ECLI:NL:RBARN:2008:BF8766

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
23 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/601178-08, 05/600758-08 en 05/601174-07 (tul)
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van minderjarige wegens diefstal en geweldsdelicten met oplegging van gedragsmaatregel

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 23 september 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, die werd beschuldigd van diefstal en diefstal met geweld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 13 maart 2008 in Arnhem, samen met een mededader, een mobiele telefoon heeft gestolen van een slachtoffer, waarbij geweld en bedreiging met geweld zijn gebruikt. Daarnaast heeft de verdachte op 9 april 2008 in een supermarkt goederen gestolen. De rechtbank heeft de ernst van de misdrijven en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om een gedragsmaatregel op te leggen voor de duur van 12 maanden, wat de rechtbank heeft overgenomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de maatregel noodzakelijk is voor de verdere ontwikkeling van de verdachte. De verdachte is veroordeeld tot een jeugddetentie van 120 dagen, met aftrek van de tijd die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Tevens is de voorlopige hechtenis opgeheven. De rechtbank heeft de proeftijd van een eerder opgelegde voorwaardelijke maatregel verlengd met een jaar. De beslissing is gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie in zijn geheel toegewezen.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Meervoudige Kamer voor kinderstrafzaken
Promis II
Parketnummer: 05/601178-08, 05/600758-08 en 05/601174-07 (tul)
Datum zitting : 09 september 2008
Datum vonnis : 23 september 2008
TEGENSPRAAK
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen
naam : [verdachte]
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats]
adres : [adres]
plaats : [woonplaats]
thans gedetineerd in de JJI de Hunnerberg te Nijmegen.
Als raadsman van verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. D.J.L. Wijnveldt, advocaat te Arnhem.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Ten aanzien van parketnummer: 05/601178-08
hij op of omstreeks 13 maart 2008 te Arnhem op de openbare weg, te weten de Kronenburgpassage, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (merk Sony Ericson, type W200I en met serienummer 356196016028298), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat - zakelijk weergegeven - verdachte en/of zijn mededader, - (dreigend) op die [slachtoffer 1] zijn afgelopen en/of
- die [slachtoffer 1] gesommerd/verzocht heeft/hebben mee te lopen en/of
- die [slachtoffer 1] bij de keel heeft/hebben gegrepen en/of
- die [slachtoffer 1] bij diens schouder heeft/hebben gepakt en/of heeft/hebben meegetrokken naar een steegje voorbij de pinautomaat bij de uitgang van de Kronenburgpassage en/of
- die [slachtoffer 1] dreigende woorden heeft/hebben toegevoegd dat ze, verdachte en/of zijn mededader, een mes bij zich hebben, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Ten aanzien van parketnummer 05/600758-08:
hij op of omstreeks 09 april 2008 te Arnhem met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening, in/uit een supermarkt (te weten Albert Heijn, gelegen aan de Velperbuitensingel 4) heeft weggenomen (een) flesje(s) cola en/of (een) blikje(s) Red Bull en/of (een) croissant(s) en/of (een) re(e)p(en) KitKat, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Albert Heijn, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaken zijn op 09 september 2008 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen. Verdachte is bijgestaan door mr. D.J.L. Wijnveldt, advocaat te Arnhem.
Ter terechtzitting van 09 september 2008 zijn de zaken van de officier van justitie in het arrondissement Arnhem, onder bovenstaande parketnummers bij afzonderlijke dagvaardingen aanhangig gemaakt, gevoegd.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Ten aanzien van parketnummer 05/601178-08 :
Het ten laste gelegde is door verdachte bekend en de raadsman heeft geen vrijspraak bepleit.
Bewijsmiddelen
- de aangifte van [slachtoffer 1] (p. 40);
- de verklaring van verdachte (p. 51-52);
- de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] (p. 46);
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting;
Ten aanzien van parketnummer 05/600758-08 :
Het ten laste gelegde is door verdachte bekend en de raadsman heeft geen vrijspraak bepleit.
Bewijsmiddelen
- de aangifte van [aangever] (p. 12);
- de verklaring van verdachte (p. 16);
- de bekennende verklaring afgelegd ter terechtzitting.
Conclusie
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder parketnummer 05/601178-08 en parketnummer 05/600758-08 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
Ten aanzien van parketnummer: 05/601178-08
hij op 13 maart 2008 te Arnhem op de openbare weg, te weten de Kronenburgpassage, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (merk Sony Ericson, type W200I en met serienummer 356196016028298), toebehorende aan [slachtoffer 1], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond dat - zakelijk weergegeven - verdachte en/of zijn mededader, - dreigend op die [slachtoffer 1] zijn afgelopen en
- die [slachtoffer 1] gesommerd heeft mee te lopen en
- die [slachtoffer 1] bij de keel heeft gegrepen en/of
- die [slachtoffer 1] bij diens schouder heeft gepakt en heeft meegetrokken naar een steegje voorbij de pinautomaat bij de uitgang van de Kronenburgpassage en
- die [slachtoffer 1] dreigende woorden heeft toegevoegd dat ze, een mes bij zich hebben;
Ten aanzien van parketnummer 05/600758-08:
hij op 09 april 2008 te Arnhem met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening, in een supermarkt (te weten Albert Heijn, gelegen aan de Velperbuitensingel 4) heeft weggenomen een flesje cola en blikjes Red Bull en croissants en repen KitKat, toebehorende aan Albert Heijn;
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 05/601178-08:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit door twee of meer verenigde personen wordt gepleegd.
