zaakgegevens 553301 \ CV EXPL 08-3901 \ 266/PM
uitspraak van 13 februari 2009
[werknemer]
wonende te Californië, Verenigde Staten van Amerika
eisende partij in conventie
gedaagde partij in reconventie
gemachtigde Conway Stendahl Advocaten & Attorneys at Law
de besloten vennootschap Eiffel Towers Basketball B.V.
gevestigd te Nijmegen
gedaagde partij in conventie
eisende partij in reconventie
gemachtigde Bogaerts & Groenen Advocaten
Partijen worden hierna [werknemer] en Eiffel Towers Basketball genoemd.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit
- het tussenvonnis van 29 augustus 2008
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties
- de ten behoeve van de comparitie door Eiffel Towers Basketball bij brief van 1 oktober 2008 overgelegde producties
- de ten behoeve van de comparitie door [werknemer] bij faxbericht van 2 oktober 2008 overgelegde productie
- het proces-verbaal van de comparitie van 3 oktober 2008
De feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende vaststaande feiten.
1.1 [werknemer] is een professioneel basketballspeler, afkomstig uit de Verenigde Staten.
1.2 Op 22 juli 2007 is een arbeidsovereenkomst gesloten tussen [werknemer] en Eiffel Towers Basketball, een onderneming die als basketballclub actief is in ’s-Hertogenbosch.
1.3 De arbeidsovereenkomst is voor de bepaalde tijd van 9 maanden aangegaan en ging in op 1 september 2007. De maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden bedroeg USD 13.000,00.
1.4 Op 30 november 2007 heeft Eiffel Towers Basketball de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang opgezegd op grond van een dringende reden.
1.5 Artikel 16 van de arbeidsovereenkomst luidt als volgt:
“This contract will be executed under the official rules of the law in Holland.”
De vordering in conventie
2. [werknemer] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, primair: Eiffel Towers Basketball veroordeelt tot betaling aan [werknemer] binnen 2 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis tegen afdoende bewijs van kwijting van het bedrag van USD 80.000,00, bestaande uit de resterende maandtermijnen van de arbeidsovereenkomst, althans voor een periode redelijkerwijs nader door de kantonrechter vast te stellen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 november 2007 tot en met de dag der algehele voldoening, althans vanaf de dag van de dagvaarding tot en met de dag der algehele voldoening;
subsidiair: Eiffel Towers Basketball veroordeelt tot betaling aan [werknemer] binnen 2 dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis tegen afdoende bewijs van kwijting van het bedrag van USD 80.000,00, bestaande uit de resterende maandtermijnen van de arbeidsovereenkomst, althans een bedrag billijkerwijs nader door de kantonrechter vast te stellen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 november 2007 tot en met de dag der algehele voldoening, althans vanaf de dag van dagvaarding tot en met de dag der algehele voldoening;
primair en subsidiair: Eiffel Towers Basketball veroordeelt in de kosten van deze procedure.
[werknemer] heeft behalve de vaststaande feiten de volgende, zakelijke weergegeven stellingen aan zijn vordering ten grondslag gelegd. Primair stelt [werknemer] dat sprake is van een onregelmatige opzegging. Eiffel Towers Basketball heeft de arbeidsovereenkomst tegen een eerdere dag opgezegd dan was overeengekomen, terwijl de arbeidsovereenkomst geen (geldig) beding bevat dat een eenzijdige onmiddellijke opzegging door Eiffel Towers Basketball toelaat. Er is geen sprake van een dringende reden die een ontslag op staande voet zou kunnen rechtvaardigen en Eiffel Towers Basketball heeft [werknemer] ook nooit een dringende reden gegeven. Eiffel Towers Basketball is daarom schadeplichtig. De schadevergoeding kan gefixeerd worden op de resterende maanden van de arbeidsovereenkomst. Subsidiair stelt [werknemer] dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst kennelijk onredelijk is. De handelwijze van Eiffel Towers Basketball is laakbaar en in de gegeven omstandigheden onredelijk. De gevolgen voor [werknemer] waren bovendien te ernstig in verhouding met het belang van Eiffel Towers Basketball. [werknemer] heeft ten gevolge van de onredelijke opzegging schade geleden, primair bestaande uit de resterende maandtermijnen van de arbeidsovereenkomst.
3. Eiffel Towers Basketball voert gemotiveerd verweer. Op dat verweer gaat de kantonrechter – voor zover nodig – hierna bij de beoordeling in.
