ECLI:NL:RBARN:2008:BG4489

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
31 oktober 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
176106
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot hervatting van werkzaamheden en opschorting van prestaties in kort geding tussen BSR en Centric IT Solutions B.V.

In deze zaak vordert de Belasting Samenwerking Rivierenland (BSR) dat de voorzieningenrechter Centric IT Solutions B.V. (Centric) gebiedt om haar werkzaamheden ten behoeve van BSR onverkort na te komen. De procedure betreft een kort geding waarin BSR stelt dat Centric in verzuim is met de oplevering van een deugdelijk systeem voor de heffing en invordering van belastingen. BSR heeft een overeenkomst gesloten met Centric voor de levering van software, maar stelt dat de opgeleverde conversiebestanden gebrekkig zijn en dat Centric haar verplichtingen niet is nagekomen. Centric heeft op haar beurt betoogd dat BSR niet heeft voldaan aan haar verplichtingen en dat zij recht heeft op betaling van openstaande facturen. De voorzieningenrechter overweegt dat vooralsnog niet is komen vast te staan dat Centric een gebrekkige prestatie heeft geleverd. BSR was derhalve in beginsel gehouden om de derde en vierde termijn van de totale projectprijs, alsook de factuur voor het onderhoud voor het jaar 2008, te voldoen. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van BSR af en veroordeelt BSR in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 31 oktober 2008 door mr. F.J. de Vries.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 176106 / KG ZA 08-644
Vonnis in kort geding van 31 oktober 2008
in de zaak van
de publiekrechtelijke rechtspersoon
BELASTING SAMENWERKING RIVIERENLAND,
zetelend te Tiel,
eiseres,
advocaat mr. A.J. Kronenberg te Arnhem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CENTRIC IT SOLUTIONS B.V.,
gevestigd te Gouda,
gedaagde,
advocaat mr. H. Struik te Utrecht.
Partijen zullen hierna BSR en Centric genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van BSR
- de pleitnota van Centric.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. BSR is een samenwerkingsverband van het waterschap Rivierenland, het Afval Verwijderingsbedrijf Rivierengebied en de gemeenten Tiel, Culemborg, Lingewaal en Maasdriel. BSR is opgericht om met ingang van 2008 voor het gehele waterschapsgebied (bestaande uit 38 gemeenten) en voor de vier genoemde gemeenten de vaststelling, heffing en invordering van verschillende belastingen van de deelnemers te verzorgen. De waterschapsaanslagen, alsook enkele andere aanslagen, zijn gebaseerd op een WOZ-waardebepaling (Wet Waardering Onroerende Zaken). BSR verzorgt die waardebepaling voor de aangesloten gemeenten. De niet-aangesloten gemeenten verzorgen zelf de WOZ-waardebepalingen, die door BSR worden ingevoerd in haar systeem.
2.2. Om voornoemde taken te kunnen uitvoeren, is een geïntegreerd geautomatiseerd systeem nodig dat de WOZ-waardebeschikkingen en de heffing en invordering ervan, alsmede van alle andere belastingen kan verwerken. De aanslagen en heffingen (gebaseerd op de waardebepalingen) worden op deze manier via één geïntegreerd aanslagbiljet opgelegd.
2.3. Centric levert diensten op het gebied van computers, dataprocessing en elektronische en automatische apparatuur.
2.4. BSR heeft een openbare aanbesteding uitgeschreven voor ‘Software belastingsamenwerking’. In de ten behoeve van die aanbesteding uitgegeven offerteaanvraag is onder meer opgenomen aan welke eisen het softwarepakket moet voldoen, ook wel genoemd Programma van Eisen. Daarnaast is in de offerteaanvraag de opleverdatum van het belastingsysteem bepaald op 1 januari 2008.
2.5. De opdracht tot het leveren en implementeren van het softwaresysteem, alsook de conversie van de reeds bestaande data bij de verschillende deelnemers van BSR, is op 24 april 2007 gegund aan Centric, waarna partijen een overeenkomst tot beschikbaarstelling van programmatuur (Europese aanbesteding Software Belastingsamenwerking referentienummer 2007/S16-018386) hebben gesloten, inhoudende dat Centric aan BSR een licentie tot het gebruik van computerprogrammatuur (GHS4all en MWB4all) inclusief verbeterde versies verleent. BSR diende Centric een bedrag van € 995.000,- te betalen voor de materialen waarop de programmatuur is vastgelegd. De prijs zou in vier termijnen worden betaald: 30% na opdrachtverstrekking, 30% na installatie, 20% na acceptatie van het systeem en 20% na implementatie van de productomgeving.
BSR heeft voornoemde overeenkomst, die ongedateerd is, na ondertekening, op 9 juli 2007 opgestuurd naar Centric. Centric heeft de overeenkomst niet ondertekend.
