zaaknummer / rolnummer: 168489 / HA ZA 08-540
Vonnis van 4 februari 2009
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MUHREN VAN EMPEL B.V.,
gevestigd te Rosmalen,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. P.M. Wilmink,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VENTURE PARTNERS B.V.,
gevestigd te Ophemert,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. P.C.M. Heinen.
Partijen zullen hierna Muhren Van Empel en Venture Partners genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 4 juni 2008
- het proces-verbaal van comparitie van 25 augustus 2008
- de akte van Muhren Van Empel
- de akte van Venture Partners
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Muhren Van Empel houdt zich bezig met werving en selectie. Venture Partners houdt zich bezig met het verlenen van diensten op het gebied van organisatieadvies dan wel interimmanagement. Venture Partners is de vennootschap door middel waarvan de heer [betrokkene] (hierna: [betrokkene]) zijn arbeid ter beschikking stelt aan derden tegen een (uur)vergoeding.
2.2. Op 20 augustus 2007 hebben Muhren Van Empel en Transavia Airlines C.V (hierna: Transavia) een overeenkomst gesloten met betrekking tot het vervullen van een interim management functie bij Transavia. Tussen Muhren Van Empel en Venture Partners is op 28 augustus 2007 een overeenkomst tot stand gekomen. Deze overeenkomst luidt voor zover van belang onder meer als volgt:
“Artikel 1
Venture Partners zal, middels de persoon van haar directeur de heer [betrokkene], gedurende de looptijd van de overeenkomst, zorg dragen voor de vervulling van de werkzaamheden, geheel zoals aangegeven en omschreven in de overeenkomst tussen de [betrokkene] en Transavia.
(zie bijlage 1).
(…)
Artikel 3
(…)
2. Gedurende een periode van één jaar nadat deze overeenkomst is geëindigd, ongeacht door welke partij en om welke reden, is het de werknemers van Venture Partners die betrokken zijn bij de uit deze overeenkomst voortvloeiende activiteiten, verboden ten behoeve van opdrachtgevers, cliënten of relaties van Muhren van Empel voor wie deze werknemers tijdens de duur van deze overeenkomst activiteiten hebben verricht of anderszins betrokken zijn geweest, op enigerlei wijze direct of indirect opdrachten te aanvaarden, dan wel op enigerlei wijze betrokken te zijn.
3. Bij overtreding van één van de bepalingen als weergegeven sub 1. tot en met 3. van dit artikel zal Venture Partners een onmiddellijk opeisbare, niet voor compensatie vatbare boete verbeuren van € 5.000,- per overtreding en van € 500,- voor iedere dag of gedeelte van een dag waarop deze overtreding voortduurt.
Artikel 4
(…)
4. Over de ingevolge deze bepaalde verschuldigde vergoedingen is BTW verschuldigd.
Artikel 5
1. Deze overeenkomst wordt aangegaan voor de periode ingaande op 20 augustus 2007 en eindigend op 31 december 2007, en kan onder gelijkblijvende voorwaarden via een wederzijdse e-mail verlengd worden.
2. De overeenkomst kan met een opzegtermijn van zes weken door partijen opgezegd worden.
(…)
Artikel 8
Deze overeenkomst kan door Muhren Van Empel, zonder tot schadevergoeding te zijn gehouden, met onmiddellijke ingang en zonder rechterlijke tussenkomst worden beëindigd, door de enkele mededeling hiervan per aangetekend verzonden brief aan Venture Partners indien:
- Venture Partners gedurende een aaneengesloten periode van 4 weken niet in staat is de overeengekomen diensten voor Muhren Van Empel te verrichten;
- Venture Partners failliet wordt verklaard respectievelijk surseance van betaling aanvraagt;
- Venture Partners van ernstige wanprestatie kan worden beticht;
- Defungeert als interim manager van Transavia;
- Transavia de overeenkomst met Muhren Van Empel ontbindt op grond van zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de interim manager, dat van Transavia redelijkerwijs niet gevergd kan worden dat zij de overeenkomst met Muhren Van Empel laat voortduren.”
2.3. Bij email van 28 december 2007 heeft Muhren Van Empel Venture Partners geïnformeerd over verlenging van voornoemde overeenkomst, inhoudende voor zover van belang:
“Hoewel de papiermolen binnen Transavia nog niet helemaal rondgedraaid is, kan ik bij deze bevestigen dat we het contract inderdaad drie maanden verlengen tegen gelijke condities, dat is dus tot 1 april. Mocht er uit de papiermolen nog een kinkje komen dan ben je de eerste die het hoort.”
