukt de ernst van het delict en de impact op de slachtoffers, en de militaire kamer hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder het feit dat hij geen relevante justitiële documentatie had en bereid was om aan zijn problemen te werken.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Militaire kamer
PROMIS II
Parketnummer : 05/800598-09
Datum zitting : 19 oktober 2009
Datum uitspraak : 02 november 2009
TEGENSPRAAK
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats],
adres : [adres] ,
plaats : [woonplaats],
voormalig sergeant-majoor van de Koninklijke Marine, [nummer] te [standplaats].
Raadsman: mr. J.P.W. Nijboer, advocaat te Utrecht.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2004 tot en met 30 oktober 2008 te Utrecht en/of elders in Nederland, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van het misdrijf omschreven in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht, immers heeft verdachte in of omstreeks genoemde periode een aantal afbeeldingen/multimediafiles en/of één of meerdere gegevensdragers, te weten een CD-rom en/of een harde schijf van een laptop (merk Fujitsu Siemens) en/of een externe harde schijf (Maxtor) bevattende (circa) 951, althans een (groot)
aantal afbeeldingen/multimediafiles (foto('s) en/of videofragment(en)) van (telkens) (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) persoon/personen is/zijn betrokken die (kennelijk) de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt, verspreid en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit gehad, welke afgebeelde seksuele gedraging(en) in algemene zin (telkens) bestond(en) uit een geheel of gedeeltelijk ontkle(e)d(e) minderjarige(n)
dat/die
- op een dusdanige wijze poseert/poseren dat haar/zijn/hun geslachtsde(e)l(en)
nadrukkelijk in beeld wordt/worden gebracht, welke wijze van poseren kennelijk
bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken en/of
- door een penis en/of (een) vinger(s) en/of vibrator, althans een voorwerp,
wordt/worden gepenetreerd in de vagina en/of de mond en/of de anus;
van welke afgebeelde gedraging(en) een selectie bestaat uit (pag. 107 - 109
van het dossier) -zakelijk weergegeven- :
- (file 1) een filmfragment van een meisje van 4 à 6 jaar oud dat met ontbloot
onderlichaam op een bank of bed ligt, haar benen spreidt en met een vibrator/dildo over en tussen haar schaamlippen wrijft;
- (file 2) een filmfragment waarin een meisje van 2 à 4 jaar oud naakt bij een volwassen man met een ontbloot onderlichaam op schoot zit en waarbij de man met zijn stijve penis langs de vagina en anus van het meisje wrijft waarna zowel de man als het meisje zelf over en tussen de schaamlippen van het meisje wrijven;
- (file 3) een filmfragment van een 6 à 8 jarig meisje dat naakt op een stoel zit en gevingerd wordt door een volwassen man waarna het meisje de stijve penis van de man in haar mond neemt; hierna gaat de man op de stoel zitten en gaat het meisje bij hem op schoot zitten waarbij de man zijn penis in de vagina van het meisje duwt;
- (file 4) een filmfragment van een meisje van 6 à 8 jaar dat naakt en geblinddoekt op een bed ligt en aan de penis van een volwassen man likt; tevens wordt het meisje anaal en vaginaal gepenetreerd door de vinger van een onbekend persoon waarna het meisje de penis van een volwassen man in haar mond krijgt terwijl ze zichzelf vingert;
- (file 6) een filmfragment van een meisje van 10 à 12 jaar oud dat naakt op een bed zit en de stijve penis van een volwassen man in haar mond heeft waarna de man zijn penis in haar vagina steekt hetgeen zich nog enige malen herhaalt;
- (file 9) een filmfragment van een meisje van 14 à 16 jaar oud dat op een bed ligt en vaginaal door een volwassen man wordt gepenetreerd;
