Parketnummers : 05/509861-08, 05/510302-08 en 05/900542-08
Parketnummer tul : 05/520440-06 (TUL)
Datum zitting : 15 oktober 2008
Datum uitspraak : 29 oktober 2008
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats],
thans gedetineerd in : P.I. Amsterdam, HvB Het Veer (FOBA),
adres : H.J.E. Wenckebachweg 48,
plaats : 1096 AN Amsterdam.
Raadsman : mr. C.J. Looijen, advocaat te Zetten.
1. De inhoud van de tenlasteleggingen
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Bij parketnummer 05/509861-05
1.
hij op of omstreeks 03 juni 2008 te Tiel minister-president J.P. Balkenende heeft bedreigd met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat en/of enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk voornoemde Balkenende dreigend de woorden heeft toegevoegd: "ik wil een aanslag op Balkenende voorbereiden" en/of "ik wil een aanslag plegen op Balkenende", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op of omstreeks 05 juni 2008 te Tiel minister-president J.P. Balkenende heeft bedreigd met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat en/of enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling en/of met brandstichting, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk voornoemde Balkenende dreigend de woorden heeft toegevoegd :"Ik kom met bombrieven volgende week", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Bij parketnummer 05/510302-08:
1.
hij op of omstreeks 10 januari 2008 te Tiel en/of 's-Gravenhage, althans in Nederland, E.M.H. Hirsch Ballin (Minister van Justitie) heeft bedreigd met met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of gemeen gevaar voor de verlening van diensten ontstaat en/of enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, hierin bestaande dat verdachte opzettelijk voornoemde Hirsch Ballin dreigend de woorden heeft toegevoegd :" dan pak ik die Hirsch Ballin bij zijn stropdas en trek ik hem over de balie heen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Bij parketnummer 05/900542-08:
1.
hij in of omstreeks de periode van 11 april 2008 tot en met 20 juni 2008 te Tiel, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van S.P.M. de Vreeze (Burgemeester van de gemeente Tiel), in elk geval van een ander, met het oogmerk die De Vreeze, in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft verdachte (zeer) vele malen telefonisch contact gezocht met genoemde De Vreeze en/of diens partner en/of diens secretariaat en/of bij de woning van die De Vreeze aangebeld en/of (met zijn auto) post gevat nabij de woning van die De Vreeze en/of meerdere briefjes/pamfletten met daarop de tekst "De Burgemeester van Tiel is CORRUPT" aangebracht/verspreid;
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaken zijn op 15 oktober 2008 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. C.J. Looijen, advocaat te Zetten.
Ter terechtzitting van 15 oktober 2008 zijn de zaken van de officier van justitie in het arron¬dissement Arnhem, onder bovenstaande parketnummers bij afzonderlijke dagvaardingen aanhangig gemaakt, gevoegd.
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte;
• zal worden vrijgesproken van het bij parketnummer 05/510302-08 tenlastegelegde; en
• ter zake van het bij parketnummer 05/509861-08 onder 1 en 2 en van het bij parketnummer 05/900542-08 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden, waarvan 6 (zes) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Tevens heeft de officier van justitie tenuitvoerlegging gevorderd van 3 weken gevangenisstraf, die voorwaardelijk werden opgelegd bij vonnis van de politierechter te Arnhem van 5 maart 2007, parketnummer. 05/520440-06.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
3.1. Ten aanzien van parketnummer 05/510302-08
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte is tenlastege¬legd en zal verdachte daarvan vrij¬spreken. De rechtbank overweegt daartoe het navolgende:
Uit het proces-verbaal van aangifte (van belaging) noch uit de overige in het dossier aanwezige bewijsmiddelen, blijkt dat E.H.M. Hirsch Ballin de aangever gemachtigd heeft tot het doen van aangifte. Voorts blijkt uit het dossier niet dat voornoemde Hirsch Ballin weet heeft gehad van de bedreiging, waarbij de rechtbank in het midden laat of de tenlastegelegde bewoordingen als bedreigend kunnen worden aangemerkt.
