ECLI:NL:RBARN:2009:BJ2692
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- R.M.H. Pennings
- L.A. van Son
- J. Barrau
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot uithuisplaatsing van minderjarige H. door rechtbank Arnhem
Op 15 juli 2009 heeft de meervoudige kamer van de sector Familie en Jeugd van de rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in de zaak van de minderjarige H., geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats]. De rechtbank heeft de vordering tot uithuisplaatsing van de minderjarige, ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming te Arnhem, afgewezen. De ouders, mevrouw [naam moeder] en de heer [naam vader], exerceren het ouderlijk gezag en hebben in het verleden te maken gehad met ondertoezichtstelling en een machtiging tot uithuisplaatsing. De rechtbank heeft in haar overwegingen gekeken naar de ontwikkeling van de ouders en hun vermogen om de minderjarige op te voeden met de nodige hulpverlening. De gezinsvoogdes heeft aangegeven dat de ouders leerbaar zijn en dat zij in staat zijn om de minderjarige met ondersteuning op te voeden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ouders de verzorgingstaken zelfstandig kunnen uitvoeren en dat de hulpverlening van ’s Heeren Loo voldoende is om de ouders te ondersteunen in hun opvoedingsverantwoordelijkheid. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de uithuisplaatsing van de minderjarige niet langer noodzakelijk is voor zijn verzorging en opvoeding. De ouders zijn bereid om hulp te accepteren en er is voldoende ondersteuning beschikbaar. De rechtbank heeft het verzoek van de Raad tot verlening van een machtiging tot uithuisplaatsing afgewezen, met de overweging dat de veiligheid en ontwikkeling van de minderjarige gewaarborgd zijn met de huidige hulpverlening.