- (file 11) een filmfragment van een meisje van 14 à 16 jaar oud dat eerst poseert voor een camera en vervolgens door een man vaginaal wordt gepenetreerd;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt,
hij op of omstreeks 30 oktober 2008 te Utrecht en/of elders in Nederland, een aantal afbeeldingen/multimediafiles en/of één of meerdere gegevensdragers, te weten een CD-rom en/of een harde schijf van een laptop (merk Fujitsu Siemens) en/of een externe harde schijf (Maxtor) bevattende (circa) 15, althans een aantal afbeelding(en)/multimediafiles (foto('s) en/of videofragmente(n)) van (telkens) (een) seksuele gedraging(en) waarbij (een) persoon/personen is/zijn betrokken die (kennelijk) de leeftijd van 18 jaar nog niet had(den) bereikt, verspreid en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of in bezit gehad, welke afgebeelde seksuele gedraging(en) in algemene zin (telkens) bestond(en) uit een geheel of gedeeltelijk ontkle(e)d(e) minderjarige(n) dat/die
- op een dusdanige wijze poseert/poseren dat haar/zijn/hun geslachtsde(e)l(en)
nadrukkelijk in beeld wordt/worden gebracht, welke wijze van poseren kennelijk
bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken en/of
- door een penis en/of (een) vinger(s) en/of vibrator, althans een voorwerp, wordt/worden gepenetreerd in de vagina en/of de mond en/of de anus;
van welke afgebeelde gedraging(en) een selectie bestaat uit (pag. 107 - 109 van het dossier) -zakelijk weergegeven-:
- (file 1) een filmfragment van een meisje van 4 à 6 jaar oud dat met ontbloot
onderlichaam op een bank of bed ligt, haar benen spreidt en met een vibrator/dildo over en tussen haar schaamlippen wrijft;
- (file 2) een filmfragment waarin een meisje van 2 à 4 jaar oud naakt bij een volwassen man met een ontbloot onderlichaam op schoot zit en waarbij de man met zijn stijve penis langs de vagina en anus van het meisje wrijft waarna zowel de man als het meisje zelf over en tussen de schaamlippen van het meisje wrijven;
- (file 3) een filmfragment van een 6 à 8 jarig meisje dat naakt op een stoel zit en gevingerd wordt door een volwassen man waarna het meisje de stijve penis van de man in haar mond neemt; hierna gaat de man op de stoel zitten en gaat het meisje bij hem op schoot zitten waarbij de man zijn penis in de vagina van het meisje duwt;
- (file 4) een filmfragment van een meisje van 6 à 8 jaar dat naakt en geblinddoekt op een bed ligt en aan de penis van een volwassen man likt; tevens wordt het meisje anaal en vaginaal gepenetreerd door de vinger van een onbekend persoon waarna het meisje de penis van een volwassen man in haar mond krijgt terwijl ze zichzelf vingert;
- (file 6) een filmfragment van een meisje van 10 à 12 jaar oud dat naakt op een bed zit en de stijve penis van een volwassen man in haar mond heeft waarna de man zijn penis in haar vagina steekt hetgeen zich nog enige malen herhaalt;
- (file 9) een filmfragment van een meisje van 14 à 16 jaar oud dat op een bed ligt en vaginaal door een volwassen man wordt gepenetreerd;
- (file 11) een filmfragment van een meisje van 14 à 16 jaar oud dat eerst poseert voor een camera en vervolgens door een man vaginaal wordt gepenetreerd;
2.
hij op of omstreeks 30 oktober 2008 te Utrecht een voorwerp van categorie I onder 7°, te weten een nabootsing van een vuurwapen (merk Gardone V.T., mod 82F cal.9), dat door zijn vorm en afmetingen een zodanige gelijkenis vertoonde met een MP-5 (Walther), althans een pistool, dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt was, voorhanden heeft gehad;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 19 oktober 2009 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. J.P.W. Nijboer, advocaat te Utrecht.