Ten aanzien van parketnummer 05/600758-08:
Diefstal.
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten, met name ook niet uit de hierna te noemen deskundigenrapportages.
Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder parketnummer 05/601178-08 en parketnummer 05/600758-08 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 120 dagen met aftrek en met oplegging van de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige voor de duur van een jaar met vervangende jeugddetentie voor de duur van een jaar.
Tevens heeft de officier van justitie gevorderd dat het bevel voorlopige hechtenis wordt opgeheven met ingang van de dag van de uitspraak.
Ten aanzien van de vordering na voorwaardelijke veroordeling die door de meervoudige kamer te Arnhem op 24 december 2007 is opgelegd, heeft de officier van justitie gevorderd de proeftijd voor de duur van een jaar te verlengen.
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
- de justitiële documentatie d.d. 18 augustus 2008, betreffende verdachte;
- een met betrekking tot parketnummer 05/601174-07 opgemaakt multidisciplinair rapport van drs. M.A.M. Harings, GZ-psycholoog, gedateerd 22 oktober 2007 en van dr. S. Gemsa, psychiater, gedateerd 16 oktober 2007.
- de voorlichtingsrapportages van de afdeling Jeugdreclassering van de Bureaus Jeugdzorg Gelderland, d.d. 04 december 2007 en d.d. 08 september 2008, betreffende verdachte;
- een voorlichtingsrapport van de Raad voor de Kinderbescherming, d.d. 05 juni 2007 en een briefrapport van de Raad voor de Kinderbescherming, gedateerd 08 september 2008, betreffende verdachte;
- een haalbaarheidsonderzoek ten behoeve van de gedragsbeïnvloedende maatregel van de afdeling Jeugdreclassering van de Bureaus Jeugdzorg Gelderland, d.d. 05 september 2008, betreffende verdachte;
- een psychodiagnostisch onderzoek door drs. E. Knegt, orthopedagoog, onder verantwoordelijkheid van drs. D. ten Heggeler, gz-psycholoog, gedateerd 08 september 2008;
- een plan van aanpak van de afdeling Jeugdreclassering van de Bureaus Jeugdzorg Gelderland, d.d. 08 september 2008, betreffende verdachte;
- een voorlichtingsrapport van de Raad voor de Kinderbescherming met bijlagen, gedateerd 5 februari 2008, betreffende verdachte;
- een rapport van de Rentray d.d. 28 april 2008 betreffende verdachte;
- een brief van de Raad voor de Kinderbescherming, gedateerd 28 april 2008 met als bijlage een voorlichtingsrapport van de afdeling Jeugdreclassering van de Bureaus Jeugdzorg Gelderland, gedateerd 25 april 2008, betreffende verdachte.
De rechtbank overweegt verder nog als volgt.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van verschillende goederen bij de Albert Heijn. Daarnaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan een beroving in vereniging met geweld en bedreiging met geweld. Verdachte heeft hierbij het slachtoffer bij de keel gepakt en hem gesommeerd mee te gaan. In een steeg heeft verdachte het slachtoffer vervolgens van zijn mobiele telefoon beroofd door deze uit zijn jaszak te pakken. Hierbij hebben verdachte en zijn mededader gesuggereerd dat er een mes aanwezig was. Feiten als de onderhavige zorgen voor gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving in het algemeen en het slachtoffer in het bijzonder.
Uit de aangehaalde justitiële documentatie blijkt voorts dat verdachte reeds eerder ter zake van verschillende vermogensdelicten en geweldsdelicten is veroordeeld.
De jeugdreclassering adviseert om verdachte een onvoorwaardelijke jeugddetentie op te leggen voor de duur van het voorarrest met daarnaast een voorwaardelijke jeugddetentie met een proeftijd van 2 jaar met als bijzondere voorwaarde jeugdreclasseringsbegeleiding. Daarnaast acht de jeugdreclassering het van belang dat de gedragsbeïnvloedende maatregel voor de duur van een jaar wordt opgelegd.
Ten aanzien van de persoon van de verdachte wordt in de rapportage van 08 september 2008 als volgt overwogen: “[verdachte] is een 16-jarige Marokkaanse jongen, waarbij uit onderzoek is gebleken dat er sprake is van een gedragsstoornis en een gemiddelde intelligentie (TIQ 93). Zo komen er ook problemen naar voren op verschillende ontwikkelingsgebieden, namelijk de emotionele- gewetens- en identiteitsontwikkeling.
Kijkend naar het opvoeden van de ouders blijkt, dat er in het gezin sprake is van een geringe communicatie en een inconsequente aanpak door de ouders. Hierdoor is [verdachte] geneigd om zijn eigen gang te gaan.”
