ECLI:NL:RBARN:2009:BJ4761
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft verzoeker op 12 mei 2009 een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechter in de bestuursrechtelijke procedures met de nummers 08/4205, 08/4206 en 08/4207. Verzoeker was van mening dat de rechter niet onpartijdig was, omdat deze geen ontvangstbevestiging had gestuurd na een brief van verzoeker, gedateerd 30 april 2009, waarin hij om uitstel van de zitting vroeg. De rechter heeft in een schrijven van 18 mei 2009 aangegeven niet in de wraking te berusten en haar zienswijze uiteengezet. Op 11 juni 2009 is het wrakingsverzoek behandeld, waarbij verzoeker niet aanwezig was. De rechter heeft aangegeven niet gehoord te willen worden tijdens de mondelinge behandeling.
De wrakingskamer heeft het wettelijk kader uiteengezet, waarbij artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de relevante artikelen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR) zijn genoemd. De wrakingskamer benadrukt dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken.
Verzoeker heeft aangevoerd dat de rechter enige vooringenomenheid heeft, omdat zijn verzoek om uitstel is afgewezen. De wrakingskamer heeft echter vastgesteld dat de afwijzing van het uitstel een rechterlijke beslissing is, waar inhoudelijke bezwaren tegen zonder nadere toelichting geen grond voor wraking kunnen opleveren. De wrakingskamer heeft geconcludeerd dat het wrakingsverzoek ongegrond is en heeft dit afgewezen. De beschikking is gegeven op 19 juni 2009 door de rechters P.J. Wiegman, E.A.A.M. Pfeil en D.S.M. Bak, in aanwezigheid van griffier J.M.M.B. van Eeten.