3.2. Ten aanzien van parketnummer 05/509861-08
De raadsman van verdachte heeft vrijspraak bepleit, omdat er bij de bedreigde geen vrees heeft kunnen ontstaan. De raadsman heeft daartoe aangevoerd dat tijdens het telefoon gesprek reeds duidelijk zou zijn geweest dat verdachte psychisch niet helemaal in orde was en voorts dat verdachte pas een maand later is opgepakt en dat zulks niet rijmt met de vrees dat verdachte daadwerkelijk een aanslag zou willen plegen op de minister-president.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsman. De rechtbank is van oordeel dat de door verdachte gebruikte teksten in zijn algemeenheid geschikt zijn voor bedreiging. Voorts is de rechtbank van oordeel dat onder de gegeven omstandigheden bij de minister-president J.P. Balkenende de redelijke vrees kon ontstaan dat een aanslag op hem kon worden voorbereid of gepleegd. Immers het staat niet vast of, toen de minister-president de bedreigende teksten vernam, het hem voldoende duidelijk is geworden wie de persoon achter de bedreigingen was, zodat hij zich, gezien het bedreigende karakter van die teksten, bedreigd kon voelen. Daar komt bij dat ook rekening moet worden gehouden met het feit dat een aanslag kan worden gepleegd door iemand die geestelijk in de war is. Tenslotte geldt dat in de huidige tijd in binnen- en buitenland de vrees voor aanslagen op publieke (gezagsdragende) personen in voorkomend geval niet onterecht is gebleken. De minister-president kan naar het oordeel van de rechtbank het risico niet nemen om al te lichtvaardig met – mogelijke – bedreigingen om te gaan.
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte hetgeen hem onder 1 tenlastegelegd is heeft begaan.
De rechtbank is van oordeel dat de door verdachte, op 5 juni 2008, gebezigde woorden ‘Ik kom met bombrieven volgende week’ geen bedreiging opleveren van minister-president Balkenende. Immers, de woorden zijn hem niet direct toegevoegd maar verwoord in een telefoongesprek met een medewerker van het ministerie. Verder wordt de minister-president door verdachte niet genoemd als zijnde het doelwit van die bombrieven.
De rechtbank acht derhalve niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 2 is tenlastegelegd zal hem daarvan vrijspreken.
3.3 Ten aanzien van parketnummer 05/900542-08
De raadsman heeft vrijspraak bepleit en heeft daartoe het volgende aangevoerd:
• Het bellen met het gemeentehuis is niet wederrechtelijk, daar het een openbare instelling is die altijd gebeld moet kunnen worden;
• De stelselmatigheid ontbreekt, daar verdachte niet iedere dag belde en hij belde om met de burgemeester te spreken, hetgeen hem niet werd toegestaan;
• Verdachte kwam weliswaar veel in contact met het gemeentehuis, maar niet dusdanig dat er sprake is van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van de burgemeester;
• Er is geen sprake van dwang geweest;
• Het verspreiden van de pamfletten zou meer passen in het kader van smaad, maar niet in het kader van belaging.
Verdachte heeft verklaard dat hij een gesprek wilde hebben met de burgemeester van Tiel en hij heeft hem na een, voor hem, onbevredigend gesprek, telefonisch en fysiek benaderd. Verdachte heeft hiertoe enkele honderden malen gebeld met het secretariaat van de burgemeester (op het gemeentehuis) en 30 keer met het privé-nummer van de burgemeester en zijn partner. Bovendien heeft verdachte op 17 april voor het huis van de burgemeester gestaan, daar aangebeld en met zijn auto voor de woning gepost. Voorts heeft verdachte pamfletten met de tekst ‘De burgemeester van Tiel is corrupt’ verspreid.
Het veelvuldig, als in het onderhavige geval, bellen met het secretariaat van de burgemeester is naar het oordeel van de rechtbank wederrechtelijk. Dat het een burger vrij staat om (telefonisch) contact op te nemen met de overheid staat daar, gezien de stelsmatigheid van het onderhavige geval, niet aan in de weg. De aard, intensiteit, duur en frequentie van het voornoemde handelen van verdachte is naar het oordeel van de rechtbank stelselmatig.
Voorts is de rechtbank van oordeel dat onder persoonlijke levenssfeer niet alleen het privédomein van iemand moet worden begrepen maar in zekere mate ook het domein van de werkomgeving. Zij schaart het secretariaat van de burgemeester onder dat domein. Te meer daar verdachte vermeldde dat hij de burgemeester wilde spreken en de burgemeester daarvan op de hoogte was.
De rechtbank verwerpt aldus het verweer van de raadsman.