De vordering in reconventie
4. Eiffel Towers Basketball vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voor recht verklaart dat het dienstverband tussen [werknemer] en Eiffel Towers Basketball per 30 november 2007 rechtsgeldig is opgezegd, ingevolge een dringende reden ex artikel 7:677, lid 1 juncto artikel 7:678 BW en voorts,
primair: [werknemer] veroordeelt tot betaling aan Eiffel Towers Basketball binnen 2 dagen na dagtekening van dit vonnis tegen afdoende bewijs van kwijting van het bedrag van USD 80.000,00 als gefixeerde schadevergoeding ex artikel 7:677, lid 3 juncto artikel 7:680 BW, bestaande uit de resterende maandtermijnen van de arbeidsovereenkomst, althans een bedrag resulterende uit een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen aantal maandtermijnen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 november 2007 tot en met de dag der algehele voldoening;
subsidiair: na vermindering van eis, [werknemer] veroordeelt tot betaling aan Eiffel Towers Basketball van een schadevergoeding binnen 2 dagen na dagtekening van dit vonnis tegen afdoende bewijs van kwijting van het bedrag van USD 81.945,00, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 november 2007 tot en met de dag der algehele voldoening, althans vanaf een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen datum tot en met de dag der algehele voldoening.
Eiffel Towers Basketball legt behalve de vaststaande feiten de volgende, zakelijk weergegeven stellingen aan haar vordering ten grondslag. Eiffel Towers Basketball heeft de arbeidsovereenkomst met [werknemer] op 30 november [2007] rechtsgeldig met onmiddellijke ingang opgezegd wegens een dringende reden. Eiffel Towers Basketball baseert haar primaire vordering op het bepaalde in artikel 7:677, lid 3 en 4 BW. [werknemer] heeft Eiffel Towers Basketball door opzet of schuld een dringende reden gegeven om de arbeidsovereenkomst op te zeggen op 30 november 2007 en is daarom schadeplichtig. Haar subsidiaire vordering is gebaseerd op de stelling dat het gedrag van [werknemer] jegens Eiffel Towers Basketball is aan te merken als wanprestatie c.q. onrechtmatige daad. De gedragingen die aan het ontslag op staande voet ten grondslag zijn gelegd kunnen eveneens worden gekwalificeerd als het toerekenbaar tekortschieten in de nakoming van de verplichtingen die uit de arbeidsovereenkomst voor [werknemer] voortvloeiden. Daarnaast stelt Eiffel Towers Basketball dat het er alle schijn van heeft dat er door [werknemer] al tijdens het dienstverband met Eiffel Towers Basketball contacten zijn gelegd met een basketballclub in Israël en dat [werknemer] Eiffel Towers Basketball doelbewust provoceerde, zodat Eiffel Towers Basketball zich genoodzaakt zou voelen het dienstverband eerder te beëindigen. [werknemer] heeft Eiffel Towers Basketball bovendien misleid door op 2 december 2007 niet naar Tulsa in de Verenigde Staten te vliegen, zoals hij had gezegd, maar naar Israël om bij zijn nieuwe werkgever te gaan werken. Dit handelen van [werknemer] kan als onrechtmatig worden gekwalificeerd.
5. [werknemer] voert gemotiveerd verweer. Op dat verweer gaat de kantonrechter – voor zover nodig – hierna bij de beoordeling in.
De beoordeling
6. De kantonrechter in Nederland is ingevolge artikel 2 en artikel 24 EEX-verordening bevoegd om van het geschil kennis te nemen. In de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst hebben partijen gekozen voor toepassing van het Nederlandse recht. Ten aanzien van de vordering uit onrechtmatige daad is het Nederlandse recht van toepassing ingevolge artikel 3 van de Wet conflictenrecht onrechtmatige daad.
in conventie
7. Kern van het geschil is of Eiffel Towers Basketball de arbeidsovereenkomst met [werknemer] rechtsgeldig met onmiddellijke ingang heeft opgezegd wegens een dringende reden. Eiffel Towers Basketball heeft ter onderbouwing van zijn stelling dat dat het geval is, aangevoerd dat [werknemer] de plichten die de arbeidsovereenkomst hem oplegt grovelijk heeft veronachtzaamd. Hij heeft de gedragsregels, waarop hij bij aanvang de arbeidsovereenkomst zowel mondeling als schriftelijk is gewezen, ondanks herhaalde waarschuwingen met voeten getreden. Ter onderbouwing van deze stelling heeft Eiffel Towers Basketball een aantal incidenten opgesomd, die na de ondertekening van de arbeidsovereenkomst zijn voorgevallen. Tot slot heeft [werknemer] op 29 en 30 november 2007 tot drie maal toe geweigerd gehoor te geven aan het verzoek van zijn coach om een gesprek aan te gaan, aldus Eiffel Towers Basketball. De combinatie van deze gedragingen vormen volgens Eiffel een dringende reden voor ontslag.