De officier van justitie, mr. I.J.M. Monsma, heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder 1 primair en onder 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot: een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, met de bijzondere voorwaarde dat verdachte zich zal houden aan aanwijzingen van de reclassering, ook indien dit inhoudt dat verdachte een ambulante behandeling ondergaat bij De Waag. De officier van justitie vordert voorts de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen laptopcomputer, de harde schijf en de desktopcomputer.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Onrechtmatige doorzoeking/bewijsuitsluiting
Standpunt verdediging:
De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat de doorzoeking van de woning van verdachte onrechtmatig was en dat de daaruit verkregen bewijsmiddelen dienen te worden uitgesloten van het bewijs. Hij voert daartoe aan, zakelijk weergegeven:
Medio augustus 2006 is door de KLPD een rapport van Interpol Wiesbaden ontvangen waarin staat dat vanaf een Nederlands IP-adres kinderporno gedownload is op 23 juli 2006 en 27 juli 2006. Op 13 oktober 2006 bericht de provider aan de KLPD dat het betreffende IP-adres toebehoort aan [verdachte], wonende [adres] te Utrecht. Uit het GBA-register blijkt dat [verdachte] woonachtig is op voornoemd adres.
Eerst op 30 oktober 2008, dus ruim twee jaar later, vindt op vordering van de officier van justitie een doorzoeking ter inbeslagneming plaats in de woning van verdachte.
De raadsman stelt dat deze doorzoeking op 30 oktober 2008 onrechtmatig is geweest. De informatie die men ten aanzien van verdachte had was zodanig gedateerd dat op basis daarvan geen redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit meer kon worden ontleend. Volgens de raadsman moet daarom alles wat tijdens de doorzoeking in de woning is aangetroffen, te weten computerbestanden en het nepwapen, worden uitgesloten van het bewijs.
Standpunt officier van justitie:
De officier van justitie neemt het standpunt in dat de doorzoeking rechtmatig was en dat er daarom geen reden is voor bewijsuitsluiting. Hij heeft ter zitting uiteengezet waarom het onderzoek relatief lang heeft geduurd. Samengevat komt dit er op neer dat in mei 2008 een inventarisatie heeft plaatsgevonden van kinderpornozaken in de regio Utrecht, waarna in overleg met het openbaar ministerie is besloten om 41 zaken, waarvan melding is gedaan tussen 2006 en eind 2008, te analyseren. De zaken zijn vervolgens geprioriteerd en onderzocht. Op basis van de gegevens die in 2006 van Interpol zijn gekregen bestond er eind 2008 nog steeds een redelijke verdenking tegen verdachte van het - kort gezegd - in 2006 in bezit hebben van kinderporno (artikel 240b van het wetboek van strafrecht). Op basis van die verdenking mocht er ook nog in 2006 een doorzoeking van zijn woning plaatsvinden ter inbeslagname van goederen die kunnen dienen voor de waarheidsvinding.
Beoordeling:
De militaire kamer stelt vast dat niet in het geding is dat in 2006 de verdenking bestond dat verdachte in het bezit was van kinderpornografisch materiaal. Niet valt in te zien waarom deze verdenking – ten aanzien van bezit van kinderporno in 2006 – in 2008 niet meer aanwezig zou zijn. Het tijdsverloop tussen het tijdstip van downloaden van de kinderporno - volgens de informatie van Interpol - en het doen van de doorzoeking is voorts niet zo groot dat enkel op basis daarvan te verwachten was dat er zich op het moment van doorzoeken in de woning redelijkerwijs geen voorwerpen meer aanwezig waren die kunnen dienen om ten aanzien van voornoemde verdenking de waarheid aan de dag te brengen, zodat ook hierin geen belemmering van een rechtmatige doorzoeking is gelegen. Ook overigens is ten aanzien van de doorzoeking door de rechter-commissaris niet gebleken van onrechtmatigheden. De militaire kamer verwerpt het verweer.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Bewijsmiddelen
Ten aanzien van feit 1 primair:
De feiten:
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld:
In of omstreeks de periode van 1 mei 2004 tot en met 30 oktober 2008 heeft verdachte een aantal afbeeldingen/multimediafiles en een CD-rom en een harde schijf van een laptop van het merk Fujitsu Siemens en een externe schijf van het merk Maxtor in zijn bezit gehad met daarop een aantal gedownloade foto’s en/of videofragmenten waarop – kort samengevat – een groot aantal foto's en/of videofragmenten te zien is van van seksuele gedragingen waarbij personen zijn betrokken die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt. De afgebeelde seksuele gedragingen bestonden daarbij uit (een) geheel of gedeeltelijk ontklede minderjarige(n) die
- op een dusdanige wijze poseert/poseren dat haar/zijn/hun geslachtsde(e)l(en)
nadrukkelijk in beeld wordt/worden gebracht, welke wijze van poseren kennelijk
bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken en/of
- door een penis en/of (een) vinger(s) en/of vibrator, althans een voorwerp,
wordt/worden gepenetreerd in de vagina en/of de mond en/of de anus;
waarbij de leeftijd van de in beeld gebrachte kinderen varieert van twee à vier jaar tot veertien à zestien jaar. De bestanden zijn voor een deel zijn omschreven in de tenlastelegging, die onder 1. is opgenomen in dit vonnis.
