ECLI:NL:RBARN:2009:BH3923
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.A.E. Somsen
- J.H.M. Westenbroek
- J.M. Klep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van verdrinking echtgenote in bad
In deze zaak heeft de rechtbank Arnhem op 25 februari 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 61-jarige man uit Nijmegen, die werd verdacht van de verdrinking van zijn echtgenote in hun bad. De rechtbank heeft de man vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, waaronder opzettelijk in hulpeloze toestand brengen en dood door schuld. De rechtbank oordeelde dat niet bewezen kon worden dat de man opzettelijk zijn echtgenote in een hulpeloze toestand had gebracht door haar in bad te zetten en haar daarna alleen te laten. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de man zich bewust was van de aanmerkelijke kans dat zijn echtgenote in gevaar zou komen door zijn handelen. Hoewel de rechtbank erkende dat de man laakbaar had gehandeld door zich niet om het welzijn van zijn echtgenote te bekommeren, was dit niet voldoende om hem strafrechtelijk verantwoordelijk te houden voor haar dood. De rechtbank merkte op dat er een causaal verband was tussen het handelen van de man en het overlijden van zijn echtgenote, maar dat dit niet voldeed aan de eisen voor dood door schuld. De rechtbank sprak de man vrij van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde. De zaak heeft veel aandacht gekregen vanwege de omstandigheden rondom de dood van het slachtoffer en de rol van alcohol in de gebeurtenissen.