2.4. Met ingang van 1 januari 2008 is [betrokkene] door Transavia ingezet in een andere functie namelijk als uitvoerend architect. Op 11 januari 2008 heeft er telefonisch contact plaatsgevonden tussen Muhren Van Empel en Venture Partners over eventuele tariefsverhoging voor Venture Partners.
2.5. Op 15 januari 2008 heeft Muhren Van Empel aan Venture Partners het volgende gemaild:
“[betrokkene], het tariefsverhaal krijgt een nieuwe dimensie. Ik had het contract met Venture Partners, onder voorbehoud van definitief akkoord van Transavia, verlengd. En tot vandaag was er nog geen formele reactie van Transavia.
Vanmiddag kreeg ik een telefoontje van [betrokkene 2], die me aangaf wat de achtergronden zijn voor de beslissing om je per 1 januari uit je managementfunctie te ontheffen. En hij gaf aan dat het tarief substantieel, tientallen procenten, omlaag zal moeten. Want van de ingehuurde collega die jouw plek heeft ingenomen, stond de accountmanager de volgende dag op de stoep “andere functie, dan ook een ander tarief”. [betrokkene 2]: “En dan ben ik nu aan de beurt om dat ook iemand te mogen vertellen”.
Als we hiermee niet akkoord gaan, houdt het contract per direct op. “Want ik heb nog geen handtekening gezet voor contractverlenging”. Hij speelt het hard. Overigens worden de uren van de eerste twee weken van januari dan wel gewoon betaald.
Voordat jij en ik de discussie in gaan over de verdeling van de pijn, is het handig om eerst jouw standpunt over een tariefsverlaging te weten. Want jij had eigenlijk op een tariefsverhoging gehoopt. Kun je daar mee akkoord gaan, of kies je er voor om per direct te stoppen?
Ik hoor graag van je.”
2.6. Venture Partners heeft daarop op 21 januari 2008 teruggemaild:
“[betrokkene 3], met verbazing neem ik kennis van je onderstaande mail. Anderhalve week geleden zijn wij tot een overeenkomst gekomen. Daarbij is geen sprake van een voorbehoud geweest. Ik hou Muhren van Empel dan ook aan de overeenkomst.”
2.7. Partijen hebben op 22 januari 2008 telefonisch contact gehad en hebben gesproken over tariefsverlaging. Muhren Van Empel heeft op 23 januari 2008 twee mails aan Venture Partners verstuurd. De eerste hield in:
“Ik ben overigens net zo verbaasd als jij over het standpunt van Transavia.com, en de timing. Ik had verwacht volledige duidelijkheid te hebben voor het einde van het aflopende contract, en vond dat ik die jou in ieder geval moest geven. En ik heb [betrokkene 2] vorige week aangegeven het jammer te vinden dat hij dit standpunt nu pas verwoordt. Antwoord: “soms gaan die dingen zo”
Nogmaals ik heb alle begrip voor je standpunt. [betrokkene 2] heb ik nog steeds niet kunnen spreken. Zijn standpunt begrijp ik eigenlijk ook wel, maar wij kunnen natuurlijk niet met verlies iemand inhuren, dus ook ik heb geen andere keus dan niet akkoord te gaan met het voorstel van [betrokkene 2].
Voor de volledigheid: [betrokkene 2] heeft wel aangegeven dat als we niet akkoord gaan, de uren tot dat moment (dus tot jouw verblijf in Afrika) voor het normale tarief betaald zullen worden. Ik hoop dat het ook voor de uren t/m vandaag geldt.
Intussen heb ik [betrokkene 2] nog steeds niet kunnen spreken, ondanks regelmatige pogingen.”
De laatste email hield in:
“[betrokkene], ik heb [betrokkene 2] gesproken, het contract is inderdaad per direct beëindigd. [betrokkene 2] geeft aan dat hij jou morgen nog zal spreken. Wat niet duidelijk is, is of hij verwacht dat dit op Schiphol gebeurt.”