In de overeenkomst is onder andere het volgende opgenomen:
14.3 Overschrijding van (een) betalingstermijn(en) door Opdrachtgever of niet-betaling door Opdrachtgever van (een) fact(u)r(en) op grond van inhoudelijke onjuistheid van die fact(u)r(en) of van ondeugdelijkheid van de gefactureerde prestaties, geeft Opdrachtnemer niet het recht zijn prestaties op te schorten c.q. te beëindigen mits Opdrachtgever Opdrachtnemer binnen een termijn van 21 dagen na ontvangst van de factuur schriftelijk op de hoogte stelt van de inhoudelijke onjuistheid of ondeugdelijkheid.
De overeenkomst bevat ook de verplichting van Centric om jaarlijks onderhoud te verrichten aan het systeem ten behoeve van BSR, hetgeen naast een helpdeskfunctie, het herstellen en verhelpen van gebreken in de software, het aanpassen van de software aan nieuwe wetgeving en het implementeren van nieuwe releases bij BSR inhoudt. BSR moet hiervoor jaarlijks een bedrag van € 195.000,- aan Centric betalen.
2.6. Centric heeft een planning voor het project opgesteld (versie 1.7), die door BSR medio oktober 2007 is geaccordeerd. Uit deze planning blijkt dat op 7 december 2007 de implementatie (inclusief conversie) afgerond diende te zijn en dat direct daarna het in productie nemen van het systeem zou volgen, waarna de belastingaanslagen voor het jaar 2008 (ook wel genoemd: kohier 2008) uiterlijk 10 februari 2008 konden worden opgelegd.
Centric heeft medio november 2007 aangegeven dat zij de afgesproken termijnen niet zou halen.
2.7. Bij brief van 21 november 2007 heeft BSR Centric – kort samengevat –
medegedeeld dat tot op die datum de planning door Centric niet was gehaald. Volgens BSR is Centric daarmee tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst tussen partijen. Dat dit te wijten zou zijn aan nalatigheid van de zijde van BSR wordt door haar verworpen. De gewijzigde planning zoals door Centric is voorgesteld (versie 1.9) gaat uit van een oplevering van de definitieve conversie in week 6 van 2008 (10 februari 2008) en acceptatie van de definitieve conversie op 15 februari 2008. BSR heeft dit voorstel te risicovol geacht en heeft aangegeven dat zij met de gewijzigde planning alleen onder nadere voorwaarden akkoord kan gaan. BSR heeft gesteld dat zij zich genoodzaakt heeft gezien om kostbare fall back scenario’s in gang te zetten en externe adviseurs en personeel van BSR langer en intensiever in te zetten. BSR zal Centric voor deze extra te maken kosten aansprakelijk stellen. In haar brief heeft BSR een aantal voorwaarden gesteld waaronder zij akkoord kan gaan met de door Centric opgemaakte gewijzigde planning (versie 1.9), zoals de voorwaarde dat Centric de extra kosten zal vergoeden en dat deze op eerste verzoek zullen worden voldaan aan BSR, alsook dat BSR gerechtigd zal zijn haar betalingsverplichtingen jegens Centric op te schorten, totdat Centric al haar verplichtingen jegens BSR is nagekomen. De brief met daarin de door BSR opgestelde voorwaarden is niet voor akkoord ondertekend door Centric.
2.8. Na de implementatie van de software van het systeem heeft Centric op 11 februari 2008 de definitieve conversiebestanden (‘Heffen’ en ‘Innen/Invorderen’) opgeleverd.
2.9. BSR heeft bij brief van 20 februari 2008 Centric – samengevat – bericht dat in de loop van de week van 11 februari 2008 een groot aantal fouten en tekortkomingen in de bestanden Heffen en Invorderen naar voren is gekomen. De belangrijkste fouten en tekortkomingen heeft BSR in een bijlage bij haar brief vermeld. Van de fouten in het definitief geconverteerde bestand zijn foutmeldingen verstuurd naar Centric, die vervolgens slechts gedeeltelijk zouden zijn opgelost. De op 18 februari 2008 geconstateerde en nog niet opgeloste gebreken zijn volgens BSR zodanig ernstig dat het onverantwoord was om met het bestand het kohier 2008 te werken. BSR is tot de conclusie gekomen dat Centric jegens BSR opnieuw in verzuim is met de nakoming van haar verplichtingen uit de overeenkomst en heeft aangegeven dat ze Centric aansprakelijk zal stellen voor de kosten van het nemen van noodmaatregelen om de schade te beperken die mogelijk ontstaat ten gevolge van een te late of onjuiste verzending van aanslagen. Omdat de oplevering van het bestand Invorderen qua tijdsplanning minder urgent is, heeft BSR Centric gesommeerd om uiterlijk 1 april 2008 een compleet en foutloos bestand Invorderen op te leveren.
