ECLI:NL:RBARN:2009:BH7066

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
13 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
174329
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van ouderlijk gezag en hoofdverblijfplaats van minderjarigen na tijdelijk verblijf in het buitenland

In deze zaak heeft de rechtbank Arnhem op 13 maart 2009 een tussenbeschikking gegeven in een procedure betreffende het ouderlijk gezag en de hoofdverblijfplaats van twee minderjarigen. De vader van de minderjarigen heeft verzocht om het eenhoofdig gezag van de moeder te wijzigen, zodat beide ouders gezamenlijk belast zouden worden met het ouderlijk gezag. Daarnaast verzocht hij om te bepalen dat de minderjarigen hun hoofdverblijfplaats bij hem zouden hebben. De moeder, die in juni 2008 met de kinderen naar Roemenië was vertrokken, heeft verweer gevoerd tegen deze verzoeken en vroeg om afwijzing van de verzoeken van de vader.

De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de moeder en de kinderen hun gewone verblijfplaats in Nederland niet hebben verloren door hun tijdelijke verblijf in Roemenië. De moeder heeft verklaard voornemens te zijn terug te keren naar Nederland en is inmiddels weer in Nederland gevestigd. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is dat de intentie bestond om de gewone verblijfplaats definitief in Roemenië te vestigen. Hierdoor heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht en is de rechtbank bevoegd om het verzoek van de vader te behandelen.

De rechtbank heeft partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten mondeling toe te lichten en heeft de beslissing aangehouden tot een latere zitting. Tevens is er een omgangsregeling overeengekomen tussen de ouders, maar de communicatie en omgangscontacten verlopen moeizaam. De rechtbank heeft daarom verzocht om een nieuwe mondelinge behandeling te plannen.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ARNHEM
Sector Familie en Jeugd
Zaakgegevens: [nummer]
Datum uitspraak:
tussenbeschikking gezag en hoofdverblijfplaats
in de zaak van
[naam] (nader te noemen: de vader),
wonende te [woonplaats],
advocaat mr. A.H.J. Raaijmakers te Culemborg
tegen
[naam] (nader te noemen: de moeder),
wonende te [woonplaats],
advocaat mr. M.J.S. Linssen te Waardenburg.
Het verloop van de procedure
Gezien de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift ingekomen ter griffie op 29 augustus 2008;
- de brieven van mr. A.H.J. Raaijmakers van 8 september 2008 en 11 september 2008;
- de brief van de moeder, gedateerd 26 november 2008;
- het verweerschrift ingekomen ter griffier op 3 december 2008;
- de brief van mr. A.H.J. Raaijmakers, gedateerd 13 januari 2009;
- de brief van mr. M.J.S. Linssen, ingekomen op 13 januari 2009.
Gehoord ter terechtzitting van 12 december 2008:
- de vader, bijgestaan door mr. A.H.J. Raaijmakers;
- de moeder, bijgestaan door mr. M.J.S. Linssen;
- mevrouw [naam], als zittingsvertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming (nader te noemen: de Raad).
De feiten
Uit de affectieve relatie tussen partijen zijn geboren de minderjarigen:
- [kind 1], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats];
- [kind 2], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats].
De vader heeft de minderjarigen erkend. De moeder is éénhoofdig belast met het ouderlijk gezag over de minderjarigen.
De moeder is in juni 2008 met de minderjarigen vertrokken naar Roemenië. De vader heeft sindsdien geen contact meer met de minderjarigen gehad.
Het verzoek
De vader verzoekt het eenhoofdig gezag van de moeder te wijzigen in die zin dat partijen gezamenlijk worden belast met het ouderlijk gezag over de minderjarigen. Voorts verzoekt de vader te bepalen dat de minderjarigen hun hoofdverblijfplaats bij de vader hebben.
Het verweer
De moeder verzoekt de verzoeken van de vader af te wijzen.
Het verloop van de procedure
De bevoegdheid
Naar aanleiding van het verhandelde ter zitting heeft de rechtbank partijen in de gelegenheid gesteld zich schriftelijk uit te laten omtrent de bevoegdheid van deze rechtbank.
De moeder heeft ter terechtzitting verklaard dat zij voornemens is terug te keren naar Nederland zodra zij woonruimte heeft gevonden en zich vervolgens definitief in Nederland te willen vestigen. Blijkens het schrijven van mr. M.J.S. Linssen heeft de moeder zich inmiddels weer in Nederland gevestigd. De rechtbank leidt hieruit af dat de moeder en de kinderen hun gewone woonplaatst in Nederland niet hebben verloren door het verblijf van enkele maanden in Roemenië. Voorts is gebleken dat zij gedurende hun verblijf in Roemenië ingeschreven zijn gebleven op een adres in [woonplaats Nederland]. Gelet op het voorgaande is onvoldoende gebleken dat de intentie bestond de gewone verblijfplaats definitief in Roemenië te hebben. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en deze rechtbank bevoegd is van het verzoek van de vader kennis te nemen.
Het gezag en de hoofdverblijfplaats
Mr. Linssen heeft de rechtbank bericht dat partijen in onderling overleg een omgangsregeling zijn overeengekomen van één zaterdag in de veertien dagen van 10.00 uur tot en met 18.00 uur gedurende de periode dat de vader niet over eigen woonruimte beschikt. Mr. A.H.J. Raaijmakers heeft de rechtbank bericht dat zowel de communicatie tussen partijen alsmede de omgangscontacten tussen de vader en de minderjarigen moeizaam verlopen en de rechtbank verzocht een nieuwe mondelinge behandeling te plannen.
De beoordeling
De rechtbank acht het gelet op het vorenstaande van belang de partijen in de gelegenheid te stellen hun standpunten met betrekking tot het verzoek mondeling toe te lichten. De rechtbank houdt hiertoe de beslissing aan tot de terechtzitting van [datum].
De beslissing
houdt de beslissing aan tot de zitting van [datum], zoals hiervoor is overwogen.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.E. Snijders, kinderrechter, in tegenwoordigheid van I.W.H.M. Verheijen als griffier en in het openbaar uitgesproken op