Het standpunt van de officier van justitie:
De officier van justitie is van mening dat verdachte te verwijten is dat hij langdurig en bewust een grote hoeveelheid kinderporno voorhanden en in bezit heeft gehad. Het verspreiden, invoeren, doorvoeren of uitvoeren van kinderporno acht hij niet bewezen.
Uit onderzoek van de in beslag genomen laptop en externe harde schijf van verdachte blijkt dat daarop 427 respectievelijk 509 kinderpornobestanden hebben gestaan die door verdachte zijn weggegooid en zijn verplaatst naar de map ‘c:\recovered folders’ of vergelijkbare opslagruimtes voor weggegooide bestanden, of die zich bevonden in ‘unallocated clusters’. Dit zijn de vrije ruimtes op een computer waar bestanden hebben gestaan die zijn verwijderd maar waar bestanden of gedeelten daarvan nog aanwezig kunnen zijn. In strafrechtelijke zin mogen deze ‘unallocated clusters’ worden meegenomen bij beantwoording van de vraag of te bewijzen is dat sprake is (geweest) van een gewoonte, zoals primair ten laste is gelegd. Verder zijn bij verdachte op 30 oktober 2008 nog vijftien multimediafiles aangetroffen met daarop afbeeldingen van kinderporno, waarbij de leeftijd van de getoonde kinderen varieert van 2 à 4 jaar tot 14 à 16 jaar. De officier is van mening dat het onder 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging:
Verdachte erkent dat hij sinds 2002 regelmatig naar kinderporno heeft gekeken. In 2003 is verdachte ook gaan downloaden, waarbij hij eveneens bewust zocht naar kinderporno. De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat niet bewezen kan worden dat sprake is geweest van een gewoonte. Hij wijst erop dat de op de laptop en de harde schijf aangetroffen verwijderde bestanden niet zijn onderzocht. De vijftien bestanden die op 30 oktober 2008 zijn aangetroffen in de woning van verdachte, zijn onvoldoende om te kunnen spreken van een ‘gewoonte’. Volgens de raadsman beslaat de ‘pleegperiode’ hoogstens de periode van ongeveer medio 2008 tot 30 oktober 2008. Alleen het subsidiair ten laste gelegde kan volgens de raadsman daarom worden bewezen, waarbij hij verwijst naar de genoemde beperkte omvang en periode.
Beoordeling van de standpunten:
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij, in ieder geval sinds 2003, veel kinderporno heeft bekeken en gedownload. Dit deed hij doorgaans via zoekmachines. Aanvankelijk had hij geen externe harde schijf en brandde hij cd-roms. Later heeft verdachte een externe harde schijf aangeschaft waarop hij de meeste kinderpornobestanden opsloeg. . Eén van de door hem gebrande cd-roms is in of omstreeks 2005 door zijn partner aangetroffen. Daarop stond een afbeelding van een naakt jong meisje . Hij bewaarde die bestanden mede om ze later te kunnen bekijken . Verdachte verklaart in totaal tot vóór de doorzoeking in 2008 in een periode van 7 jaar kinderporno te hebben gedownload, in welke periode er tijden waren dat hij dat veel deed en tijden dat hij het niet deed .