2.8. Muhren Van Empel heeft op 8 februari 2008 aan Venture Partners gemaild:
“[betrokkene], bij deze zeg ik ons contract formeel op per 19-1 jongstleden. Dat wil zeggen dat het jou vrij staat per 19-1-2009 direct commercieel contact met Transavia.com of een van haar gelieerde bedrijven te hebben, maar voor die tijd uiteraard niet (artikel 3 van ons contract). De actie met terugwerkende kracht is een gunst aan jou, want als ik het per vandaag zou doen dan is het jaar ook weer drie weken later voorbij. En jij mag natuurlijk niet het slachtoffer worden van onduidelijkheden in afspraken.”
2.9. Venture Partners heeft op 8 februari 2008 aan Muhren van Empel teruggemaild:
“Ik heb kennis genomen van je standpunt inzake ons contract. Ik studeer daar nog op en kom er zo spoedig mogelijk op terug. Het kan zijn dat ik op grond van eigen onderzoek tot de noodzaak kom om juridisch advies in te winnen en dat het daardoor langer kan duren dan ik gehoopt had. Voorlopig trek ik nog geen enkele conclusie en kan daarom ook niet instemmen met jouw conclusies.”
2.10. Muhren Van Empel heeft kort daarna gemerkt dat [betrokkene] nog steeds bij Transavia werkzaam was. Bij emailberichten van 13 februari 2008 en 21 februari 2008 heeft Muhren Van Empel Venture Partners gesommeerd zijn werkzaamheden bij Transavia te staken en de contractuele boete te betalen. [betrokkene] is tot 21 maart 2008 werkzaam geweest bij Transavia.
2.11. Venture Partners heeft haar werkzaamheden over januari 2008 rechtstreeks bij Transavia gefactureerd. Ook met betrekking tot de werkzaamheden over februari en maart 2008 heeft zij rechtstreeks met Transavia een overeenkomst gesloten.
3. Het geschil
in conventie
3.1. Muhren Van Empel vordert samengevat - veroordeling van Venture Partners tot onmiddellijke staking van de inbreuk op art 3 lid 2 van de tussen partijen op 28 augustus 2007 gesloten overeenkomst, tot betaling van de contractuele boete ten bedrage van
€ 35.000,-, vermeerderd met € 500,- voor elke werkdag dat de overtreding na 25 maart 2008 voortduurt/heeft voortgeduurd en tot betaling van schadevergoeding ten bedrage van
€ 24.000,-, vermeerderd met € 400,- voor elke werkdag dat de overtreding na 25 maart 2008 voortduurt/heeft voortgeduurd, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding en proceskosten, de kosten van het beslag ad € 1.748,60 daaronder begrepen.
3.2. Muhren Van Empel stelt daartoe dat Venture Partners in strijd met artikel 3 lid 2 van de overeenkomst heeft gehandeld nu [betrokkene] ook na 31 december 2007 werkzaam is gebleven voor Transavia, maar zonder Muhren Van Empel als tussenschakel. Venture Partners is een nieuwe overeenkomst aangegaan met Transavia. Van de mogelijkheid tot verlenging van de overeenkomst tussen Muhren Van Empel en Venture Partners is geen gebruik gemaakt. In de email van 28 december 2007 is een voorbehoud gemaakt. Op 15 januari 2008 is Venture Partners erop gewezen dat Transavia de overeenkomst niet onder dezelfde condities wilde voortzetten. Bij email bericht van 23 januari 2008 is de overeenkomst met Venture Partners definitief beëindigd. [betrokkene] heeft de beëindiging nooit ter discussie gesteld en heeft geen factuur gestuurd over de gewerkte uren. Venture Partners heeft daarentegen al haar gewerkte uren in januari, februari en maart 2008 gefactureerd aan Transavia. Venture Partners is sinds 1 januari 2008 in een andere functie werkzaam geweest, namelijk als uitvoerend architect. Gezien deze defungering is artikel 8 van de overeenkomst van toepassing.
3.3. Venture Partners voert gemotiveerd verweer. Zij stelt dat met het emailbericht van 28 december 2007 de overeenkomst is verlengd met drie maanden, dus tot 1 april 2008.
