ECLI:NL:RBARN:2009:BI8319

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
10 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
66103
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incidentele vordering tot afgifte van stukken op basis van artikel 843a Rv

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 10 juni 2009 uitspraak gedaan in een incident betreffende een vordering tot afgifte van stukken op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De eiseres in het incident, ARES WORLDWIDE B.V., vorderde dat TALKLINE NEDERLAND B.V. werd veroordeeld tot afgifte van bepaalde bescheiden die essentieel waren voor de beoordeling van de hoofdzaak. ARES stelde dat zij geen toegang meer had tot deze stukken, die betrekking hadden op herberekeningen en facturen, en dat deze stukken cruciaal waren voor haar bewijsvoering in de procedure. TALKLINE voerde verweer en stelde dat ARES reeds eerder over deze stukken had beschikt en dat er geen rechtmatig belang meer was voor de vordering.

De rechtbank overwoog dat het Nederlandse recht geen algemene exhibitieplicht kent, maar dat artikel 843a Rv de mogelijkheid biedt om afschrift of uittreksel van bepaalde bescheiden te vorderen. De rechtbank concludeerde dat ARES wel degelijk een rechtmatig belang had bij de gevraagde stukken, aangezien zij deze niet meer in haar bezit had en deze van belang waren voor de rechtsbetrekking tussen partijen. De rechtbank wees de vordering van ARES toe, maar wees de gevorderde dwangsom af, omdat TALKLINE niet had gesteld dat zij niet in staat was om de stukken opnieuw te verstrekken.