8. [werknemer] betwist niet dat er sprake was van belangrijke meningsverschillen en dat daar discussies over waren, maar hij stelt zich op het standpunt dat dergelijke discussies nu eenmaal voorkomen in de professionele sport. Er was volgens [werknemer] geen sprake van grove schendingen van de door Eiffel Towers Basketball opgelegde regels en de gestelde gedragingen vormden geen dringende reden voor een onmiddellijk ontslag. In dat verband wijst [werknemer] op het feit dat hij nooit is gesanctioneerd of beboet voor zijn handelingen. Volgens [werknemer] is het juist de teammanager, die blijkens de Eiffel Tower’s Players Guide vertrouwenspersoon voor [werknemer] moest zijn, die jegens hem is tekortgeschoten. Eiffel Towers Basketball heeft geen serieuze poging ondernomen het arbeidsconflict op te lossen. Tot slot ontkent [werknemer] tot drie maal toe geweigerd te hebben een gesprek met zijn coach aan te gaan.
9. De kantonrechter is, gezien al hetgeen is voorgevallen, tot de conclusie gekomen dat Eiffel Towers Basketball de arbeidsovereenkomst met [werknemer] met onmiddellijke ingang heeft mogen opzeggen nu van haar, gelet op de gedragingen van [werknemer], redelijkerwijze niet kon worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De toon van de mails, die [werknemer] op 20 augustus en 27 september 2007 stuurde, was al niet in overeenstemming met de algemene normen van fatsoen waaraan een werknemer zich in correspondentie met zijn werkgever heeft te houden, het gedrag dat [werknemer] daarna tentoonspreidde was bepaald grensoverschrijdend, zeker gezien de strikte gedragsregels die onweersproken golden voor de basketbalspelers. Zo hield hij zich niet aan de dresscode, maakte zich schuldig aan schreeuwpartijen tijdens wedstrijden en – tot tweemaal toe – aan het beschadigen van reclameborden. Dat zijn gedrag tijdens wedstrijden niet tot sancties heeft geleid, zoals door [werknemer] is gesteld, betekent niet dat dit gedrag bij de beoordeling van de vraag of terecht tot onmiddellijke opzegging van de arbeidsovereenkomst wegens een dringende reden is overgegaan geen rol kan spelen.Verder onttrok [werknemer] zich tijdens een verblijf in Straatsburg tot tweemaal toe aan de regel dat de teamleden gezamenlijk eten. Dat hij toestemming had één maaltijd op zijn kamer te nuttigen, zoals door [werknemer] is gesteld, wordt door Eiffel Towers Basketball betwist en laat bovendien onverlet dat hij ook een tweede maaltijd niet met zijn teamleden nuttigde. Tot slot heeft [werknemer] zich tijdens de terugreis in de bus misdragen door zijn ongenoegen over de aan hem toebedeelde speeltijd op luidruchtige wijze tentoon te spreiden, daarbij ook nog eens een grof scheldwoord roepend in de richting van de coach. Dat het scheldwoord niet aan de coach was gericht, zoals door [werknemer] is gesteld, is niet alleen ongeloofwaardig, maar ook niet relevant, nu hij het door de bus roepen van dit scheldwoord sowieso achterwege had behoren te laten. Bij dit alles heeft de kantonrechter in overweging genomen dat [werknemer], zoals door Eiffel Towers Basketball onweersproken is gesteld, niet aanspreekbaar was op zijn gedrag. Ook na waarschuwingen bleef hij onaangepast en onacceptabel gedrag vertonen. In het verlengde hiervan overweegt de kantonrechter dat [werknemer] niet kan worden gevolgd in zijn stelling dat Eiffel Towers Basketball meer had moeten doen om het arbeidsconflict op te lossen. Nu [werknemer] niet aanspreekbaar bleek te zijn op zijn gedrag valt niet in te zien op welke wijze Eiffel Towers Basketball een einde had kunnen maken aan het arbeidsconflict dat het gevolg was van dat gedrag.
