ECLI:NL:RBARN:2009:BJ6335
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling van een korporaal voor het niet opvolgen van veiligheidsvoorschriften tijdens wapencontrole in Afghanistan
In deze zaak heeft de militaire kamer van de Rechtbank Arnhem op 31 augustus 2009 uitspraak gedaan in de zaak tegen een korporaal die zich schuldig heeft gemaakt aan het niet opvolgen van een dienstvoorschrift tijdens een wapencontrole in Tarin Kowt, Afghanistan. De verdachte heeft tijdens het controleren van zijn wapen de veiligheidsvoorschriften niet in acht genomen, wat resulteerde in het afvuren van een kogel die de voet van een andere militair, B.F.N., raakte. De militaire kamer oordeelde dat door het nalatig handelen van de verdachte levensgevaar is ontstaan voor de in zijn nabijheid zijnde militairen en militaire goederen.
De zaak werd op 17 augustus 2009 ter terechtzitting behandeld, waarbij de officier van justitie een werkstraf van 150 uren eiste, subsidiair 75 dagen militaire detentie. De verdachte voerde ter verdediging aan dat hij zich niet bewust was van het feit dat hij het wapen in een onveilige richting hield. De militaire kamer achtte het subsidiair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen, maar sprak de verdachte vrij van het primair tenlastegelegde feit.
De militaire kamer overwoog dat de verdachte, gezien zijn ervaring als militair, nalatig was geweest. De kamer hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn berouw en de impact van het incident op zijn loopbaan. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 120 uren, te vervangen door 60 dagen hechtenis indien hij de werkstraf niet naar behoren verricht. De uitspraak is gebaseerd op de artikelen 22c, 22d en 91 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 137 van het Wetboek van Militair Strafrecht.