Verdachte heeft gedurende ruim twee maanden op verschillende manieren contact proberen te zoeken met de burgemeester van Tiel. Het feit dat verdachte continu voor de burgemeester opbelde heeft de burgemeester ook bereikt. Gelet op deze omstandigheden kan niet anders worden geoordeeld dan dat er sprake was van belaging van de burgemeester door verdachte.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte;
het bij parketnummer 05/509861-08 onder 1 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij op 03 juni 2008 te Tiel minister-president J.P. Balkenende heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht hierin bestaande dat verdachte opzettelijk voornoemde Balkenende dreigend de woorden heeft toegevoegd: "ik wil een aanslag op Balkenende voorbereiden" en "ik wil een aanslag plegen op Balkenende";
het bij parketnummer 05/900542-08 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij in de periode van 11 april 2008 tot en met 20 juni 2008 te Tiel, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van S.P.M. de Vreeze (Burgemeester van de gemeente Tiel met het oogmerk die De Vreeze te dwingen iets te doen, en te dulden, immers heeft verdachte zeer vele malen telefonisch contact gezocht met genoemde De Vreeze en diens partner en diens secretariaat en heeft hij bij de woning van die De Vreeze aangebeld en (met zijn auto) post gevat nabij de woning van die De Vreeze en meerdere briefjes/pamfletten met daarop de tekst "De Burgemeester van Tiel is CORRUPT" verspreid;
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.
4a. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 509861-05, feit 1:
“bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht”
Ten aanzien van parketnummer 05/900542-08:
4b. De strafbaarheid van de feiten
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, verder met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 23 september 2008 en een korte rapportage betreffende een voorgeleidingsconsult van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, gedateerd 25 juli 2008, betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft de minister-president met enig misdrijf tegen het leven bedreigd en de burgemeester van Tiel belaagd. Dit zijn feiten die niet alleen voor betrokkenen bedreigend en hinderlijk zijn, maar die tevens de werking van de overheden kan bemoeilijken en de samenleving raken.
Verdachte heeft met zijn handelen niet alleen hinder toegebracht en vrees aangejaagd, maar ook heeft hij bewerkstelligd dat de burgemeester van Tiel en de minister-president zich minder vrij konden bewegen dan in een democratische samenleving wenselijk is te achten. Dit terwijl het in het huidige tijdvak zo is dat publieke (politieke en gezagsdragende) personen door bedreiging en belaging soms volledig afhankelijk zijn van persoonlijke bewaking.
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is. De door de officier van justitie tevens gevorderde voorwaardelijke straf acht de rechtbank niet een juiste strafrechtelijke reactie. Een voorwaardelijke straf zal, naar het oordeel van de rechtbank, verdachte er niet van weerhouden om in de toekomst wederom soortgelijke strafbare feiten te plegen. De rechtbank wijst hierbij in het bijzonder op zijn eigen verklaringen hierover.
De rechtbank zal bovendien een gevangenisstraf van kortere duur opleggen dan is geëist nu de rechtbank tot een andere bewijsbeslissing komt en niet alle tenlastegelegde strafbare feiten bewezen acht.
Gelet op de duur van de op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal de rechtbank de voorlopige hechtenis opheffen met ingang van de dag waarop deze straf gelijk is aan de duur van de reeds ondergane voorlopige hechtenis.
6a. De beoordeling van de vordering na voorwaardelijke veroordeling
Op grond van het verhandelde ter terechtzitting acht de rechtbank de feitelijke grondslag van de vordering van de officier van justitie juist.
Zij zal derhalve de tenuitvoerlegging gelasten van de voorwaardelijke gevangenisstraf die aan verdachte is opgelegd bij vonnis van de Politierechter te Arnhem gedateerd 05 maart 2007.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14g, 27, 57, 285 en 285b van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank, rechtdoende:
Spreekt verdachte vrij van het bij parketnummer 05/509861-08 onder 2 tenlastegelegde feit en het bij parketnummer 05/510302-08 tenlastegelegde feit.
Verklaart bewezen dat verdachte het bij parketnummer 05/509861-08 onder 1 tenlastegelegde feit en het bij parketnummer 05/900542-08 tenlastegelegde feit zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 5 (vijf) maanden.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op het bevel voorlopige hechtenis met ingang van het tijdstip waarop de duur van de voorlopige hechtenis gelijk wordt aan die van de opgelegde straf.
De beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling
Gelast de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie ) weken voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de Politierechter te Arnhem gedateerd 05 maart 2007, onder parketnummer 05/520440-06.
mr. M. Jurgens, vice-president als voorzitter,
mr. E.G. Smedema, vice-president,
mr. drs. J.M. Klep, rechter
in tegenwoordigheid van S.P. Visser, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 oktober 2008.