ECLI:NL:RBARN:2009:BK0566

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
19 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/800217-09
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een militair wegens bedreiging van ex-partner met dood

In deze zaak heeft de militaire kamer van de Rechtbank Arnhem op 19 oktober 2009 uitspraak gedaan in de zaak tegen een 52-jarige militair van de Koninklijke Luchtmacht, die werd beschuldigd van het bedreigen van zijn ex-partner. De verdachte heeft in de periode van 1 februari 2009 tot en met 2 maart 2009 een groot aantal bedreigende e-mails en sms-berichten naar zijn ex-partner gestuurd. De bedreigingen waren van zodanige aard dat zij bij het slachtoffer redelijke vrees voor haar leven hebben opgewekt. De officier van justitie eiste een werkstraf van 140 uur, maar de militaire kamer oordeelde dat, gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een gediagnosticeerde posttraumatische stressstoornis, een werkstraf van 80 uur meer passend was. De militaire kamer legde ook een voorwaardelijk deel van de straf op, dat onder andere verplicht reclasseringscontact inhield. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar en veroordeelde hem tot het verrichten van een werkstraf van 80 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien hij deze niet naar behoren zou verrichten. De rechtbank heeft ook het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. De beslissing is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en de militaire kamer heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Militaire kamer
Parketnummer : 05/800217-09
Datum zitting : 5 oktober 2009
Datum uitspraak : 19 oktober 2009
Tegenspraak
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen:
naam : [verdachte]
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
rang / rnr. : [rang] / [nummer]
geplaatst bij : [standplaats]
Raadsman : mr. H. van Asselt, advocaat te Roosendaal.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2009
tot en met 2 maart 2009, te Roosendaal, in ieder geval in Nederland, S.E.M.M.
[slachtoffer], (telkens) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
althans met zware mishandeling, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk een
(zeer) groot aantal e-mails en/of SMS-berichten aan voornoemde [slachtoffer] heeft
verzonden dreigend en/of (daarbij) voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden en/of
tekst(en) heeft toegevoegd: "je haalt de 56 niet, we zullen samen sterven"
en/of "iemand die niks te verlieze heeft en die ptss heeft en verdriet heeft
en die ook nog eens getart wordt kan rare dingen doen" en/of "mooi, heb je
allemaal geld voor, maar weer lul je over mij. en dat is nu afgelopen. [naam]
is op de hoogte en die ga ik nu mailen dat ik niet insta voor de veiligheid en
geborgenheid van de kinderen omdat ik lanngs kan komen door jou opstelling"
en/of "nog even dit. als je het in je hoofd haalt om met wie dan ook van mijn
werk contact op te nemen dan is dat onze dood" en/of "je krijgt van mij de
kans om voor 20.00 te reageren daarna pak je weekend tas maar en vertrek maar
met alles wat je lief is naar de zuidpool" en/of "ik sta nergens meer voor in
nu. Zelfs een wegloophuis zal niet veilig zijn. En zolang ik niks doe zal
niemand iets kunnen doen. Er zal eerst iets moeten gebeuren. Zo werkt dat in
Nederland" en/of "Als je dat doet gaat je huis vanacht in vlammen op" en/of
"dus je moet niet zeiken. Raakte je helaas kwijt met rijden. Maar de volgende
keer pik ik je daar op. Je zult geen rust meer vinden, zelfs niet als ik werk
of weg ben" en/of "Jij verklaart de oorlog. je had normaal kunnen praten. Elke
zet die je nu doet zijn 10 terug. Kijk uit, ik ben nu in alle staten. Je
veroorzaakt dit zelf en niet ik [slachtoffer]. Tussen dreigen en uitvoeren zit een
grote afstand maar die is weg. Als je niks meer hebt kun je ook niks meer
verliezen", althans woorden/teksten van gelijke dreigende aard of strekking.
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 5 oktober 2009 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. H. van Asselt, advocaat te Roosendaal.
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 140 uur, te vervangen door 70 dagen hechtenis, waarvan 70 uur, te vervangen door 35 dagen hechtenis, voorwaardelijk met als bijzondere voorwaarde op te leggen verplicht reclasseringscontact zoals geformuleerd in de rapportage opgemaakt door de reclassering.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die
fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De officier van justitie en de verdediging hebben geconcludeerd tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde.
De militaire kamer is van oordeel dat verdachte de tenlastegelegde zinnen en bewoordingen per sms en e-mail heeft verstuurd aan zijn (toenmalige) partner S.E.M.M. [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer]). Hoewel bepaalde uitlatingen genoemd in de tenlastelegging wellicht niet direct als bedreigend hoeven te worden ervaren, is de militaire kamer van oordeel dat die uitlatingen in onderlinge samenhang en verband bezien met de inhoud van die e-mails en sms’jes, waarvan buiten discussie staat dat als gevolg daarvan bij de bedreigde redelijke vrees kon ontstaan, onder die omstandigheden ook bedreigend van aard zijn. Dat de uitlatingen bij [slachtoffer] ook daadwerkelijk vrees hebben opgewekt blijkt uit haar verklaringen. Dat verdachte achteraf bij de Koninklijke Marechaussee en ter terechtzitting heeft verklaard dat hij niet van plan is geweest zijn bedreigingen uit te voeren, omdat hij [slachtoffer] uitsluitend bedreigde met het oogmerk dat zij contact met hem zou opnemen, doet niet aan af aan de dreigende aard van de gebezigde uitlatingen.
