ECLI:NL:RBARN:2008:BG7782
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.C.G.J. van Well
- C.M.J. Peters
- J.H.M. Westenbroek
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek gegrond verklaard wegens vrees voor vooringenomenheid van de rechter
In deze zaak heeft de rechtbank Arnhem op 1 december 2008 een wrakingsverzoek gegrond verklaard. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. C.J. van Bavel, had de politierechter verzocht zich te verschonen vanwege vrees voor vooringenomenheid. Dit verzoek volgde op een eerdere strafzaak waarin de politierechter betrokken was, waarbij de verzoeker als medepleger werd genoemd. De verzoeker stelde dat deze eerdere betrokkenheid een objectief gerechtvaardigde vrees voor gebrek aan onpartijdigheid met zich meebracht.
Tijdens de zitting van 20 november 2008 werd het wrakingsverzoek behandeld, maar de verzoeker en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. De politierechter had eerder aangegeven niet in de wraking te berusten en zijn zienswijze gegeven. De rechtbank overwoog dat, hoewel een rechter uit hoofde van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, uitzonderlijke omstandigheden kunnen leiden tot de conclusie dat deze onpartijdigheid in het geding is.
De rechtbank concludeerde dat de enkele omstandigheid dat de politierechter eerder een zaak tegen een medeverdachte van de verzoeker had behandeld, niet voldoende was om te concluderen dat er sprake was van vooringenomenheid. Echter, de combinatie van omstandigheden in deze zaak, waaronder de specifieke vermelding van de verzoeker in het vonnis van de medeverdachte, leidde de rechtbank tot de slotsom dat de vrees voor een gebrek aan onpartijdigheid gerechtvaardigd was. Daarom werd het verzoek tot wraking gegrond verklaard.
De beschikking werd uitgesproken in het openbaar, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De rechtbank benadrukte het belang van onpartijdigheid in het rechtssysteem en de noodzaak om dergelijke verzoeken serieus te nemen wanneer er aanwijzingen zijn voor mogelijke vooringenomenheid.