ECLI:NL:RBARN:2008:BG2118
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Schorsing voorlopige hechtenis en niet-ontvankelijkheid Openbaar Ministerie in mensensmokkelzaak
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem op 15 oktober 2008, stond de verdachte terecht in verband met mensensmokkel. De verdachte was op 21 november 2007 in verzekering gesteld en op 6 september 2007 in voorlopige hechtenis genomen. Op 22 november 2007 werd de voorlopige hechtenis geschorst. De verdachte werd echter op 1 september 2008 door het uitzetcentrum Zestienhoven geïnformeerd dat hij de volgende dag naar Irak zou worden uitgezet, terwijl de inhoudelijke behandeling van zijn strafzaak nog niet had plaatsgevonden. De raadsman van de verdachte, mr. A. Vonken, voerde aan dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard moest worden, omdat de verdachte door toedoen van het Openbaar Ministerie niet in staat was om ter zitting aanwezig te zijn. De rechtbank oordeelde dat de schending van het recht van de verdachte om aanwezig te zijn bij de behandeling van zijn strafzaak, zoals vastgelegd in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de mens en de fundamentele vrijheden, voor rekening van het Openbaar Ministerie kwam. De rechtbank concludeerde dat de schending niet binnen een redelijke termijn kon worden hersteld en verklaarde het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk. Tevens werd de voorlopige hechtenis opgeheven.