ECLI:NL:RBARN:2009:BI4321

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
28 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/705
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek tegen rechter in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft verzoeker op 18 maart 2009 een wrakingsverzoek ingediend tegen een rechter in een bestuursrechtelijke procedure met nummer 09/705 WOZ. De verzoeker was het niet eens met de beslissing van de rechter om geen versnelde behandeling toe te passen op zijn beroep, wat volgens hem zijn belangen ernstig schaadde. De rechter heeft op 9 april 2009 aangegeven niet in de wraking te berusten en zijn zienswijze uiteengezet. Tijdens de zitting op 20 april 2009 was verzoeker aanwezig, maar de rechter wenste niet te worden gehoord.

De wrakingskamer heeft de procedure gevolgd en beoordeeld of er feiten of omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar konden brengen. Volgens artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet een rechter vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. Verzoeker heeft geen overtuigende feiten aangedragen die zouden wijzen op vooringenomenheid van de rechter.

Daarnaast heeft verzoeker verzocht om een andere samenstelling van de wrakingskamer, maar dit verzoek werd afgewezen. De wrakingskamer oordeelde dat er geen reden was voor de leden om zich terug te trekken en dat het horen van de rechter en de wederpartij in de hoofdzaak niet zou bijdragen aan de beoordeling van het wrakingsverzoek.

Uiteindelijk heeft de rechtbank het wrakingsverzoek afgewezen, met de overweging dat het niet eens zijn met een rechterlijke beslissing op zich geen grond voor wraking kan zijn. De beschikking is op 28 april 2009 uitgesproken door de rechters in het openbaar, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ARNHEM
Wrakingskamer
registratienummer: 09/705 WOZ
Beschikking van 28 april 2009
inzake
de heer [verzoeker],
wonende te [woonplaats], verzoeker tot wraking,
en
[rechter],
in zijn hoedanigheid van bestuursrechter in de zaak met nummer 09/705 WOZ
1. De procedure
Bij schrijven van 18 maart 2009 heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen [rechter].
Bij schrijven van 9 april 2009 heeft [rechter] aangegeven niet in de wraking te berusten en heeft hij zijn zienswijze ten aanzien van het wrakingsverzoek uiteengezet.
Op 20 april 2009 is het wrakingsverzoek tegen [rechter] ter zitting van deze wrakingskamer behandeld. Verzoeker is in persoon verschenen. [rechter] voornoemd heeft in genoemd schrijven van 9 april 2009 te kennen gegeven dat hij er geen prijs op stelt te worden gehoord of aanwezig te zijn bij de mondelinge behandeling.
2. Wettelijk kader
2.1 Gelet op artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) dient in een wrakingsprocedure te worden beslist of sprake is van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
2.2 Bij de beoordeling van een beroep op het ontbreken van onpartijdigheid bij de rechter in de zin van artikel 6 lid 1 EVRM (en artikel 14 lid 1 IVBPR) dient voorop te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die een zwaarwegende aanwijzing vormen dat een rechter jegens een procespartij vooringenomen is, althans dat de bij die partij bestaande vrees daarvoor objectief gerechtvaardigd is.
3. Verzoek wijziging samenstelling wrakingskamer en verzoek om te horen
3.1 Verzoeker heeft in diverse faxen en ter zitting verzocht om, ter behandeling van het onderhavige wrakingsverzoek, een wrakingskamer samen te stellen van rechters die niet werkzaam zijn bij deze rechtbank.
3.2 Voornoemd verzoek wordt afgewezen, nu geen grond aanwezig wordt geacht voor de leden van de wrakingskamer om zich terug te trekken en de zaak door andere rechters te laten behandelen. Er bestaat geen regel die rechters verbiedt meerdere zaken te behandelen waarbij dezelfde partij betrokken is. Verzoeker heeft geen feiten of omstandigheden aangedragen die maken dat in dit geval mogelijk sprake zou kunnen zijn van vooringenomenheid of de schijn daarvan bij de leden van deze wrakingskamer, zodat niet van vorenstaand uitgangspunt zal worden afgeweken.
3.3 Voorts wordt het verzoek om [rechter] en de wederpartij in de hoofdzaak (09/705) te horen afgewezen. Het horen van beiden kan redelijkerwijs niet bijdragen aan de beoordeling van deze wrakingszaak.
4. Wrakingsverzoek [rechter]
4.1 Verzoeker stelt zich op het standpunt dat niet is uitgesloten dat [rechter] enige vooringenomenheid heeft. Als reden hiervoor is aangevoerd dat [rechter] het verzoek om het beroep van verzoeker in procedurenummer 09/705 WOZ versneld te behandelen, heeft afgewezen, waarmee de belangen van verzoeker ernstig worden geschaad.
4.2 [rechter] kan zich met verzoekers standpunt niet verenigen.
4.3 In artikel 8:52 Awb is aan de rechtbank een bevoegdheid toegekend om te bepalen dat een zaak versneld wordt behandeld als er sprake is van spoedeisendheid.
4.4 De beslissing van [rechter] om in dit geval geen versnelde behandeling toe te passen is een rechterlijke beslissing, waar verzoeker het inhoudelijk niet mee eens is. Het inhoudelijk niet eens zijn met een dergelijke beslissing kan geen grond opleveren voor wraking.
4.5 Het voorgaande leidt ertoe dat het wrakingsverzoek zal worden afgewezen.
5. De beslissing
De rechtbank
wijst het verzoek tot wraking af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.D.A. den Tonkelaar, E.A.A.M. Pfeil en C. van Linschoten en in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier mr. J.M.M.B. van Eeten uitgesproken op 28 april 2009.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.