2.10. Centric heeft bij brief van 7 maart 2008 aan BSR gemeld dat geen sprake meer is van een werkbare relatie tussen partijen. BSR heeft immers onder meer betwist dat Centric de op- en aanmerkingen van BSR in een nieuw te ontwikkelen planning versie 1.10 zou verwerken. Dit terwijl partijen dit tijdens een overleg op 23 november 2007 zouden hebben besloten. Verder zou BSR zonder vooroverleg met Centric alle Innen-data van het systeem hebben verwijderd, hetgeen verstrekkende gevolgen heeft voor het verdere verloop van het conversietraject. Door de handelwijze van BSR stelt Centric schade te hebben geleden, die wordt begroot op een bedrag van € 70.000,00.
2.11. Bij brief van 14 maart 2008 heeft Centric BSR bericht dat zij, zoals afgesproken in de stuurgroepbijeenkomst van 3 december 2007, alle posten met betrekking tot Minderwerk softwarelicenties zou crediteren, te weten een bedrag van € 109.072,00 aan softwarelicenties en een bedrag van € 32.080,00 aan jaarlijks onderhoud.
2.12. BSR heeft Centric bij brief van 17 april 2008 gesommeerd om de oplevering van een conform het Programma van Eisen d.d. 23 maart 2007 werkende GHS-applicatie compleet en goed functionerend op zo kort mogelijke termijn, doch uiterlijk vóór 15 mei 2008, op te leveren. Tevens heeft BSR aangegeven dat zij Centric aansprakelijk zal stellen voor de schade, die tot dan toe is geschat op een bedrag van € 350.000,00.
2.13. In een verslag van een bespreking tussen partijen op 22 mei 2008 is het volgende vastgelegd:
Afspraak: Centric crediteert alle uitstaande facturen, crediteert de minderwerk factuur, berekent de nieuwe facturen op basis van de gecorrigeerde offertebedragen, maakt dit inzichtelijk naar BSR en stuurt vervolgens nieuwe facturen. BSR verklaart zich bereid om deze betaalbaar te stellen, met dien verstande dat een deel van de facturen zal worden verrekend met de meerkosten die BSR claimt te hebben gemaakt als gevolg van de te late oplevering van GHS. Centric bestrijdt dit laatste. Afgesproken wordt de uitkomsten van het onafhankelijk onderzoek hierbij te betrekken.
(…)
Afspraak: Rentefactuur wordt gecrediteerd door Centric.
2.14. Centric heeft BSR bij e-mailbericht van 5 juni 2008 laten weten dat zij akkoord gaat met het verslag van 22 mei 2008, met uitzondering van de zin dat afgesproken wordt dat de uitkomsten van het onafhankelijk onderzoek hierbij zullen worden betrokken.
In haar e-mailbericht van 11 juni 2008 heeft Centric BSR aangegeven dat partijen zouden hebben afgesproken dat BSR een concept-onderzoeksvoorstel (inzake de Innenconversie) zou opstellen, inclusief aanlevering van een curriculum vitae van een onafhankelijke deskundige, en dit vervolgens ter beoordeling aan Centric zou voorleggen. BSR zou zich niet aan deze afspraak houden volgens Centric.
2.15. Bij brief van 15 augustus 2008 heeft Centric BSR aangegeven dat zij, in tegenstelling tot haar eerdere bericht van 14 maart 2008, de aangekondigde creditering niet zal doorvoeren. Een eerder opgenomen post maatwerk van ruim € 20.000,00 zal wel worden gecrediteerd. Daarnaast zal een rentenota van € 10.348,24 worden ingetrokken.
Centric heeft voorts aangegeven dat zij zich op geen enkele wijze gebonden voelt aan de uitkomsten van het door BSR ingestelde onderzoek inzake de conversie. Tot slot heeft Centric BSR verzocht om het openstaande bedrag van € 755.847,99 zo spoedig mogelijk te voldoen.
2.16. BSR heeft in haar brief van 24 september 2008 aan Centric haar verbazing geuit over het terugkomen van Centric op de gemaakte afspraken over de creditering van uitstaande facturen.
2.17. Centric heeft vervolgens bij brief van 29 september 2008 aan BSR haar zienswijze op de gemaakte afspraken uitgelegd en aangegeven dat zij inzichtelijk zou maken hoe zij zou crediteren. Omdat partijen het niet eens zijn geworden over de condities van een onafhankelijk onderzoek, heeft Centric de bedragen in rekening gebracht die volgens haar aan haar toekomen. Volgens Centric is geen van de vertragingen inzake de invoering van GHS4all en MWB4all verwijtbaar aan Centric. Centric heeft BSR verzocht om haar financiële verplichtingen na te komen en heeft BSR in gebreke gesteld. Indien BSR niet voor 8 oktober 2008 alle openstaande facturen betaalt, zal Centric haar dienstverlening aan BSR opschorten.
2.18. In haar brief van 8 oktober 2008 met bijlagen heeft BSR uitgebreid gereageerd op voormelde brief van Centric van 29 september 2008 en aangegeven waarom zij het niet eens is met de zienswijze van Centric ten aanzien van de hoogte van de diverse facturen. Omdat de conversie volgens BSR niet juist is verlopen en nog steeds geen definitieve oplevering van het systeem heeft plaatsgevonden, houdt BSR Centric aansprakelijk voor de schade, tot die datum begroot op € 437.867,00. Dit bedrag wenst BSR te verrekenen met de openstaande bedragen. De betalingsverplichting van BSR zal hierdoor teniet gaan, zodat Centric zich niet kan beroepen op haar opschortingsrecht. Ook gelet op het bepaalde in artikel 14.3 van de overeenkomst kan Centric geen beroep doen op haar opschortingsrecht.
2.19. Bij e-mailbericht van 10 oktober 2008 heeft Centric BSR bericht dat zij per direct geen werkzaamheden meer voor BSR zal verrichten. Tevens heeft Centric aangegeven dat BSR in verzuim is met haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst en dat zij aansprakelijk is voor de schade die ten gevolge hiervan ontstaat.
2.20. BSR heeft voorts bij brief van 13 oktober 2008 Centric gesommeerd om haar werkzaamheden per direct te hervatten. Tevens heeft BSR de gestelde schade gespecificeerd.
2.21. Bij brief van 16 oktober 2008 heeft BSR nog eens toegelicht dat zij haar recht tot opschorting ter verrekening al op 22 mei 2008 had ingeroepen. Volgens BSR schiet Centric nog steeds ernstig tekort in haar verplichting tot nakoming van de overeenkomst. BSR heeft verder een lijst van ontbrekende functionaliteiten in het systeem weergegeven, die op korte termijn (aangegeven met prioriteit 1 en 2) door Centric moeten worden opgelost, omdat BSR anders niet aan haar wettelijke verplichtingen kan voldoen.
2.22. De heer [betrokkene] (hierna: [betrokkene]), beëdigd informaticadeskundige, is door BSR als deskundige benoemd teneinde onderzoek te doen naar de werkzaamheden die Centric heeft verricht. In zijn verslag van 20 oktober 2008 is het onder meer volgende opgenomen:
BSR heeft ondergetekende verzocht om onderzoek uit te voeren met betrekking tot de conversie die is uitgevoerd ten behoeve van GHS4all.
(…)
Doelstelling
Stel op een objectieve wijze vast of Centric met de geleverde conversieprestaties de zorg van een goed opdrachtnemer in acht heeft genomen, anders gezegd: of kwaliteit van het door Centric op 11 februari 2008 geleverde definitieve conversiebestand t.b.v. verwerking in het GHS4all systeem (bestaande uit GHS4all, MWB4all en DDS4all) dat door Centric in opdracht van BSR is geïnstalleerd te Tiel, onder de gegeven omstandigheden aan de daar aan te stellen vereisten voldoet of niet. Stel tevens vast wat de omvang en kwaliteit is van de bij bedoelde geconverteerde bestanden behorende en door Centric verstrekte documentatie is, in de zin of omvang en kwaliteit onder de gegeven omstandigheden aan de daaraan te stellen vereisten voldoen of niet.
(…)
5. Welke geconverteerde bestanden zijn overeenkomstig het programma van eisen dd. 23 maart 2007 door Centric niet, resp. niet tijdig of niet correct geleverd op 11 februari 2008?
De door Centric opgeleverde bestanden bevatten een dermate aantal fouten, dat deze, zonder uitgebreide correcties, niet bruikbaar waren.
De controle- en herstelwerkzaamheden die BSR heeft moeten uitvoeren omvatten:
- Alle tabellen met de invorderingsgegevens binnen GHS zijn leeggemaakt, om zeker te stellen dat:
* de invorderingsprocessen van de aanslagen van geconverteerde jaren op correcte wijze kunnen worden uitgevoerd (dwz binnen de oorspronkelijke systemen)
* de invorderingsprocessen van de aanslagen mbt het belastingjaar 2008, die binnen GHS zouden worden vervaardigd, op normale wijze kunnen plaatsvinden (dwz niet vermengd met en verstoord door fouten in de geconverteerde gegevens)
- Vergelijking van de heffingsgegevens tussen bronsystemen en GHS4all; tevens analyse en herstel van geconstateerde verschillen en adequate verslaglegging.
Dit betreft de volgende bronsystemen
- IBS (WSRL)
- HIS4all (Tiel)
- VGS4all (Culemborg)
- Gouw (Maasdriel)
- Civision (Lingewaal)
- Vergelijking van de taxatiegegevens tussen bronsystemen en MWB4all; tevens analyse en herstel van geconstateerde verschillen en adequate verslaglegging.
Dit betreft de volgende bronsystemen
- MWB4all (Tiel)
- MWB4all (Culemborg)
- Gouw (Maasdriel)
- Civision (Lingewaal)
- Vergelijking van de WOZ-gegevens tussen GHS4all en MWB4all; tevens analyse en herstel van geconstateerde verschillen en adequate verslaglegging.
- Controle van de conversie van Competent naar DDS4all; van deze conversie heeft Centric een goede beschrijving, controletellingen en uitvallijsten geleverd. Daarom is een vergelijking van de Competent- en DDS4all-tabellen niet
door BSR zelf uitgevoerd.
- Diverse akties in het kader van de initiële confrontatie van de subject- en adresgegevens (NAW) tussen GHS4all en DDS4all
- Vergelijking van gebruikers en grondslagen tussen GHS4all en DDS4all:
- gebruiker woont niet op adres in DDS ? beëindigen relatie
- blokkeren overleden/geëmigreerde personen met een actuele gebruikersrelatie
- aanpassen grondslagen indien aantal bewoners in DDS4all afwijkt
- Geautomatiseerd opvoeren van blokkeringen in de volgende situaties om te voorkomen dat foutieve aanslagen werden verzonden:
- fouten in de conversie die ten tijde van de aanslagoplegging nog niet waren opgelost
- onzekerheden in de conversie ten tijde van de aanslagoplegging die mogelijk tot een foutieve aanslag zouden kunnen leiden
- onvolledige combinatie plichten/grondslagen bij het object (de voornaamste zijn: objecten zonder waarde of grondslag WSRL)
- subject-blokkeringen om te voorkomen dat dubbele aanslagen worden opgelegd
Later zijn, na oplossing van de problemen, bovenstaande blokkeringen voor een groot deel geautomatiseerd gedeblokkeerd.
De nader gespecificeerde lijst van benodigde acties is opgenomen in bijlage 1.
Alle genoemde werkzaamheden van BSR met betrekking tot controle en herstel, hadden door Centric uitgevoerd kunnen en moeten worden.
(…)
10. Had Centric op 21 november 2007 (gegeven de omstandigheden waarin het BSR project verkeerde) nog wel een deugdelijk functioneel ontwerp kunnen maken of anderszins de conversie op aanvaardbaar niveau kunnen voltooien en aldus de schade als gevolg van vertraging van de oplevering van het systeem geheel of gedeeltelijk kunnen voorkomen?
Gezien de aard en de omvang van de fouten lijkt het zeker dat (1) de conversie niet deugdelijk is opgezet en (2) niet de vereiste controles in de conversie waren ingebouwd. (…)
2.23. Volgens Centric moet BSR thans nog een bedrag van € 688.754,47 aan openstaande facturen voldoen.
3. Het geschil
3.1. BSR vordert dat de voorzieningenrechter Centric gebiedt direct na betekening van dit vonnis op straffe van verbeurte van een dwangsom de opschorting van haar werkzaamheden ten behoeve van BSR ongedaan te maken en ongedaan gemaakt te houden en haar contractuele verplichtingen jegens BSR onverkort na te komen, onder meer erin bestaande:
A. het per direct na de betekening van dit vonnis hervatten van de onderhoudswerk-zaamheden op basis van de overeengekomen helpdeskfunctie;
B. de uitlevering aan en de implementatie van de (toegezegde) nieuwe release van GHS4all bij BSR (inclusief de aanpassing om te voldoen aan de nieuwe Waterschapswetgeving per 1 januari 2009) uiterlijk binnen zeven dagen na de betekening van dit vonnis;
C. de met “prioriteit 1” in de bijlage bij de brief van BSR aan de advocaat van Centric d.d. 16 oktober 2008 aangeduide gebreken deugdelijk te herstellen uiterlijk binnen zeven dagen na de betekening van dit vonnis;
D. de met “prioriteit 2” in de bijlage bij de brief van BSR aan de advocaat van Centric d.d. 16 oktober 2008 aangeduide gebreken deugdelijk te herstellen uiterlijk binnen veertien dagen na de betekening van dit vonnis;
E. alle overige meldingen van BSR aan Centric met betrekking tot geconstateerde gebreken of hiaten in het geleverde systeem en/of de opgeleverde conversiebestanden deugdelijk te herstellen binnen redelijke termijn, ertoe leidende dat de operationele activiteiten van BSR op een normale wijze kunnen worden uitgevoerd.
3.2. BSR legt het volgende aan haar vorderingen ten grondslag. Allereerst is Centric in verzuim met de nakoming van haar verplichting tot tijdige oplevering van de conversiebestanden, nu de afgesproken termijnen van 7 december 2007 en 1 januari 2008 niet zijn gehaald. Termijnen die voortkomen uit een nieuwe planning voor de oplevering van het systeem zijn evenmin gehaald door Centric. Immers bij controle door BSR bleek dat er een groot aantal fouten en hiaten in de bestanden zat. De bestanden konden derhalve niet gebruikt worden voor het draaien van het kohier 2008. BSR heeft vervolgens zelf controles moeten uitvoeren en conversiebestanden moeten corrigeren. Om de schade te beperken heeft BSR het Innenbestand, dat volgens haar vol met fouten zat, verwijderd en haar oude bestand gebruikt om aanslagen te innen. Naast de verschillende gebreken in de software (het uitsplitsen per gemeente van de WOZ-waardebepaling en het verwerken van kadastrale mutaties is bijvoorbeeld nog steeds niet mogelijk) wordt volgens BSR het onderhoud aan het systeem op een onjuiste wijze uitgevoerd. Hierdoor zijn er nieuwe gebreken ontstaan met fouten in de aanslagen als gevolg. De door BSR benoemde deskundige [betrokkene] heeft het een en ander in zijn onderzoek van 20 oktober 2008 bevestigd.
