ECLI:NL:RBARN:2008:BJ6195
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 20 mei 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, [X], en de inspecteur van de Belastingdienst, verweerder. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor het jaar 2004, die door verweerder ambtshalve was vastgesteld op een belastbaar inkomen van € 28.416. Na een uitspraak op bezwaar, waarin het bezwaar niet-ontvankelijk werd verklaard, heeft verweerder de aanslag ambtshalve verlaagd naar € 20.781. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 15 april 2008 heeft de rechtbank de feiten en standpunten van beide partijen gehoord. Eiser, die in loondienst is bij [A] en tevens kantoorunits verhuurt, had voor het jaar 2004 geen aangifte gedaan. Na een aanmaning heeft hij alsnog een aangifte ingediend, maar zonder winst uit onderneming te vermelden. De rechtbank moest beoordelen of het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk was verklaard en of de uitspraak op bezwaar voldoende gemotiveerd was.
De rechtbank oordeelde dat, aangezien verweerder ambtshalve aan het bezwaar van eiser tegemoet was gekomen, eiser geen belang meer had bij de procedure. Daarom werd het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar uitgesproken door rechter R.A.V. Boxem, in aanwezigheid van griffier L.L. van Benthem. Partijen kunnen binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem.