ECLI:NL:RBARN:2008:BH2183

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
29 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 08/2564
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting door overschrijding van de bezwaartermijn

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 29 december 2008 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, [X], en de inspecteur van de Belastingdienst, [te P]. Eiser had bezwaar aangetekend tegen een naheffingsaanslag en boetebeschikking motorrijtuigenbelasting over het tijdvak van 20 februari 2006 tot en met 16 juli 2006. De naheffingsaanslag was gedagtekend op 14 maart 2007, en de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift eindigde op 26 april 2007. Eiser diende zijn bezwaarschrift echter pas op 4 juni 2007 in, waardoor het niet tijdig was ingediend.

De rechtbank heeft vastgesteld dat ingevolge de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken bedraagt. Eiser voerde aan dat hij in de maanden maart tot en met mei 2007 veelvuldig in Turkije verbleef vanwege de ziekte van zijn vader. De rechtbank oordeelde echter dat deze omstandigheden niet konden leiden tot de conclusie dat eiser redelijkerwijs niet in verzuim was geweest. Het was de verantwoordelijkheid van eiser om ervoor te zorgen dat hij tijdig bezwaar kon indienen.

Gelet op deze overwegingen heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard. De rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. P.J.G. Tiemessen, en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer
registratienummer: AWB 08/2564
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak ingevolge artikel 8:67 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van 29 december 2008
inzake
[X], wonende te [Z], eiser,
tegen
de inspecteur van de Belastingdienst/[te P], verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 18 april 2008 op het bezwaar van eiser tegen de aan eiser opgelegde naheffingsaanslag en boetebeschikking motorrijtuigenbelasting over het tijdvak 20 februari 2006 tot en met 16 juli 2006 (aanslagnummer [Y6]).
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 december 2008.
Eiser is daar in persoon verschenen, bijgestaan door mr. [A]. Namens verweerder is verschenen [B].
1. Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
2. Gronden
Ingevolge artikel 6:7 van de Awb bedraagt de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken. Deze termijn vangt ingevolge artikel 22j van de AWR aan met ingang van de dag na die van dagtekening van een aanslagbiljet, tenzij de dag van dagtekening is gelegen vóór de dag van de bekendmaking. Ingevolge artikel 6:9, eerste lid, van de Awb is een bezwaarschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen. Ingevolge artikel 6:9, tweede lid, van de Awb is bij verzending per post een bezwaarschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.
De naheffingsaanslag is gedagtekend 14 maart 2007. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is derhalve geëindigd op 26 april 2007. Het bezwaarschrift van eiser is door verweerder ontvangen op 4 juni 2007. Het bezwaarschrift is derhalve niet tijdig ingediend.
Ingevolge artikel 6:11 van de Awb blijft bij een na afloop van de termijn ingediend bezwaarschrift een niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.
Eiser heeft hiertoe aangevoerd dat hij in de maanden maart tot en met mei 2007 veelvuldig bij zijn familie in Turkije is geweest in verband met de ziekte van zijn vader. Dit kan naar het oordeel van de rechtbank niet leiden tot het oordeel dat eiser redelijkerwijs niet in verzuim is geweest. De aangevoerde omstandigheid komt voor rekening en risico van eiser. Het is aan eiser om te zorgen dat hij adequate maatregelen neemt om te voorkomen dat de bezwaartermijn zou worden overschreden.
Gelet op het vorenoverwogene is het beroep ongegrond verklaard.
De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Deze uitspraak is gedaan op 29 december 2008 en op dezelfde dag in het openbaar uitgesproken door mr. A.M.F. Geerling, rechter, in tegenwoordigheid van
mr. P.J.G. Tiemessen, griffier.
De griffier is verhinderd deze De rechter,
uitspraak mede te ondertekenen
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Arnhem (belastingkamer), Postbus 9030, 6800 EM Arnhem.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.