ECLI:NL:RBARN:2009:BK1204

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
7 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
146449
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming deskundige voor vaststelling schadevergoeding wegens gemis levenslang recht van gebruik en bewoning

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 7 oktober 2009 een vonnis gewezen na meerdere tussenvonnissen. De zaak betreft de benoeming van een deskundige, L. Roodbol, om de contante waarde van de schadevergoeding vast te stellen voor eiseres, die sinds 1 januari 2004 het levenslang recht van gebruik en bewoning van een woning heeft gemist. De rechtbank heeft in eerdere tussenvonnissen, gedateerd 20 juni 2007, 19 december 2007, 13 augustus 2008 en 1 juli 2009, reeds over deze kwestie geoordeeld en de partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten over de benoeming van de deskundige kenbaar te maken. Eiseres heeft vragen gesteld over het voorgestelde voorschotbedrag van € 4.000,--, dat door de deskundige is gebaseerd op een uurtarief van € 360,-- exclusief BTW voor de heer Roodbol en € 220,-- exclusief BTW voor zijn medewerker. De rechtbank oordeelt dat dit tarief niet onredelijk is en ziet geen aanleiding om een andere deskundige te benoemen. Eiseres heeft ook voorgesteld om de deskundige niet het volledige procesdossier ter beschikking te stellen, maar alleen de dagvaarding en de tussenvonnissen. Dit voorstel is door de gedaagden afgewezen.

