ECLI:NL:RBARN:2008:BL7602

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
11 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 08/527
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering aftrek ziektekosten voor gehandicapte zoon

Op 11 september 2008 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in een belastingzaak betreffende de inkomstenbelasting van eiser, die een aanslag had ontvangen voor het jaar 2004. De inspecteur van de Belastingdienst had de aanslag berekend op een belastbaar inkomen van € 40.379, maar na bezwaar was dit verlaagd naar € 39.292. Eiser, die de vader is van een gehandicapte zoon, had in zijn aangifte een aftrek van € 6579 aan ziektekosten voor zijn zoon opgevoerd. De zoon, geboren op 11 november 1987, woont met de ex-echtgenote van eiser in Engeland. Eiser had een overeenkomst waarin hij maandelijks een bedrag voor het levensonderhoud van zijn zoon moest betalen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen bewijs heeft geleverd voor de door hem opgevoerde ziektekosten. Ondanks dat hij bankafschriften overlegde waaruit bleek dat hij betalingen aan zijn ex-echtgenote deed, kon hij niet aantonen dat deze betalingen betrekking hadden op ziektekosten in 2004. De rechtbank oordeelde dat eiser niet in zijn bewijsvoering was geslaagd en dat de inspecteur terecht de aftrek van € 6579 had geweigerd. De rechtbank heeft de zaak beoordeeld op basis van de Algemene wet bestuursrecht en concludeerde dat er geen plaats was voor de gevraagde aftrek, behalve voor het door de inspecteur geaccepteerde bedrag van € 4000.

De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te Arnhem, waar partijen binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak beroep kunnen instellen.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer
registratienummer: AWB 08/527
uitspraak ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
van 11 september 2008
inzake
[X], wonende te [Z], eiser,
tegen
de inspecteur van de Belastingdienst [Q], verweerder.
1. Ontstaan en loop van het geding
Verweerder heeft aan eiser voor het jaar 2004 een aanslag (aanslagnummer [000].H46) inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 40.379.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar van 27 november 2007 de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 39.292.
Eiser heeft daartegen bij brief van 17 december 2007, ontvangen bij de rechtbank Haarlem op 19 december 2007, beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Eiser heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 25 augustus 2008 te Arnhem.
Eiser is daar vertegenwoordigd door [gemachtigde], belastingadviseur te [Q]. Namens verweerder is verschenen [A].
2. Feiten
Eiser is vader van een gehandicapte zoon die is geboren op 11 november 1987. Deze zoon woont met de ex-echtgenote van eiser in Engeland.
Volgens een overeenkomst van maart 1999 moet eiser maandelijks £ 450 plus jaarlijkse verhoging voor inflatie aan zijn ex-echtgenote betalen voor het levensonderhoud van zijn zoon vanwege zijn "severe mental and physical disability".
Eiser heeft een aantal bankafschriften uit 2003 overgelegd waaruit blijkt dat hij maandelijks een bedrag van £ 475 of £ 485 overmaakt naar zijn ex-echtgenote in Engeland.
In zijn aangifte heeft eiser een aftrek van € 6579 aan buitengewone uitgaven wegens ziektekosten voor zijn zoon in aanmerking genomen.
Na bezwaar heeft verweerder een aftrek van € 4000 aan ziektekosten geaccepteerd. Na toepassing van de drempel heeft dit geleid tot een aftrek van € 1087.
3. Geschil
In geschil is of verweerder terecht een aftrek van € 6579 aan ziektekosten heeft geweigerd.
4. Beoordeling van het geschil
Uitgaven wegens ziekte van kinderen jonger dan 27 jaar vormen een persoonsgebonden aftrekpost.
Een redelijke verdeling van de bewijslast brengt mee dat eiser, tegenover de gemotiveerde betwisting door verweerder, aannemelijk maakt dat van zodanige uitgaven sprake is geweest. Naar het oordeel van de rechtbank is eiser in dat bewijs niet geslaagd. Eiser heeft geen enkel betalingsbewijs overgelegd waaruit blijkt dat in 2004 uitgaven zijn gedaan wegens ziekte van zijn zoon. Eiser heeft ook erkend dat dergelijke stukken niet zijn bewaard. Ook uit de overeenkomst van maart 1999 en de bankafschriften van 2003 kan niet worden afgeleid dat eiser in 2004 uitgaven heeft gedaan wegens ziektekosten voor zijn zoon. Voor aftrek van de ziektekosten is, behoudens het door verweerder geaccepteerde bedrag van € 4000, derhalve geen plaats.
Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
5. Proceskosten
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
6. Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. A.J.H. van Suilen, rechter, in tegenwoordigheid van mr.drs. J.A. Vriezen, griffier, op 11 september 2008
.
De griffier, De rechter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.