2. De feiten
2.1. [eiser] is vanaf 3 mei 1993 eigenaar van de onroerende zaak gelegen aan de [adres] [I] te [postcode] [woonplaats], kadastraal bekend als gemeente [woonplaats], sectie A nr. 772 en nr. 1281.
2.2. [eiser] heeft de onroerende zaak gekocht van zijn vader. In de leveringsakte d.d. 3 mei 1993 is de na te melden erfdienstbaarheid niet opgenomen. Nadat [eiser] dit in het voorjaar van 2009 had bemerkt heeft de notaris een herstelverklaring opgemaakt gedateerd 16 april 2009. Daarin staat onder meer vermeld:
“- de heer [eiser], (…) is eigenaar van het navolgende registergoed:
het woonhuis met garage, erf en verder aanbehoren, staande en gelegen [adres] [I] te [postcode]
[woonplaats], kadastraal bekend als gemeente [woonplaats], sectie A, nummers 772 en 1281, samen groot
twee are en acht centiare;
- de eigenaar verkreeg voormeld registergoed door de inschrijving op het voormalige kantoor van de Dienst voor het Kadaster en de Openbare Registers te Arnhem op vier mei negentienhonderd drieënnegentig in Register hypotheken 4 deel 12020 nummer 13, van het afschrift van een akte van levering op drie mei daaraanvoorafgaand verleden voor Meester H. Beugelink, destijds notaris te Leerdam;
- In een akte transport op twintig mei negentienhonderd negenenzestig verleden voor een waarnemer van J.H. Pompe van Meerdervoort, destijds notaris te Andel, welke akte werd ingeschreven op het voormalige kantoor van de Dienst voor het Kadaster en de Openbare Registers te Dordrecht op tweeëntwintig mei negentienhonderd negenenzestig in register hypotheken 4 deel 1401 nummer [II] staat vermeld, woordelijk luidende:
“6. Ten laste van het bij deze verkochte en ten behoeve van het overige gedeelte van het gemelde kadastrale perceel [woonplaats] zonder sectie nummer [II]03, wordt bij deze gevestigd de erfdienstbaarheid van weg om via het pad gelegen tussen de percelen [adres] [II] en [III] achter de percelen [IV] en [II] van de [adres], te komen van en gaan naar de [adres], welke erfdienstbaarheid zal kunnen worden uitgeoefend op de – tot thans uitgeoefende – wijze en van rechtswege zal vervallen indien het heersende erf rechtstreeks achteruitgang zal verkrijgen op een aan te leggen openbare weg.”
- De huidige percelen [woonplaats] 772 en 1281 (plaatselijk bekend: [adres] [I] te [woonplaats]) zijn ontstaan uit het in laatstgemelde akte bedoelde perceelsgedeelte [woonplaats] zonder sectie nummer 1503 en wel uit dat perceelsgedeelte ten behoeve van welk perceel bovengemelde erfdienstbaarheid destijds werd gevestigd.
- In de akte van levering van drie mei negentienhonderd drieënnegentig, waarin de eigendom van de percelen [woonplaats] 772 en 1281 door de heer [eiser] voornoemd werd verkregen, is echter geen melding gemaakt van deze erfdienstbaarheid welke ten behoeve van het door hem verkregen perceel was gevestigd;
- Er zijn mij, notaris, voorts geen feiten bekend waardoor voormelde erfdienstbaarheid zou zijn geëindigd, zodat deze nog steeds bestaat en ten behoeve van de percelen [woonplaats] 772 en 1281 is gevestigd als heersend erf.”