De rechtbank bepaalde dat TALKLINE binnen vijf dagen na betekening van het vonnis kopieën van de herberekeningen aan de advocaat van ARES diende te verstrekken. De beslissing over de kosten van het incident werd aangehouden tot de uitspraak in de hoofdzaak. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. D.T. Boks.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 66103 / HA ZA 00-1596
Vonnis in incident van 10 juni 2009
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TALKLINE NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Utrecht,
eiseres in conventie in de hoofdzaak,
verweerster in reconventie in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. R.J. Bakker te Almere,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ARES WORLDWIDE B.V.,
gevestigd te Scherpenzeel,
gedaagde in conventie in de hoofdzaak,
eiseres in reconventie in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. H. Loonstein te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Talkline en Ares genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 23 januari 2008
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 28 mei 2008
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 17 juni 2008
- het proces-verbaal van getuigenverhoor van 5 februari 2009
- de incidentele conclusie ex artikel 843a Rv
- de incidentele conclusie van antwoord.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. De beoordeling in het incident
2.1. Ares vordert dat Talkline wordt veroordeeld tot afgifte aan de advocaat van Ares van de in de incidentele conclusie genoemde bescheiden, zijnde de aangeduide herberekening en/of de aangepaste facturen en/of het omrekenmodel dan wel kopieën daarvan, althans aan de advocaat van Ares inzage te verschaffen in die bescheiden, althans en in ieder geval, dat de rechtbank de wijze van inzage of afschrift zal bepalen, dit alles binnen 5 dagen na betekening van dit vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van EUR 500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan, dat Talkline in strijd handelt met dit vonnis, kosten rechtens.
2.2. Ares heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd de stelling dat de herberekening en/of aangepaste facturen en/of het ontwikkelde omrekenmodel waarover getuige [X] heeft verklaard een belangrijke rol zullen spelen bij de beoordeling van de zaak. Het betreft bescheiden in de zin van artikel 843a Rv waar Ares een rechtmatig belang bij heeft. Zij stelt geen andere mogelijkheid te hebben om die bescheiden te verkrijgen of in te zien. De bedoelde bescheiden betreffen bovendien de rechtsbetrekking tussen partijen. Al deze bescheiden heeft Talkline volgens Ares tot haar beschikking of onder haar berusting. Talkline is dan ook in staat aan de veroordeling te voldoen, aldus Ares.
2.3. Talkline voert verweer. Talkline heeft aangevoerd dat Ares reeds in april 2000 beschikte over de bescheiden waarvan zij thans afgifte vordert aangezien het overzicht van de totalen zoals die voortvloeien uit de herberekening destijds reeds aan de advocaat van Ares, mr. Loonstein, zijn gezonden, evenals de daaraan ten grondslag liggende detailinformatie. Naar aanleiding van een advocaatwisseling bij Ares zijn vervolgens, in het kader van besprekingen, opnieuw kopieën van de door Talkline opgestelde herberekeningen over de periode 1 augustus 1999 tot 1 maart 2000 respectievelijk de periode 1 augustus 1990 tot 1 april 2000 verzonden. Ares heeft derhalve geen belang bij haar vordering, aldus Talkline, aangezien zij reeds in april en mei 2000 aan het verzoek van Ares heeft voldaan. Voor een veroordeling tot het in feite opnieuw toesturen van deze stukken bestaat geen enkele rechtsgrond.
2.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
3. De beoordeling in het incident
3.1. Het Nederlandse recht kent geen algemene exhibitieplicht. Artikel 843a Rv voorziet er echter in dat hij die daarbij belang heeft een afschrift of uittreksel kan vorderen van bepaalde bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarbij hij partij is.
3.2. De rechtbank stelt voorop dat aan de toewijsbaarheid van een vordering op grond van artikel 843a Rv drie cumulatieve voorwaarden zijn verbonden: (1) de eiser dient een rechtmatig belang te hebben, en het moet gaan om (2) bepaalde bescheiden (3) aangaande een rechtsbetrekking waarin eiser of zijn rechtsvoorgangers partij zijn.
3.3. Hoewel Talkline alleen stelt dat Ares geen belang heeft bij de gevraagde stukken, heeft zij kennelijk bedoeld te stellen dat Ares geen rechtmatig belang heeft bij deze stukken nu deze reeds eerder aan haar zouden zijn toegestuurd. Hierin kan Talkline echter niet worden gevolgd. Er dient te worden geconcludeerd dat Ares wel degelijk een rechtmatig belang heeft aangezien uit de eis in het incident blijkt dat Ares de stukken waarover zij de beschikking wil hebben niet (meer) in haar bezit heeft terwijl zij die stukken wel als bewijsmiddel in de procedure wil overleggen.
Ten overvloede wordt opgemerkt dat de wet, in artikel 843b Rv, een bijzondere bepaling kent voor partijen die een bewijsmiddel hebben verloren waarbij het er niet toe doet of dit nu het gevolg is van toeval of van eigen schuld. Dat brengt mee dat, zelfs indien wordt uitgegaan van de juistheid van de stelling van Talkline dat de desbetreffende stukken reeds aan Ares zijn afgegeven, Ares ook dan nog een mogelijkheid zou hebben om opnieuw inzage of afgifte van de bewijsstukken te verlangen.
3.4. Nu Talkline niet heeft gesteld en ook overigens niet is gebleken dat niet aan de andere vereisten van artikel 843a Rv is voldaan, ligt de vordering van Ares in beginsel voor toewijzing gereed.
3.5. Uit het antwoord in het incident volgt dat Talkline beschikt over de herberekeningen over de periode 1 augustus 1999 tot 1 maart 2000 respectievelijk de periode 1 augustus 1990 tot 1 april 2000 af te geven. Nu zij niet heeft gesteld dat zij geen mogelijkheid heeft om deze herberekeningen in kopie (opnieuw) af te geven aan de advocaat van Ares, zal de vordering dienovereenkomstig worden toegewezen. De rechtbank gaat er vanuit dat dit volstaat. De gevorderde dwangsom wordt echter bij gebrek aan belang afgewezen. Daarvoor is te meer reden nu Talkline het risico loopt dat de rechtbank, indien zij geen kopieën aan de advocaat van Ares ter beschikking stelt, daaruit in de hoofdzaak de gevolgtrekking kan maken die zij geraden acht.
3.6. De beslissing omtrent de kosten van het incident wordt aangehouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.
4. De beslissing
De rechtbank
in het incident
4.1. beveelt Talkline om aan de advocaat van Ares, mr. Loonstein, binnen 5 dagen na betekening van dit vonnis, kopieën te verstrekken van de herberekeningen over de periode 1 augustus 1999 tot 1 maart 2000 respectievelijk de periode 1 augustus 1990 tot 1 april 2000,
4.2. houdt de beslissing over de kosten aan,
in de hoofdzaak
4.3. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 15 juli 2009 voor het nemen van een conclusie na enquête in de hoofdzaak.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.T. Boks en in het openbaar uitgesproken op 10 juni 2009.