Op de in de woning van verdachte inbeslaggenomen gegevensdragers zijn 15 multimediafiles aangetroffen waarop kinderpornografisch materiaal staat .
De Koninklijke Marechaussee heeft voorts een vergelijking uitgevoerd tussen de gegevens die afkomstig waren van de in beslag genomen externe harde schijf en de laptop van verdachte en die zijn veiliggesteld, met een geclassificeerde verzameling kinderpornografisch materiaal, aangelegd en beoordeeld door vakspecialisten van de regiopolitie Twente, afdeling Jeugd en Zeden, unit Kinderporno. Van die verzameling is een zogenaamde ‘hash set’ gemaakt, die binnen de forensische onderzoeksoftware wordt gebruikt om de vergelijking uit te voeren. Het resultaat van de vergelijking van het materiaal van de externe harddisk en de geclassificeerde verzameling leverde 509 bekende kinderporno files op, dat wil zeggen bestanden die op basis van hun ‘hash waarde’ volledig overeenkwamen met bestanden uit de gekwalificeerde verzameling kinderporno.
Bij de laptop leverde de vergelijking acht overeenkomende bestanden op. Weliswaar waren de bestanden verwijderd, was het daarom niet mogelijk de bestanden te bekijken en zijn de desbetreffende bestanden dus ook niet afzonderlijk beoordeeld, echter de voornoemde overeenkomst van de “hash waarde” met de “hash waarde” van wel beoordeelde bestanden, in combinatie met de verklaring van verdachte over het veel downloaden van kinderporno én met het aantreffen van 15 bestanden waarvan vastgesteld is dat het om kinderpornografisch materiaal gaat, levert het wettig bewijs op dat verdachte een zeer grote hoeveelheid kinderpornografisch materiaal - tenminste 517 bestanden - heeft gedownload en in bezit heeft gehad.
Gelet hierop, gelet op de lange periode van het downloaden en de wisselende, maar soms hoge frequentie van het downloaden kan niet anders worden geconcludeerd dan dat er ten aanzien van het bezit van de kinderporno sprake is geweest van een gewoonte.
Conclusie:
De militaire kamer acht met betrekking tot verdachte wettig en overtuigend bewezen dat:
hij in de periode van 1 mei 2004 tot en met 30 oktober 2008 te Utrecht en/of elders in Nederland, een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van het misdrijf omschreven in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht, immers heeft verdachte in genoemde periode een aantal afbeeldingen/multimediafiles en/of één of meerdere gegevensdragers, te weten een CD-rom en een harde schijf van een laptop (merk Fujitsu Siemens) en een externe harde schijf (Maxtor) bevattende een groot aantal afbeeldingen/multimediafiles (foto('s) en/of videofragment(en)) van telkens een seksuele gedraging waarbij (een) persoon/personen is/zijn betrokken die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet hadden bereikt, in bezit gehad, welke afgebeelde seksuele gedraging(en) in algemene zin telkens bestond(en) uit een geheel of gedeeltelijk ontkle(e)d(e) minderjarige(n)
die
- op een dusdanige wijze poseert/poseren dat haar/zijn/hun geslachtsde(e)l(en)
nadrukkelijk in beeld wordt/worden gebracht, welke wijze van poseren kennelijk
bedoeld is om seksuele prikkeling op te wekken en/of
- door een penis en/of (een) vinger(s) en/of vibrator, althans een voorwerp,
wordt/worden gepenetreerd in de vagina en/of de mond en/of de anus;
van welke afgebeelde gedraging(en) een selectie bestaat uit (pag. 107 - 109 van het dossier) -zakelijk weergegeven- :
- (file 1) een filmfragment van een meisje van 4 à 6 jaar oud dat met ontbloot
onderlichaam op een bank of bed ligt, haar benen spreidt en met een vibrator/dildo over en tussen haar schaamlippen wrijft;
- (file 2) een filmfragment waarin een meisje van 2 à 4 jaar oud naakt bij een volwassen man met een ontbloot onderlichaam op schoot zit en waarbij de man met zijn stijve penis langs de vagina en anus van het meisje wrijft waarna zowel de man als het meisje zelf over en tussen de schaamlippen van het meisje wrijven;