BSR heeft extra interne en externe mensen moeten inzetten om noodmaatregelen te treffen. Het bedrag aan schade dat zij heeft geleden, wordt tot op heden begroot op € 667.937,00, welk bedrag door BSR nader is gespecificeerd.
Verder zijn volgens BSR meerdere facturen van Centric onjuist. Partijen hebben afgesproken dat een correctie diende plaats te vinden, echter Centric heeft zich hier niet aan gehouden. Nu Centric volgens BSR in gebreke is met de oplevering van een deugdelijk systeem, waardoor BSR schade heeft geleden – en daarmee een vordering op Centric
heeft – , heeft BSR bevoegdelijk haar betalingen aan Centric opgeschort. In reactie hierop heeft Centric haar prestaties uit hoofde van de overeenkomst met BSR opgeschort. Dit terwijl Centric volgens het bepaalde in artikel 14.3 van de overeenkomst, zo stelt BSR, daartoe niet bevoegd is. Evenmin is Centric daartoe bevoegd, nu het aan haarzelf te wijten is dat nakoming van haar vordering uitblijft. Centric was immers zelf in verzuim met de verplichtingen die zij uit hoofde van de overeenkomst met BSR had.
Verder moet het beroep op het opschortingsrecht van Centric als misbruik van bevoegdheid worden aangemerkt, nu het wordt gebruikt als pressiemiddel om geld te ontvangen waarop Centric naar alle waarschijnlijkheid geen recht op heeft. Het totaalbedrag aan schade zal immers vermoedelijk hoger zijn dan de vordering van Centric op BSR.
Tot slot heeft BSR spoedeisend belang bij een toewijzing van de vordering, nu een groot aantal gebreken zou worden opgelost met de door Centric toegezegde nieuwe release die in week 42 zou worden geleverd. Deze nieuwe release bevat ook de functionaliteit om met ingang van 1 januari 2009 aan de nieuwe Waterschapswetgeving te voldoen.
3.3. Centric voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Het spoedeisend belang volgt uit de aard van de zaak en is ook niet door Centric weersproken.
4.2. Centric heeft allereerst aangevoerd dat BSR niet heeft voldaan aan het bepaalde in artikel 111, derde lid Rv, nu zij in haar dagvaarding de tegen de eis aangevoerde verweren en gronden daarvoor niet heeft vermeld. Centric heeft niet aangegeven welk gevolg hieraan dient te worden verbonden.
De voorzieningenrechter overweegt te dien aanzien dat het niet-naleven van het bepaalde in voornoemd artikel niet met nietigheid wordt gesanctioneerd. Voor het overige is onvoldoende aannemelijk geworden dat Centric door dit verzuim in haar belangen is geschaad. Dit geldt temeer nu BSR een ordner met 20 producties heeft overgelegd. Niet alleen zijn in deze ordner brieven van BSR opgenomen, waarin zij reageert op diverse standpunten van Centric, maar tevens is hierin ook correspondentie van de zijde van Centric opgenomen. In deze brieven, waarvan de voorzieningenrechter tijdig kennis heeft kunnen nemen, komt het standpunt van Centric uitgebreid naar voren. Tevens heeft Centric vóór de zitting nog een zestal producties aan de voorzieningenrechter doen toekomen, waaronder een brief van Centric. Ook hierin komt het standpunt van Centric naar voren. Voornoemd verweer van Centric treft dan ook geen doel.
4.3. Vastgesteld moet worden dat de visies van partijen over de kwaliteit van de dienstverlening door Centric lijnrecht tegenover elkaar staan. BSR heeft betoogd dat de kwaliteit van de uitgevoerde conversie (die overigens volgens haar nog niet volledig is uitgevoerd) verre van goed is. Zij heeft meerdere uitgebreide brieven aan Centric geschreven waarin zij haar ongenoegen over de dienstverlening van Centric en het softwaresysteem kenbaar heeft gemaakt.
