ECLI:NL:RBARN:2009:BI9073
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- N.W. Huijgen
- Rechtspraak.nl
Vordering ingesteld tijdens schuldsaneringsregeling in strijd met Faillissementswet
In deze zaak heeft de rechtbank Arnhem op 27 mei 2009 uitspraak gedaan in een civiele procedure waarbij de eiseres, die zich in een schuldsaneringsregeling bevond, een vordering had ingesteld. De rechtbank oordeelde dat deze vordering in strijd was met artikel 313 juncto 25 lid 1 van de Faillissementswet (Fw). De eiseres was op 27 maart 2006 toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling, waarbij een bewindvoerder was aangesteld. De eiseres verklaarde dat zij, bij toewijzing van de vordering, de opbrengst aan de bewindvoerder zou afdragen om haar schulden te betalen. Echter, de rechtbank stelde vast dat de vordering was ingesteld tijdens de schuldsaneringsregeling, wat niet toegestaan is zonder toestemming van de bewindvoerder.
De gedaagde sub 2 verzet zich tegen de procedure op naam van de eiseres, omdat in de dagvaarding niet was vermeld dat de eiseres in de schuldsaneringsregeling zat. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van de eiseres onmiskenbaar rechtsvorderingen zijn die de boedel betreffen. De rechtbank merkte op dat er jurisprudentie bestaat die stelt dat een failliet of saniet zelf een aan de boedel toekomende vordering kan instellen, mits dit buiten bezwaar van de boedel gebeurt. Dit was echter niet het geval in deze procedure.
De rechtbank besloot de zaak naar de rol te verwijzen om de bewindvoerder op te roepen, zodat deze de procedure al dan niet kan overnemen. Indien de bewindvoerder de procedure niet overneemt, kan de gedaagde sub 2 ontslag van instantie vragen. De rechtbank hield iedere verdere beslissing aan en bepaalde dat de zaak weer op de rol zou komen op 24 juni 2009 voor oproeping van de bewindvoerder.