Artikel 5 lid 2 van de overeenkomst bepaalt dat de overeenkomst met een opzegtermijn van zes weken door partijen opgezegd kan worden. Omdat de overeenkomst is opgezegd op 8 februari 2008 eindigde deze op 21 maart 2008. Na 21 maart 2008 zijn er geen werkzaamheden voor Transavia verricht. Er is dan ook geen sprake van overtreding van het relatiebeding. Muhren Van Empel is tekort geschoten door geen rekening te houden met de gerechtvaardigde belangen van Venture Partners zodat deze zich wel moest wenden tot Transavia. Het beroep van Muhren Van Empel op het bepaalde in artikel 8 van de overeenkomst faalt omdat Venture Partners geen aangetekende brief heeft ontvangen en Venture Partners niet is gedefungeerd als interim manager van Transavia Airlines C.V.
Ingevolge het bepaalde bij artikel 6:92 BW kan geen nakoming worden gevorderd zowel van het boetebeding als van de verbintenis waaraan het boetebeding verbonden is.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.4. Venture Partners vordert samengevat en na vermindering van eis- nakoming van de betalingsverplichting voortvloeiende uit de overeenkomst en veroordeling van Muhren Van Empel tot betaling van € 61.508,13 en € 5000,- een en ander vermeerderd met rente vanaf 1 april 2008 en kosten.
3.5. Venture Partners stelt hiertoe dat Muhren Van Empel de gewerkte uren in de maanden januari, februari en maart van 2008 bij Transavia moet uitbetalen. Verder stelt zij schade te hebben geleden doordat zij geen inkomsten heeft gehad over de periode van 22 maart 2008 tot 1 april 2008.
3.6. Muhren Van Empel voert verweer en stelt daartoe dat als de reconventionele vordering zou worden toegewezen er sprake zou zijn van ongerechtvaardigde verrijking, nu Venture Partners al betaling krijgt van de gewerkte uren van Transavia. Hij kan niet door én Transavia betaald worden én voor diezelfde uren ook nog eens Muhren Van Empel aanspreken. Bovendien liep het contract niet door tot 1 april 2008. Het contract liep tot 1 januari 2008. Voorts beroept Muhren Van Empel zich op schuldeiserverzuim en/of een recht van opschorting nu Venture Partners onaangekondigd zelf zaken is gaan doen met Transavia.
Er is sprake van een nulurencontract en dus hoeft er niet betaald te worden. Venture Partners heeft nooit urenstaten ingestuurd naar Muhren Van Empel maar wel naar Transavia. Er is sprake van defungering als bedoeld in artikel 8 van de overeenkomst, hetgeen grond is voor onmiddellijke beëindiging zonder opzegtermijn. Er was dus geen overeenkomst meer, zodat de reconventionele vordering een grondslag ontbeert.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
in conventie
de boete
4.1. Muhren van Empel heeft betaling gevorderd van de contractuele boete. Zij heeft gesteld dat de overeenkomst tussen haar en Venture Partners per 1 januari 2008 is geëindigd, dat Venture Partners buiten haar om een overeenkomst heeft gesloten met Transavia en dat Venture Partners daardoor ingevolge artikel 3 leden 2 en 3 van de overeenkomst een boete heeft verbeurd. Venture Partners heeft aangevoerd dat de overeenkomst tot 1 april 2008 was verlengd, dat deze is opgezegd op 8 februari 2008, zodat deze – gezien de opzegtermijn van zes weken - is geëindigd op 21 maart 2008. Volgens Venture Partners geldt het relatiebeding pas na het einde van de overeenkomst, zodat zij, nu [betrokkene] na 21 maart 2008 geen werkzaamheden meer heeft verricht voor Transavia, niet in strijd daarmee heeft gehandeld en dus geen boete heeft verbeurd.