Centric heeft zich daarentegen op het standpunt gesteld dat zij een deugdelijke conversie heeft uitgevoerd en ook deugdelijke conversiebestanden heeft opgeleverd op 11 februari 2008, hetgeen in overeenstemming was met de planning versie 1.10. De aanslagen konden vervolgens ook op tijd worden verzonden. Het product waar het hier om gaat, zo heeft Centric betoogd, bestaat bovendien al meer dan tien jaar en wordt door ruim een kwart van alle Nederlandse gemeenten en waterschappen gebruikt voor het heffen van belastingen. Volgens Centric zijn er problemen ontstaan, doordat BSR zonder enig overleg met Centric het Innenbestand heeft verwijderd. Dat er bepaalde heffingen op een later tijdstip hebben plaatsgevonden, heeft niet tot vertraging geleid ten opzichte van wettelijke termijnen. De problemen die nu nog bestaan, zijn problemen die behoren tot het normale onderhoud. Het verrichten van onderhoud is bovendien een inspanningsverbintenis en geen resultaatverbintenis.
4.4. De voorzieningenrechter kan zonder nadere instructie niet vaststellen welke partij gelijk heeft. Hiervoor is een diepgaand onderzoek nodig, waarvoor een kort gedingprocedure zich niet leent. Vooralsnog kan dan ook niet worden vastgesteld dat, zoals BSR stelt, sprake is van een gebrekkige prestatie aan de zijde van Centric.
BSR heeft ter verdere onderbouwing van haar standpunt een rapport van [betrokkene], informaticadeskundige, overgelegd. Volgens BSR wordt hierin geconcludeerd dat de opgeleverde bestanden fouten bevatten, waardoor BSR meerdere controle- en herstelwerkzaamheden heeft moeten uitvoeren. Centric heeft de inhoud van het rapport betwist, hoewel zij de deskundigheid van [betrokkene] heeft erkend.
De voorzieningenrechter is evenwel van oordeel dat uit het rapport van [betrokkene], dat enkel op verzoek van BSR is opgemaakt, onvoldoende duidelijk blijkt of [betrokkene] de gestelde gebreken uit eigen waarneming heeft geconstateerd en daarmee dus daadwerkelijk de door Centric uitgevoerde werkzaamheden heeft onderzocht. Uit de manier waarop het antwoord op vraag 5 op pagina 9 van het rapport is geformuleerd, lijkt het er op dat [betrokkene] enkel de problemen en gebreken die BSR heeft geconstateerd/ervaren heeft weergegeven. De stelling dat uit de omschrijving van de doelstelling die in de aanhef van het rapport is opgenomen, zou moeten blijken dat [betrokkene] zelfstandig onderzoek heeft gedaan naar de door Centric verleende diensten, kan niet gevolgd worden. In deze doelomschrijving wordt weliswaar vermeld dat op een objectieve wijze vast moet worden gesteld of Centric met de geleverde prestaties de zorg van een goed opdrachtnemer in acht heeft genomen, maar er wordt niet uitdrukkelijk in vermeld hoe [betrokkene] dit moest vaststellen.
Verder heeft [betrokkene] in zijn antwoord op vraag 10 of Centric op 21 november 2007 (gegeven de omstandigheden waarin het BSR project verkeerde) nog wel een deugdelijk functioneel ontwerp had kunnen maken of anderszins de conversie op aanvaardbaar niveau had kunnen voltooien en aldus de schade als gevolg van vertraging van de oplevering van het systeem geheel of gedeeltelijk had kunnen voorkomen, geantwoord dat het gezien de aard en de omvang van de fouten zeker lijkt dat (1) de conversie niet deugdelijk is opgezet en dat (2) niet de vereiste controles in de conversie waren ingebouwd. Wat er verder dan ook van het gedane onderzoek zij, een conclusie waarin stellig en met zekerheid wordt geoordeeld dat Centric de conversie onjuist heeft uitgevoerd ontbreekt.
De omstandigheid dat de overeenkomst niet door Centric is getekend, is gelet op het voorgaande niet van belang. Bovendien hebben partijen uitvoering gegeven aan de overeenkomst.
4.5. Uit het voorgaande volgt dat vooralsnog niet is komen vast te staan dat Centric een gebrekkige prestatie heeft geleverd. BSR was derhalve in beginsel gehouden om de derde en vierde termijn van de totale projectprijs, alsook de factuur voor het onderhoud voor het jaar 2008, te voldoen.
4.6. BSR heeft nog aangevoerd dat in de totale contractsom voor de softwarelicenties een correctie moet plaatsvinden in verband met minderwerk. Als gevolg van die correctie wijzigt ook de onderhoudsvergoeding, omdat die is bepaald op 20% van de totale licentiekosten. De softwarelicenties zouden met een bedrag van € 109.072,00 moeten worden verminderd en de onderhoudsvergoeding met een bedrag van € 32.080,00.
Centric heeft hier aanvankelijk mee ingestemd, maar is hier later in haar brief van 15 augustus 2008 van teruggekomen. Volgens haar dient slechts een bedrag € 27.905,50 te worden gecrediteerd.