10. Uit het voorgaande vloeit voort dat Eiffel Towers Basketball terecht een dringende reden heeft aangenomen voor het door haar aan [werknemer] gegeven ontslag. Het ontslag kan derhalve niet als onregelmatig of kennelijk onredelijk worden gekwalificeerd, zodat de vorderingen van [werknemer] moeten worden afgewezen.
11. [werknemer] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de kosten van de procedure in conventie dragen.
in reconventie
12. Gelet op hetgeen hiervoor bij de beoordeling in conventie is overwogen kan de gevorderde verklaring voor recht dat het dienstverband tussen [werknemer] en Eiffel Towers Basketball per 30 november 2007 rechtsgeldig is opgezegd, ingevolge een dringende reden ex artikel 7:677, lid 1 juncto artikel 7:678 BW worden toegewezen.
13. Tegen de vordering van een bedrag van USD 80.000,00 ingevolge artikel 7:677, lid 3 BW heeft [werknemer] aangevoerd dat die vordering ingevolge artikel 7:683, lid 1 BW is verjaard, nu deze pas 9 maanden na de feitelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst is ingesteld. Dit verweer slaagt. De arbeidsovereenkomst is feitelijk geëindigd op 30 november 2007, zodat de vordering ingevolge artikel 7:683, lid 1 BW is verjaard op 1 juni 2008. Eiffel Towers Basketball heeft de vordering pas op 22 augustus 2008 – en derhalve te laat – ingesteld. De stelling van Eiffel Towers Basketball dat de verjaringstermijn niet van toepassing is in geval de tegenvordering bij wijze van verweer wordt opgevoerd, leidt niet tot een ander oordeel, reeds omdat de vordering is ingesteld als een zelfstandige vordering.
14. Naar aanleiding van de subsidiaire vordering van Eiffel Towers Basketball, bestaande uit een schadevergoeding van USD 81.945,00 uit hoofde van wanprestatie, overweegt de kantonrechter het volgende. De feiten die Eiffel Towers Basketball ten grondslag heeft gelegd aan deze vordering zijn dezelfde als de feiten die ten grondslag liggen aan het ontslag op staande voet op grond van een dringende reden. De dringende reden voor het ontslag valt derhalve samen met de gestelde wanprestatie. De kantonrechter heeft het ter zitting door partijen gevoerde debat aldus opgevat dat Eiffel Towers Basketball zich op het standpunt stelt dat een werkgever in een situatie als de onderhavige naast een schadevergoeding op grond van artikel 7:677, lid 3 BW een schadevergoeding uit hoofde van wanprestatie kan vorderen. [werknemer] stelt daarentegen dat dit niet is toegestaan, onder meer omdat een werknemer na een ontslag niet na lange tijd nog met een schadeclaim mag worden geconfronteerd.
15. Hoewel uit het door Eiffel Towers Basketball aangehaalde arrest van 1 december 1989 (NJ 1990, 451) kan worden afgeleid dat naast schadevergoeding op grond van artikel 7:677, lid 3 BW schadevergoeding kan worden gevorderd wegens wanprestatie, is de vordering wegens wanprestatie in het onderhavige geval niet toewijsbaar. Nu de dringende reden voor ontslag samenvalt met de gestelde wanprestatie moet naar het oordeel van de kantonrechter worden aangenomen dat de verjaringstermijn van zes maanden die geldt voor de vordering uit hoofde van artikel 7:677, lid 3 BW eveneens heeft te gelden voor de vordering uit hoofde van wanprestatie. Een ander oordeel zou tot het logisch niet aanvaardbare resultaat leiden dat feiten die wegens de geldende verjaringstermijn niet tot een schadevergoedingsplicht van de werknemer op grond van artikel 7:677, lid 3 BW leiden, de werknemer alsnog schadeplichtig maken op een andere rechtsgrond. Dit zou in strijd komen met de strekking van de verjaringstermijn die geldt voor een vordering uit hoofde van artikel 7:677, lid 3 BW, die, zoals [werknemer] terecht heeft aangevoerd, de werknemer moet beschermen tegen het risico dat hij lange tijd na het einde van het dienstverband plotseling wordt geconfronteerd met een schadeclaim.