4.2. Daarover wordt als volgt overwogen. Muhren van Empel wordt niet gevolgd in haar stelling dat de overeenkomst met Venture Partners per 31 december 2007 is geëindigd, omdat de partijen van de mogelijkheid tot verlenging geen gebruik hebben gemaakt. Artikel 5 lid 1 van de overeenkomst voorziet in verlenging, onder gelijkblijvende voorwaarden, via een wederzijdse email. In de email van 28 december 2007 heeft Muhren van Empel bevestigd dat zij het contract ‘inderdaad drie maanden verlengen tegen gelijke condities, dat is dus tot 1 april’. De heer Muhren heeft daarover ter comparitie verklaard dat hij vond dat hij [betrokkene] duidelijkheid moest geven en daarom dat mailtje heeft gestuurd. Ook uit de eerste mail van 23 januari 2008 van Muhren van Empel aan Venture Partners blijkt dat Muhren van Empel vond dat zij Venture Partners duidelijkheid moest geven. Zij kan dan niet aan Venture Partners tegenwerpen dat deze die mail ook daadwerkelijk als een verlenging heeft opgevat. Weliswaar heeft Muhren van Empel in het mailtje van 28 december 2007 opgenomen dat ‘de papiermolen binnen Transavia nog niet helemaal rondgedraaid is’ en dit mailtje afgesloten met de zin: “Mocht er uit de papiermolen nog een kinkje komen dan ben je de eerste die het hoort.’, maar daaruit behoefde [betrokkene] niet te begrijpen dat Muhren van Empel zich in afwijking van de overeenkomst het recht voorbehield per direct de detachering te beëindigen indien er tussen haar en Transavia ‘nog een kinkje’ zou komen. Muhren van Empel heeft zich in die mail juist niet uitgelaten over de gevolgen van een dergelijk ‘kinkje’. Het spreekt niet vanzelf dat het risico daarvan bij Venture Partners zou rusten. Venture Partners voert terecht aan dat er sprake is van twee aparte overeenkomsten, die tussen haar en Muhren van Empel en die tussen Muhren van Empel en Transavia. Uitgangspunt is dus dat de overeenkomst tot 1 april 2008 is verlengd.
4.3. Dat doet de vraag rijzen op welk moment de overeenkomst is geëindigd. Venture Partners voert immers terecht aan dat het relatiebeding van artikel 3 lid 2 geldt “gedurende de periode van één jaar nadat deze overeenkomst is geëindigd ongeacht door welke partij en om welke reden”.
4.4. Muhren van Empel heeft gesteld dat de overeenkomst op grond van artikel 8 met onmiddellijke ingang per 1 januari 2008 is beëindigd, omdat [betrokkene] per 1 januari 2008 is gedefungeerd als interim-manager. Artikel 8 bepaalt dat de overeenkomst door Muhren van Empel met onmiddellijke ingang en zonder rechterlijke tussenkomst kan worden beëindigd, door de enkele mededeling hiervan per aangetekend verzonden brief aan Venture Partners, indien Venture Partners defungeert als interim manager van Transavia. Van een dergelijke mededeling is echter geen sprake geweest. Integendeel, Muhren van Empel heeft bij email van 28 december 2007 aan Venture Partners bevestigd dat de overeenkomst tot 1 april 2008 zou worden verlengd. Zij heeft er dus zelf de hand in gehad dat [betrokkene] zijn werkzaamheden bij Transavia per 1 januari 2008 voortzette. Vervolgens is tussen Muhren van Empel en Transavia discussie ontstaan over de hoogte van het tarief. De insteek van Muhren van Empel daarin is geweest dat de detachering van [betrokkene] zou worden voortgezet, zij het dat zij met [betrokkene] de pijn van de tariefsverlaging wilde verdelen. Muhren van Empel was op dat moment bekend met het feit dat Transavia [betrokkene] per 1 januari 2008 inzette in een andere functie, te weten als waarnemend architect. Pas toen zij met Transavia niet tot een overeenkomst kon komen, heeft Muhren van Empel de overeenkomst, bij email van 8 februari 2008, opgezegd. Op geen enkel moment in die periode heeft zij zich op het standpunt gesteld dat de overeenkomst tussen haar en Venture Partners zou zijn beëindigd op grond van artikel 8, wegens defungeren van [betrokkene] als interimmanager. Een aangetekende brief met die strekking heeft zij evenmin verzonden. De reden van opzegging was ook niet het defungeren van [betrokkene] als interimmanager, maar het ontbreken van overeenstemming tussen Muhren van Empel en Transavia. Muhren van Empel wordt dus niet gevolgd in haar stelling dat de overeenkomst op 1 januari 2008 is geëindigd op grond van artikel 8.
4.5. Vervolgens rijst de vraag of de overeenkomst op enig moment tussen 23 januari 2008 en 8 februari 2008 is geëindigd. Namens Muhren van Empel is daarover op de comparitie verklaard dat Muhren op 22 januari 2008 [betrokkene] heeft gevraagd of hij zich realiseerde dat als hij niet akkoord was met een tariefsverlaging het contract per direct zou zijn beëindigd en dat [betrokkene] zei dat hij die consequentie zou nemen. Kennelijk wil Muhren van Empel daarmee betogen dat Venture Partners toen akkoord is gegaan met een onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst met Muhren van Empel indien geen overeenstemming met Transavia zou worden bereikt.
