ECLI:NL:RBARN:2009:BH2469
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- T.H.P. de Roos
- C.N. Dijkstra
- E.M. Vermeulen
- Rechtspraak.nl
Gedeeltelijke veroordeling voor smokkelen van Irakezen naar Nederland
Op 11 februari 2009 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen vier mannen die verdacht werden van het smokkelen van Irakezen naar Nederland en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft drie van de vier verdachten veroordeeld voor het smokkelen van één Irakees, de broer van een van de verdachten, van Duitsland naar Nederland. De 25-jarige man uit Nijmegen en de 35-jarige man uit Gemert kregen werkstraffen van 180 uur, terwijl de 35-jarige man uit Nijmegen een werkstraf van 240 uur kreeg omdat hij geld zou hebben ontvangen voor de smokkel. De vierde verdachte, een 36-jarige man uit Nijmegen, werd vrijgesproken.
De rechtbank oordeelde dat de verdachten niet schuldig waren aan het smokkelen van twee andere Irakezen die met geldige reisdocumenten via Schiphol Nederland binnenkwamen. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachten wisten of ernstige redenen hadden om te vermoeden dat de toegang of het verblijf van deze Irakezen in Nederland in strijd met de wet was. Ook werd niet bewezen dat de verdachten deel uitmaakten van een criminele organisatie, omdat er geen sprake was van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband.
De rechtbank heeft de tenlastelegging van de officier van justitie beoordeeld en vastgesteld dat deze voldoende duidelijk en begrijpelijk was. De verdediging had aangevoerd dat de dagvaarding innerlijk tegenstrijdig was, maar de rechtbank verwierp dit verweer. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks de vrijspraken, wel degelijk een rol had gespeeld in de smokkel van zijn broer en dat hij wist dat deze handelingen wederrechtelijk waren. De rechtbank legde een werkstraf op van 180 uur, te vervangen door 90 dagen hechtenis, en hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.