4.7. Ook op dit punt verschillen partijen op wezenlijke onderdelen van mening. De voorzieningenrechter beschikt niet over de gehele offerte en kan derhalve het standpunt van Centric dat hierin bepaalde posten niet dubbel zouden zijn opgenomen, niet controleren. Bovendien heeft Centric kennelijk, zo blijkt uit de door haar overgelegde producties, pas op 17 oktober 2008 een overzicht overgelegd van de nog openstaande facturen en de door haar gecrediteerde facturen. Voor BSR was voor die datum niet duidelijk welke facturen gecrediteerd zouden worden en hoe hoog de te crediteren bedragen waren. Van BSR kon derhalve in redelijkheid niet verwacht worden dat zij zonder meer de volledige factuurbedragen zou betalen.
4.8. Uit hetgeen hiervoor is overwogen volgt dat de derde en vierde termijn van de projectprijs en de factuur die ziet op het jaarlijks onderhoud voor 2008 door BSR hadden moeten worden betaald, maar ook dat een deel daarvan nog niet hoeft te worden betaald. Uit praktisch oogpunt zal de voorzieningenrechter hier vaststellen dat BSR de derde en vierde termijn volledig dient te voldoen en betaling van de factuur voor de onderhoudswerk-zaamheden mag opschorten tot meer duidelijkheid bestaat over de omvang van die factuur.
4.9. De vraag is vervolgens of Centric bevoegd was om haar prestaties op te schorten, nu vastgesteld is dat BSR zich vooralsnog ten onrechte op haar opschortingsrecht heeft beroepen voor wat betreft de betaling van de volledige factuurbedragen. BSR heeft met verwijzing naar het bepaalde in artikel 14.3 van de overeenkomst aangevoerd dat Centric in het geheel geen opschortingsrecht toekwam. Centric heeft volgens dat beding bij, kort gezegd, niet-betaling van een factuur door BSR immers geen opschortingsrecht, indien BSR binnen een termijn van 21 dagen na de datum van de factuur schriftelijk de inhoudelijke onjuistheid of ondeugdelijkheid van de factuur meldt.
4.10. Vooropgesteld moet worden dat een dergelijke inperking van een recht tot opschorting strikt geïnterpreteerd moet worden, nu het de contractuele verhoudingen tussen partijen al te eenvoudig uit balans kan brengen. Vastgesteld moet worden dat BSR zich binnen voornoemde termijn niet bij Centric heeft beklaagd over de onjuistheid of ondeugdelijkheid van de facturen. Weliswaar heeft BSR Centric op 20 februari 2008 – en derhalve binnen de termijn van 21 dagen na ontvangst van de factuur gedateerd 8 februari 2008 – bericht dat de dienstverlening niet naar wens verliep, maar zij heeft met geen enkel woord gerept over de onjuistheid van de (inhoud van de) factuur. Het gespreksverslag van 22 mei 2008 kan evenmin als een dergelijke kennisgeving worden aangemerkt.
In voornoemd artikel is uitdrukkelijk een termijn van 21 dagen opgenomen, zodat een later beroep op de gebrekkigheid van de gefactureerde prestatie er niet toe kan leiden dat Centric geen beroep mag doen op haar opschortingsrecht. Evenmin is juist de stelling van BSR dat indien vóór de datum van de factuur reeds schriftelijk over de verrichte prestaties is gereclameerd, artikel 14.3 al van toepassing is en Centric geen beroep zou kunnen doen op haar opschortingsrecht, gelet op de enge interpretatie die aan het beding gegeven dient te worden. Het beroep op het beding kan derhalve niet slagen.
4.11. Dat aan de zijde van Centric sprake zou zijn van schuldeisersverzuim waardoor aan haar geen beroep toekomt op haar opschortingsrecht, kan de voorzieningenrechter niet volgen. Zoals hiervoor reeds uiteengezet is, is immers vooralsnog niet aannemelijk geworden dat sprake is van een gebrekkige nakoming door Centric. Vooralsnog is Centric dan ook niet gehouden om aan BSR een schadevergoeding te betalen, in welke vorm dan ook.
Centric heeft evenmin misbruik gemaakt van haar bevoegdheid tot opschorting van haar prestaties, nu vastgesteld is dat Centric wel recht heeft op betaling van het overgrote deel van de openstaande facturen door BSR. Andere omstandigheden die zouden maken dat geoordeeld moet worden dat sprake is van misbruik van bevoegdheid zijn gesteld noch gebleken.
4.12. Gelet op het voorgaande heeft Centric zich terecht op haar opschortingsrecht beroepen, zodat de vorderingen zullen worden afgewezen. Indien BSR tot betaling van de eerdergenoemde termijnen overgaat, zal Centric haar werkzaamheden voor BSR dienen te hervatten.
4.13. BSR zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Centric worden begroot op:
- vast recht € 254,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.070,00
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt BSR in de proceskosten, aan de zijde van Centric tot op heden begroot op € 1.070,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J. de Vries en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. B.J.M. Vermulst op 31 oktober 2008.