16. Het voorgaande geldt niet voor de gevorderde schadevergoeding uit onrechtmatige daad, nu daaraan ook andere feiten ten grondslag liggen. Ter zitting is namelijk gebleken dat Eiffel Towers Basketball haar stelling dat [werknemer] niet alleen tekortgeschoten is in zijn verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst, maar ook onrechtmatig jegens Eiffel Towers Basketball heeft gehandeld, baseert op de gestelde misleiding door [werknemer]. Die misleiding zou er in bestaan dat [werknemer] al tijdens zijn dienstverband met Eiffel Towers Basketball een contract had gesloten met een basketbalclub in Israël en dat hij in verband daarmee op 2 december 2007 niet naar Tulsa in de Verenigde Staten vloog, zoals hij tegen Eiffel Towers Basketball had gezegd, maar naar Israël. Volgens Eiffel Towers Basketball heeft [werknemer] haar doelbewust geprovoceerd om zodoende voortijdig onder het contract met Eiffel Towers Basketball uit te komen. Ter onderbouwing van deze stellingen heeft Eiffel Towers Basketball ter zitting gewezen op het feit dat op 1 december 2007 om 1.00 uur ’s nachts een faxbericht door de Israëlische club is gezonden en dat [werknemer] voor 2 december 2007 moest aangeven of hij het aanbod van die club zou accepteren. Volgens Eiffel Towers Basketball is het onmogelijk om op een dergelijke korte termijn een volledig contract te sluiten, zodat het niet anders kan dan dat [werknemer] voordien al contact had met de Israëlische club. [werknemer] betwist echter dat er eerder contact is geweest tussen hem en de Israëlische club. Door de onmiddellijke opzegging van zijn arbeidsovereenkomst was hij gedwongen op korte termijn een andere werkgever te zoeken, omdat hij anders zonder inkomen, huisvesting en medische zorg zou zitten. Bovendien was [werknemer] gedwongen een lager maandsalaris te accepteren, waaruit ook blijkt dat [werknemer] geen andere keuze had.
17. De kantonrechter overweegt het volgende. Voor zover Eiffel Towers Basketball bedoeld heeft te stellen dat het feit dat [werknemer] niet naar Tulsa maar naar Israël is gevlogen voldoende grond vormt om [werknemer] onrechtmatig handelen te verwijten, kan zij daarin niet worden gevolgd. Niet valt in te zien dat het wijzigen van de reisbestemming door [werknemer] zonder Eiffel Towers Basketball daarvan op de hoogte te stellen, onrechtmatig jegens Eiffel Towers Basktetball zou zijn. Voor zover Eiffel Towers Basketball stelt dat [werknemer] het vooropgezette plan had om onder het contract met Eiffel Towers Basketball uit te komen om zodoende bij de Israëlische club in dienst te kunnen treden, is die stelling naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende onderbouwd. De omstandigheden die Eiffel Towers Basketball ter onderbouwing van haar stelling heeft genoemd, zijn door [werknemer] van een plausibele verklaring voorzien. Het is immers goed voorstelbaar dat een topsporter die op staande voet is ontslagen en dientengevolge geen inkomen en huisvesting heeft met spoed een nieuwe werkgever zoekt. Met name de omstandigheid dat [werknemer], zoals hij onweersproken heeft gesteld, een lager maandsalaris moest accepteren, valt niet te rijmen met de stelling van Eiffel Towers Basketball, dat het [werknemer] er om te doen was zijn contract met Eiffel Towers Basketball voortijdig te beëindigen om zodoende in dienst te kunnen treden bij de Israëlische club. Gelet op [werknemer] gemotiveerde betwisting van de stellingen van Eiffel Towers Basketball had het op de weg van Eiffel Towers Basketball gelegen die stellingen nader te onderbouwen. Nu zij dit niet heeft gedaan moet worden geconcludeerd dat Eiffel Towers Basketball niet heeft voldaan aan haar stelplicht. De gevorderde schadevergoeding uit onrechtmatige daad wordt reeds op die grond afgewezen.
18. Uit het voorgaande vloeit voort dat de vorderingen van Eiffel Towers Basketball om [werknemer] te veroordelen tot betaling van schadevergoeding moeten worden afgewezen. Eiffel Towers wordt in de procedure in reconventie grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de kosten van die procedure betalen.
De beslissing
De kantonrechter
In conventie:
wijst de vordering af;
veroordeelt [werknemer] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van Eiffel Towers Basketball begroot op € 1.200,00 voor salaris gemachtigde.
verklaart voor recht dat het dienstverband tussen [werknemer] en Eiffel Towers Basketball per 30 november 2007 rechtsgeldig is opgezegd, ingevolge een dringende reden ex artikel 7:677, lid 1 juncto artikel 7:678 BW;
veroordeelt Eiffel Towers Basketball in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [werknemer] begroot op € 600,00 voor salaris gemachtigde;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. P.E.M. Messer-Dinnissen en in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2009.