- (file 3) een filmfragment van een 6 à 8 jarig meisje dat naakt op een stoel zit en gevingerd wordt door een volwassen man waarna het meisje de stijve penis van de man in haar mond neemt; hierna gaat de man op de stoel zitten en gaat het meisje bij hem op schoot zitten waarbij de man zijn penis in de vagina van het meisje duwt;
- (file 4) een filmfragment van een meisje van 6 à 8 jaar dat naakt en geblinddoekt op een bed ligt en aan de penis van een volwassen man likt; tevens wordt het meisje anaal en vaginaal gepenetreerd door de vinger van een onbekend persoon waarna het meisje de penis van een volwassen man in haar mond krijgt terwijl ze zichzelf vingert;
- (file 6) een filmfragment van een meisje van 10 à 12 jaar oud dat naakt op een bed zit en de stijve penis van een volwassen man in haar mond heeft waarna de man zijn penis in haar vagina steekt hetgeen zich nog enige malen herhaalt;
- (file 9) een filmfragment van een meisje van 14 à 16 jaar oud dat op een bed ligt en vaginaal door een volwassen man wordt gepenetreerd;
- (file 11) een filmfragment van een meisje van 14 à 16 jaar oud dat eerst poseert voor een camera en vervolgens door een man vaginaal wordt gepenetreerd;
Ten aanzien van feit 2:
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 19 oktober 2009;
- het in de wettelijke vorm door opgemaakt proces-verbaal van de Koninklijke Marechaussee, District West, Brigade Recherche & Informatie nr. PL27WR/09-002813, opgemaakt door J.S. [verbalisant], opperwachtmeester der Koninklijke Marechaussee, werkzaam bij de brigade recherche en informatie van het district West, bureau zeden, met bijlagen onder meer inhoudende het relaas van verbalisant E. [verbalisant], opperwachtmeester der Koninklijke Marechaussee, zoals weergegeven in het proces-verbaal van bevindingen pagina 166/167.
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen acht de militaire kamer wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op 30 oktober 2008 te Utrecht een voorwerp van categorie I onder 7°, te weten een nabootsing van een vuurwapen (merk Gardone V.T., mod 82F cal.9), dat door zijn vorm en afmetingen een zodanige gelijkenis vertoonde met een MP-5 (Walther), dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt was, voorhanden heeft gehad;
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4a. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 primair:
Een afbeelding en gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heet bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt.
Ten aanzien van feit 2:
Handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
4b. De strafbaarheid van het/de feit(en)
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de militaire kamer rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de om¬stan¬dighe¬den waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 15 september 2009; en
- een voorlichtingsrapportage van de Reclassering Nederland, regio Utrecht-Arnhem, gedateerd 07 oktober 2009, betreffende verdachte.
De militaire kamer overweegt in het bijzonder het navolgende met betrekking tot de strafmaat.
Het standpunt van de officier van justitie:
De officier van justitie vordert dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, met de bijzondere voorwaarde dat verdachte zich houdt aan aanwijzingen van de reclassering, ook als dit inhoudt dat verdachte een ambulante behandeling ondergaat bij De Waag. Verder vordert de officier van justitie de onttrekking aan het verkeer van de laptop en de harde schijf. De officier van justitie wijst op de ernst en duur van het feit, de omstandigheid dat een deel van de op de gevonden multimediafiles getoonde kinderen zeer jong is, de intensiteit van het plegen van het misdrijf en de ernst van de gevolgen, in de eerste plaats voor de kinderen. Betaald bezit van kinderpornografie houdt het systeem in stand. Verdachte heeft geen strafblad, wel bestaat volgens de officier van justitie recidivegevaar.
Op basis van het voorgaande concludeert de officier van justitie tot de voornoemde eis.