De rechtbank heeft verder vastgesteld dat de huurwaarde van de woning per 1 januari 2004 € 581,40 per maand bedroeg en dat eiseres zelf de kosten voor gas, water en licht betaalde. De noodzakelijke onderhoudskosten voor eiseres bedroegen € 600,-- per jaar, en de eenmalige investeringskosten per 1 januari 2004 waren € 5.853,--. De rechtbank heeft bepaald dat de deskundige de partijen in de gelegenheid moet stellen om opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige hierover verslag moet uitbrengen. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 23 december 2009 voor het nemen van een conclusie na deskundigenbericht of voor bepaling van de datum van het vonnis.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 146449 / HA ZA 06-1786
Vonnis van 7 oktober 2009
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. W.A.J. Hagen te Arnhem,
tegen
1. [gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. J.H. van Vliet te Wageningen,
2. [gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. H.M.G. van Lotringen te Ede.
Partijen zullen hierna [eiseres in conventie], [gedaagde in conventie] en [gedaagde in conventie sub 2] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 1 juli 2009
- de akte uitlating benoeming deskundige van [eiseres in conventie]
- de antwoordakte uitlating benoeming deskundige van [gedaagde in conventie]
- de antwoordakte uitlating benoeming deskundige van [gedaagde in conventie sub 2].
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
in conventie en in reconventie
2.1. De rechtbank blijft bij wat in de tussenvonnissen van 20 juni 2007, 19 december 2007, 13 augustus 2008 en 1 juli 2009 is overwogen en beslist.
in conventie
2.2. De rechtbank heeft in het tussenvonnis van 1 juli 2009 partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de benoeming van L. Roodbol, lid van het Actuarieel Genootschap, tot deskundige voor de bepaling van de kontante waarde van de schade van [eiseres in conventie].
2.3. Partijen hebben geen bezwaar tegen de benoeming van L. Roodbol.
[eiseres in conventie] heeft wel vraagtekens bij het verzochte voorschotbedrag van € 4.000,-- inclusief BTW. Dat voorschotbedrag is volgens de deskundige gebaseerd op een uurtarief van
€ 360,-- exclusief BTW voor de heer Roodbol en € 220,-- exclusief BTW voor zijn medewerker mevrouw van Delft. Een dergelijk uurtarief komt de rechtbank – gelet op de gebruikelijke tarieven die actuarissen hanteren – niet onredelijk voor.
De rechtbank ziet daarom geen aanleiding een andere deskundige te benaderen, zoals [eiseres in conventie] voorstelt.
2.4. [eiseres in conventie] heeft verder voorgesteld om ter besparing van tijd en kosten aan de deskundige niet het volledige procesdossier ter beschikking te stellen, maar alleen de dagvaarding en de tussenvonnissen van de rechtbank.
[gedaagde in conventie] en [gedaagde in conventie sub 2] hebben bezwaar tegen het voorstel van [eiseres in conventie].
2.5. De rechtbank overweegt hierover het volgende. De deskundige heeft desgevraagd aangegeven dat het voldoende lijkt om de beschikking te hebben over de dagvaarding en de vonnissen van de rechtbank, aangevuld met informatie die nodig is om de berekeningen te maken. Daarom is de rechtbank van oordeel dat op dit moment kan worden volstaan met het ter beschikking stellen van die stukken aan de deskundige. Op de aanvullende informatie voor de deskundige gaat de rechtbank hierna nog verder in.
2.6. Tot slot heeft [eiseres in conventie] op een vraag van de rechtbank geantwoord dat zij niet rookt en ook nooit heeft gerookt.
2.7. De rechtbank zal L. Roodbol tot deskundige benoemen.
2.8. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
3. De beslissing
De rechtbank
beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
1. Hoeveel bedraagt de kontante waarde van de schadevergoeding voor [eiseres in conventie] wegens het gemis vanaf 1 januari 2004 van het levenslang recht van gebruik en bewoning van een bepaalde woning, uitgaande van de volgende gegevens:
a) de huurwaarde van de woning bedroeg per 1 januari 2004 € 581,40 per maand,
b) [eiseres in conventie] betaalde zelf de kosten voor gas, water en licht,
c) de bij a) genoemde huurwaarde is exclusief overige vaste lasten,
d) de noodzakelijke onderhoudskosten voor rekening van [eiseres in conventie] bedroegen
€ 600,-- per jaar; deze onderhoudskosten zouden bij huur van een andere woning niet voor rekening van [eiseres in conventie] komen,
e) de eenmalige investeringskosten per 1 januari 2004 bedroegen € 5.853,--; deze investeringskosten zouden bij de huur van een andere woning niet voor rekening van [eiseres in conventie] komen,
f) [eiseres in conventie] is geboren op 11 april 1940 en rookt niet,
3.1. benoemt tot deskundige om dit onderzoek te verrichten:
de heer L. Roodbol, actuaris,
verbonden aan Milliman BV
Baarnse Dijk 12c
3741 LS Baarn
Telefoonnummer 035-5488010
e-mail: laurens.roodbol@milliman.com
3.2. bepaalt dat de griffier een kopie van dit vonnis aan de deskundige zal toezenden,
3.3. bepaalt dat [eiseres in conventie] voor 21 oktober 2009 kopieën van de dagvaarding en alle vonnissen van de rechtbank en - voor zover mogelijk - de andere door de deskundige noodzakelijk geachte stukken aan de deskundige zal doen toekomen,
3.4. bepaalt dat [eiseres in conventie] voor 21 oktober 2009 als voorschot op de kosten inclusief omzetbelasting van de deskundige € 4.000,-- ter griffie van deze rechtbank dient te deponeren door dit bedrag over te maken op rekening nummer 19.23.25.752 ten name van Arrondissement 533 Arnhem onder vermelding van het rolnummer en de namen van partijen,
3.5. bepaalt dat de griffier onmiddellijk na betaling van het voorschot de deskundige hiervan in kennis zal stellen en dat de deskundige pas dan met het onderzoek behoeft te beginnen,
3.6. bepaalt dat de deskundige zich met vragen over het onderzoek kan wenden tot de rechter-commissaris mr. M.M. Vanhommerig,
3.7. bepaalt dat de plaats en de tijd waar en wanneer de deskundige tot het onderzoek zal overgaan, zullen worden vastgesteld door de deskundige in overleg met de raadslieden van de partijen,
3.8. bepaalt dat de deskundige een schriftelijk en ondertekend bericht zal inleveren ter griffie van deze rechtbank voor 25 november 2009,
3.9. bepaalt dat de deskundige tegelijk met dit schriftelijk bericht zijn declaratie ter griffie zal indienen onder vermelding van het zaak- en rolnummer,
3.10. bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek de partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het schriftelijk bericht moet doen blijken of aan dit voorschrift is voldaan, onder vermelding in dat bericht van de eventueel gemaakte opmerkingen en/of gedane verzoeken,
3.11. verwijst de zaak naar de rolzitting van 23 december 2009 voor het nemen van een conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van [eiseres in conventie] of voor bepaling datum vonnis,
3.12. verstaat dat hoger beroep van dit vonnis (behoudens het provisioneel deel ervan) alleen mogelijk is tegelijk met dat van het eindvonnis,
3.13. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar, mr. O. Nijhuis en mr. M.M. Vanhommerig en in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2009.