ECLI:NL:RBARN:2009:BH8959
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Leefgeldregeling gemeente Wageningen voor vreemdelingen onder Generaal Pardon
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 18 maart 2009 uitspraak gedaan over de leefgeldregeling van de gemeente Wageningen, die is bedoeld voor vreemdelingen die vallen onder de Regeling afwikkeling oude Vreemdelingenwet, ook wel bekend als de 'Generaal Pardon'-regeling. Eiser, vertegenwoordigd door mr. H.M. de Roo, had op 3 januari 2008 een verzoek ingediend voor leefgeld en huisvesting, dat op 28 januari 2008 werd afgewezen. De gemeente stelde dat eiser niet kon aantonen dat hij vanaf 1 januari 2007 in Wageningen woonachtig was. Echter, op 19 februari 2008 werd het verzoek alsnog toegewezen, omdat de gemeente op basis van nieuwe informatie aannemelijk achtte dat eiser wel degelijk vanaf die datum in de gemeente verbleef.
De rechtbank overwoog dat de leefgeldregeling een publiekrechtelijke grondslag heeft en dat de besluiten van 28 januari en 19 februari 2008 als besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moeten worden aangemerkt. De rechtbank stelde vast dat het besluit van 19 februari 2008 een wijzigingsbesluit was van het eerdere besluit van 28 januari 2008, en dat verweerder bevoegd was om dit besluit in te trekken, ondanks het aanhangige bezwaar. De rechtbank oordeelde dat eiser geen belang meer had bij het bezwaar tegen het ingetrokken besluit, omdat verweerder met het nieuwe besluit volledig aan zijn verzoek had voldaan.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees erop dat er geen termen aanwezig waren om een van de partijen te veroordelen in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van gemeenten in het kader van de huisvesting van vreemdelingen en de juridische kaders waarbinnen dergelijke besluiten moeten worden genomen. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden binnen zes weken hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.