Het standpunt van de verdachte:
De raadsman van verdachte wijst op de gevolgen die het onderzoek, de doorzoeking van de woning en het ontdekken van kinderpornografische bestanden in de woning, voor verdachte hebben gehad. Zijn huwelijk heeft daar ernstig onder geleden. Verder heeft verdachte afscheid moeten nemen van zijn werk, wat hem zeer aan het hart ging. Van belang is dat verdachte vrijwillig professionele hulp heeft gezocht en dat hij genezen is in de breedste zin van het woord. Verdachte heeft een nieuwe baan. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou hem en zijn gezin onevenredig treffen. De raadsman pleit voor een – eventueel fikse – voorwaardelijke straf.
De bespreking van de standpunten:
Verdachte heeft jarenlang kinderpornografisch materiaal gedownload en in zijn bezit gehad.
De vijftien multimediabestanden die bij hem thuis zijn aangetroffen bevatten grove kinderpornografische beelden, waarop de getoonde kinderen soms zeer jong zijn. Ook de vele bij verdachte aangetroffen bestanden die hij in 2008 heeft verwijderd maar die nog te achterhalen waren, bevatten materiaal dat als kinderpornografisch bekend staat. Iedereen die dergelijk materiaal downloadt en verzamelt, werkt mee aan de instandhouding van de kinderporno-industrie. De kinderen die worden geëxploiteerd, ondervinden nog jarenlang de psychische gevolgen.
Gelet op de ernst van het delict, alsmede gezien de duur van het plegen daarvan, acht de militaire kamer een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats.
In het voordeel van de verdachte weegt de militaire kamer mee dat verdachte geen relevante justitiële documentatie heeft. Voorts heeft verdachte kenbaar gemaakt dat hij wil werken aan een serieuze oplossing van zijn probleem, waarbij hij wordt ondersteund door zijn partner. De militaire kamer ziet daarom aanleiding een iets kortere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan door de officier is geëist.
De reclassering heeft in haar rapportage van 7 oktober 2009 geadviseerd een verplicht reclasseringstoezicht en een behandeling bij De Waag op te leggen, als onderdeel van een voorwaardelijk op te leggen straf, met een proeftijd van twee jaar. De reclassering wijst er op dat, omdat verdachte “in 2002 al eens kinderporno keek en in 2008 wederom, terwijl hij op de hoogte was hoe weerstand (delictpreventieplan) tegen deze verleidingen te bieden” de vraag rijst in hoeverre verdachte niet blijvend seksueel geprikkeld blijft door het kijken naar kinderporno en aldus in herhaling zou kunnen vallen.
De militaire kamer acht, nu recidive niet valt uit te sluiten, een gedeeltelijk voorwaardelijke straf op zijn plaats en neemt ook overigens het advies van de reclassering over.
Gelet op het voorgaande acht de militaire kamer de hierna op te leggen straf passend en geboden.
Ten aanzien van het beslag
De na te melden inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwer¬pen, met betrekking tot en/of met behulp waarvan het onder 1 primair tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan, dienen te worden onttrok¬ken aan het verkeer, aangezien het ongecon¬troleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang en de wet.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 36b, 36c, 57, 91, 240b van het Wetboek van Straf¬recht alsmede de artikelen 13, 55 en 56 van de Wet wapens en Munitie.
8. De beslissing
De militaire kamer, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf 4 (vier) maanden niet tenuitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit dan wel navolgende bijzondere voorwaarde niet is nagekomen:
Veroordeelde dient zich gedurende de proeftijd te gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die hem door of namens de (stichting) Reclassering Nederland zullen worden gegeven, (ook indien dit zal inhouden het volgen van een ambulante behandeling bij De Waag of een andere vergelijkbare instelling) voor zover en voor zolang dat door genoemde instelling nodig wordt geacht.
Geeft opdracht aan de (stichting) Reclassering Nederland om aan veroordeelde bij de naleving van voornoemde voorwaarde hulp en steun te verlenen.
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: een laptopcomputer, een harde schijf en een desktopcomputer.
Aldus gewezen door:
mrs. E. de Boer (voorzitter) T.P.E.E. van Groeningen en kolonel mr B.F.M. Klappe, militair lid,
in tegenwoordigheid van R. van Dijk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de militaire kamer op 02 november 2009.