De militaire kamer acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij op tijdstippen in de periode van 1 februari 2009 tot en met 2 maart 2009, in Nederland, S.E.M.M. [slachtoffer], (telkens) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,
hierin bestaande dat verdachte opzettelijk een groot aantal e-mails en SMS-berichten aan voornoemde [slachtoffer] heeft verzonden en (daarbij) voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden en
teksten heeft toegevoegd: "je haalt de 56 niet, we zullen samen sterven"
en "iemand die niks te verlieze heeft en die ptss heeft en verdriet heeft
en die ook nog eens getart wordt kan rare dingen doen" en "mooi, heb je
allemaal geld voor, maar weer lul je over mij. en dat is nu afgelopen. [naam]
is op de hoogte en die ga ik nu mailen dat ik niet insta voor de veiligheid en
geborgenheid van de kinderen omdat ik lanngs kan komen door jou opstelling"
en "nog even dit. als je het in je hoofd haalt om met wie dan ook van mijn
werk contact op te nemen dan is dat onze dood" en "je krijgt van mij de
kans om voor 20.00 te reageren daarna pak je weekend tas maar en vertrek maar
met alles wat je lief is naar de zuidpool" en "ik sta nergens meer voor in
nu. Zelfs een wegloophuis zal niet veilig zijn. En zolang ik niks doe zal
niemand iets kunnen doen. Er zal eerst iets moeten gebeuren. Zo werkt dat in
Nederland" en "Als je dat doet gaat je huis vanacht in vlammen op" en
"dus je moet niet zeiken. Raakte je helaas kwijt met rijden. Maar de volgende
keer pik ik je daar op. Je zult geen rust meer vinden, zelfs niet als ik werk
of weg ben" en "Jij verklaart de oorlog. je had normaal kunnen praten. Elke
zet die je nu doet zijn 10 terug. Kijk uit, ik ben nu in alle staten. Je
veroorzaakt dit zelf en niet ik [slachtoffer]. Tussen dreigen en uitvoeren zit een
grote afstand maar die is weg. Als je niks meer hebt kun je ook niks meer
verliezen" .
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.
4a. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van het feit:
‘bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd’
4b. De strafbaarheid van de feiten
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de militaire kamer rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
• de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 09 september 2009;
• een briefrapportage van het NFI opgemaakt door B. Gotink (psychiater) gedateerd 07 april 2009; en
• een voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland betreffende verdachte, gedateerd 17 april 2009.
De militaire kamer overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft een aantal bedreigende e-mails en sms’jes aan zijn (toenmalige) partner verstuurd. Hij heeft verklaard dat hij dit uit boosheid heeft gedaan. Boosheid kan echter geen excuus vormen om een ander te bedreigen met een misdrijf tegen het leven gericht zoals verdachte dat heeft gedaan. Bedreigingen met de dood veroorzaken gevoelens van angst en onzekerheid, zo ook in het onderhavige geval. Het slachtoffer heeft bovendien als gevolg van de bedreigingen moeten stoppen met haar werk als gastouder. De militaire kamer is van oordeel dat er om die redenen sprake is van ernstige feiten.
De militaire kamer weegt in haar oordeel mee dat verdachte is gediagnosticeerd met een Post Traumatisch Stress Syndroom en dat hij inmiddels in een vergevorderd stadium van behandeling is. Verdachte heeft voorts geen documentatie op het gebied van soortgelijke delicten als het onderhavige.
De militaire kamer is van oordeel dat een werkstraf een passende strafrechtelijke reactie is. Zij is evenwel van oordeel dat de duur van de door de officier van justitie gevorderde werkstraf gelet op de vorige overweging te lang is en zij zal daar dan ook in het voordeel van verdachte van afwijken.
De militaire kamer is tevens van oordeel dat aan het voorwaardelijke deel van de werkstraf de bijzondere voorwaarde van verplicht reclasseringscontact moet worden gekoppeld. Gezien de bovengenoemde persoonlijke omstandigheden is de militaire kamer van oordeel dat die bijzondere voorwaarden eraan kunnen bijdragen dat verdachte in de toekomst niet weer de fout in zal gaan.
Voorts zal zij het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opheffen.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 27, 57 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De militaire kamer, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat de aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feiten zoals vermeld onder
punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
Het verrichten van een werkstraf gedurende 80 (tachtig) uren.
Bepaalt dat deze werkstraf binnen één (1) jaar na het onherroepelijk worden van dit vonnis moet worden voltooid.
De termijn binnen welke de werkstraf moet worden verricht, wordt verlengd met de tijd dat de veroordeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen alsmede met de tijd dat hij ongeoorloofd afwezig is.
Beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast.
Stelt deze vervangende hechtenis vast op veertig (veertig) dagen.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht geheel in mindering wordt gebracht, te weten 6 (zes) uren, zijnde 3 (drie) dagen hechtenis.
Bepaalt dat van deze werkstraf 40 (veertig) uren, subsidiair 20 (twintig) dagen, niet tenuitvoer zullen worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit dan wel de navolgende bijzondere voorwaarde niet is nagekomen:
Veroordeelde dient zich gedurende de proeftijd te gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die hem door of namens de (stichting) Reclassering Nederland zullen worden gegeven, ook indien dit zal inhouden het volgen van een ambulante behandeling bij een andere vergelijkbare instelling, voor zover en voor zolang dat door genoemde instelling nodig wordt geacht.
Geeft opdracht aan de (stichting) Reclassering Nederland om aan veroordeelde bij de naleving van voornoemde voorwaarde hulp en steun te verlenen.
Heft op het reeds geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Aldus gewezen door:
mr. B.F.M. Klappe (voorzitter), mr. A.G Broek-de Stigter en kapitein ter zee van administratie
mr. H.T. Wagenaar (militair lid) in tegenwoordigheid van S.P. Visser (griffier)
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 oktober 2009.