ECLI:NL:RBARN:2008:BI2787
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen definitieve aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot heffingsrente
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 28 november 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de inspecteur van de Belastingdienst over de definitieve aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) voor het jaar 2005. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de aan hem opgelegde aanslag, die was gebaseerd op een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 28.890. De rechtbank oordeelde dat verweerder, de inspecteur, vanaf augustus/september 2006 op de hoogte was van alle relevante feiten en omstandigheden, maar pas op 11 maart 2008 de definitieve aanslag had opgelegd. Dit leidde tot de conclusie dat de heffingsrente, die door verweerder was opgelegd, tot het moment dat hij volledig op de hoogte was, moest worden verminderd. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar en droeg verweerder op de heffingsrente dienovereenkomstig te berekenen. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser ter hoogte van € 12,60 en moest de Staat der Nederlanden het door eiser betaalde griffierecht van € 39 vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na de verzenddatum.