4.6. Nog afgezien van het feit dat deze feitelijke stelling door [betrokkene] is betwist, strookt de conclusie die Muhren van Empel daaraan verbindt niet met de correspondentie die daarna is gevoerd. Per mail van 23 januari 2008 (laatste mail) schrijft Muhren van Empel immers enerzijds dat het contract (bedoeld is: met Transavia) per direct is beëindigd, maar anderzijds verwijst ze er naar dat [betrokkene 2] (rb: [betrokkene 2], werkzaam bij Transavia) aangeeft dat hij [betrokkene] de dag erna zal spreken. Vervolgens heeft [betrokkene] op 5 februari 2008 nog telefonisch geïnformeerd naar de status van het contract. Daarna heeft Muhren van Empel per mail van 8 februari 2008 de overeenkomst met Venture Partners opgezegd. Dit alles strookt niet met haar impliciete betoog dat op 23 januari 2008 overeenstemming over beëindiging bestond. Daaraan wordt dus voorbijgegaan. Aan bewijslevering daarvan wordt dan niet toeggekomen.
4.7. Dan rijst de vraag wat het rechtsgevolg is van de opzegging van 8 februari 2008. Muhren van Empel heeft betoogd dat daarmee de overeenkomst is beëindigd, en dat zij door Venture Partners daarop ook niet meer is aangesproken, zodat partijen in feite ook daarnaar hebben gehandeld. Daarover wordt als volgt overwogen. Muhren van Empel heeft de overeenkomst bij email van 8 februari 2008 opgezegd per 19 januari 2008. Daarmee heeft zij gehandeld in strijd met de opzegtermijn van zes weken die was overeengekomen in artikel 5 lid 2. Venture Partners heeft in deze opzegging blijkens haar mail van diezelfde dag niet toegestemd. Onder die omstandigheden kan niet worden geoordeeld dat de overeenkomst tussen de partijen op 8 februari 2008 was geëindigd. Het einde van de overeenkomst moet worden aangenomen na ommekomst van de opzegtermijn, dus op 21 maart 2008. De vorderingen van Muhren van Empel tot betaling van boete is echter gebaseerd op de stelling dat de overeenkomst reeds eerder is geëindigd en dat Venture Partners in strijd met het relatiebeding rechtstreeks met Transavia heeft gecontracteerd. Die vordering is daarom niet toewijsbaar.
de schadevergoeding
4.8. Muhren van Empel heeft daarnaast schadevergoeding gevorderd. Zij heeft gesteld dat Venture Partners jegens haar wanprestatie heeft gepleegd dan wel onrechtmatig heeft gehandeld door rechtstreeks met Transavia te contracteren. Zij heeft verder aangevoerd dat indien Venture Partners daartoe niet was overgegaan, Transavia gedwongen was geweest [betrokkene] via Muhren van Empel voor haar te laten werken. Ook deze vordering zal worden afgewezen. Uit de bij de feiten geciteerde correspondentie blijkt dat Transavia weigerde [betrokkene] te werk te stellen tegen het in 2007 gehanteerde tarief. Uit hetgeen hiervoor is overwogen blijkt ook dat Muhren van Empel de overeenkomst tot 1 april 2008 tegen gelijkblijvende voorwaarden had verlengd. De aldus ontstane impasse is niet door Venture Partners veroorzaakt maar door Muhren van Empel. Het is onaannemelijk dat deze impasse – zou Venture Partners zich niet tot Transavia hebben gewend – zou zijn opgelost in die zin dat Transavia dan alsnog akkoord was gegaan met de voorwaarden van Muhren van Empel. Veeleer voor de hand ligt dat Venture Partners dan jegens Muhren van Empel aanspraak had kunnen maken op doorbetaling gedurende de opzegtermijn. Nu de algemene stelling van Muhren van Empel, dat Transavia gedwongen zou zijn geweest [betrokkene] toch via Muhren van Empel te laten werken, onaannemelijk is, bestaat geen grond voor toewijzing van de gevorderde schadevergoeding.
staking van de inbreuk
4.9. Uit de urenstaten die Muhren van Empel bij akte na comparitie heeft overgelegd, blijkt dat [betrokkene] na 20 maart 2008 geen werkzaamheden voor Transavia meer heeft verricht. Bij haar vordering tot onmiddellijke staking van de inbreuk op artikel 3 lid 2 van de overeenkoms, heeft Muhren van Empel dan ook geen belang, nu [betrokkene] die werkzaamheden inmiddels heeft gestaakt. Die vordering zal Muhren van Empel dan ook worden ontzegd.
4.10. Muhren van Empel zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Venture Partners worden begroot op € 1.300,= wegens vast recht en € 2.235,= (2,5 punt x tarief € 894,=) wegens salaris advocaat, dus in totaal op € 3.535,=. Aangezien de vordering in conventie geheel wordt afgewezen is voor een veroordeling in de kosten van het beslag geen plaats.
in reconventie
4.11. Venture Partners vordert in reconventie betaling van de uren die [betrokkene] in de maanden januari tot en met maart 2008 bij Transavia heeft gewerkt. De rechtbank begrijpt de stellingen van Venture Partners aldus dat sprake is van een vordering tot nakoming. Nu de rechtbank hiervoor tot het oordeel is gekomen dat de overeenkomst tussen Muhren van Empel en Venture Partners eerst na ommekomst van de opzegtermijn, dus op 21 maart 2008, is geëindigd, zou deze vordering in beginsel toewijsbaar kunnen zijn.
4.12. De rechtbank is echter van oordeel dat in de omstandigheden van dit geval toewijzing van die vordering naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn. [betrokkene] heeft ter zitting verklaard dat hij eind januari 2008 rechtstreeks met Transavia een overeenkomst heeft gesloten om de schade te beperken die hij vreesde te lijden door de handelwijze van Muhren van Empel. Door – ook – met Transavia te contracteren heeft [betrokkene] dus betaling van zijn arbeid gedurende de opzegtermijn veiliggesteld. Hij heeft deze uren deels ook betaald gekregen – over januari 2008 -, totdat het door Muhren van Empel gelegde beslag daaraan verder in de weg stond. Ook Venture Partners zelf is van mening dat het niet aangaat dat zij zowel jegens Transavia als jegens Muhren van Empel aanspraak zou maken op betaling, zodat zij in feite twee maal betaald zou worden voor hetzelfde werk. Bij akte na comparitie heeft Venture Partners immers aangevoerd dat de door Transavia betaalde en te betalen vergoedingen Muhren van Empel toekomen indien zij Venture Partners de overeengekomen vergoedingen van 1 januari 2008 tot en met 21 maart 2008 heeft betaald. Tussen partijen is echter niet in geschil dat niet Muhren van Empel maar alleen Venture Partners jegens Transavia aanspraak op betaling kan maken. Onder die omstandigheden - waarin Venture Partners jegens Transavia een vordering tot nakoming heeft - is de vordering tot nakoming jegens Muhren van Empel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Deze vordering zal daarom worden afgewezen.
4.13. Daarnaast heeft Venture Partners schadevergoeding gevorderd ten bedrage van
€ 5.000,=. Aan die vordering heeft zij ten grondslag gelegd dat Muhren van Empel bij de onderhandelingen met Transavia geen rekening heeft gehouden met de gerechtvaardigde belangen van Venture Partners, waardoor Muhren van Empel de overeenkomst heeft opgezegd. Daardoor heeft Venture Partners geen inkomsten gehad over de periode van 22 maart 2008 tot 1 april 2008. Deze stellingen zijn te weinig onderbouwd. Het enkele feit dat tussen Muhren van Empel en Transavia een verschil van inzicht over het tarief is ontstaan is niet te beschouwen als een tekortkoming van Muhren van Empel jegens Venture Partners. Meer dan dat heeft Venture Partners echter niet gesteld. Deze vordering zal dus worden afgewezen.
4.14. Venture Partners zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in reconventie worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Muhren Van Empel worden begroot op € 2.235,= wegens salaris advocaat (2,5 punt x tarief € 894,=).
5. De beslissing
De rechtbank
in conventie
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt Muhren van Empel in de proceskosten, aan de zijde van Venture Partners tot op heden begroot op EUR 3.535,=, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3. verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
5.4. wijst de vorderingen af,
5.5. veroordeelt Venture Partners in de proceskosten, aan de zijde van Muhren van Empel tot op heden begroot op EUR 2.235,=,
5.6. verklaart dit vonnis in reconventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.E.B. ter Heide en in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2009.