In de conclusie en het advies van voornoemde rapportage wordt nog het volgende naar voren gebracht: “Omdat zowel de school als de behandelaars van Groot Batelaar zich hebben doen uitlaten dat [verdachte] zich veelbelovend aan het ontwikkelen was en opnieuw voor hem willen gaan, heeft de Jeugdreclassering doen besluiten om te onderzoeken of het haalbaar is om [verdachte] in het kader van de gedragsbeïnvloedende maatregel verder en in samenwerking met andere deskundigen te begeleiden.”
In het plan van aanpak van de afdeling Jeugdreclassering van de Bureaus Jeugdzorg Gelderland wordt vermeld:
“Het is nodig dat ouders betrokken worden bij de behandeling en opvoeding van [verdachte]. Daartoe is naast de deskundigheid van Groot Batelaar, MST ingezet. Het betreft een intensieve vorm van behandeling waarbij de behandelaar het gezin meerdere malen per week in de thuissituatie bezoekt en 24 uur per dag bereikbaar is. Daarnaast worden contacten gelegd met bijvoorbeeld de school en Groot Batelaar.
Nadat de beschermende factoren en risicofactoren van de jongere en het gezin in kaart zijn gebracht, wordt een behandelplan opgesteld. Op basis hiervan worden interventies in en tussen de systemen van gezin, leeftijdsgenoten, school en omgeving geïntegreerd. De Jeugdreclassering dient erop toe te zien dat [verdachte] zich aan de afspraken houdt. Bovengenoemde straf- en zorgmodules maken deel uit van de gedragsbeïnvloedende maatregel die een duur zou moeten krijgen van een jaar en verbonden is aan een behoorlijke strafrechtelijke sanctie.”
In het rapport van drs. E. Knegt wordt het volgende naar voren gebracht:
“Als risicofactoren lijken de volgende punten te kunnen worden aangemerkt:
- [verdachte]’s kwetsbare identiteitsontwikkeling, wat hem gevoelig maakt voor ‘doorbraken’ van meer primitieve strevingen, als bepaalde materiële zaken willen hebben, en antisociale tendensen.
- [verdachte]’s “twee gezichten”. Hij lijkt gemotiveerd en kan meewerken aan behandeling, maar blijft ondanks dat in staat tot het vertonen van aangepast gedrag en koel berekenend gedrag.
- [verdachte]’s wens om gezien te worden, mee te kunnen doen met anderen als het gaat om materiële zaken.
- [verdachte] is onvoldoende in staat in contact te zijn met zijn (negatieve) emoties.
Vanuit pedagogisch oogpunt wordt behandeling vanuit een breed systeemkader (MST) nodig geacht. De hulpverlening dient zich te richten op de kracht van het gezin, gericht op beïnvloedbare criminogene factoren. De behandeling biedt vaardigheidstrainingen, gezins- en systemische interventies. De MST duurt ongeveer vijf maanden. Aansluitend op de MST dienen overgebleven doelen, indien geïndiceerd, te worden overgedragen aan behandelinstelling Groot Batelaar, omdat zij het gezin en hun achtergrond al kennen. De Jeugdreclassering zal dit traject moeten uitvoeren en bewaken. De gedragsbeïnvloedende maatregel wordt geïndiceerd geacht. Gedacht wordt aan een termijn van 12 maanden. Al staat het MST programma voor vijf maanden, de inschatting is dat de ernst van zijn persoonlijke problematiek, de systeemproblematiek en het delictgedrag enige tijd zullen vragen, gecombineerd met de begeleiding van ouders. Er zal een intensief nazorgtraject met toezicht moeten zijn. Ook voor dit nazorgtraject moet [verdachte] een strafrechtelijke stok achter de deur hebben.”
De Raad voor de Kinderbescherming neemt, in het briefrapport d.d. 08 september 2008, het advies van de Jeugdreclassering over.
Ter terechtzitting heeft drs. E. Knegt, voornoemd, haar advies gehandhaafd. Namens de afdeling Jeugdreclassering van de Bureaus Jeugdzorg Gelderland heeft B. Gerrits het plan van aanpak ter terechtzitting gehandhaafd.
De maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige kan worden opgelegd indien de ernst van het begane misdrijf, of de veelvuldigheid van de begane misdrijven of voorafgegane veroordelingen wegens misdrijf hiertoe aanleiding geven.
De rechtbank overweegt hieromtrent het navolgende.
Verdachte is al meermalen met politie en justitie in aanraking gekomen, waarbij hij in december 2007 voor soortgelijke feiten als de onderhavige is veroordeeld tot een voorwaardelijke pij-maatregel.
De maatregel dient daarnaast in het belang te zijn van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de minderjarige. Ondanks de behandeling bij Groot Batelaar en inzet van hulpverlening is verdachte wederom de fout ingegaan. Ouders hebben zich gemotiveerd getoond om samen met verdachte te werken aan behandeling en opvoeding van verdachte middels multisysteemtherapie.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte gelet op het vorenoverwogene een laatste kans verdient op hulp en zal het advies van de Raad voor de Kinderbescherming om een maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige op te leggen voor de duur van twaalf maanden overnemen, nu de ernst van de begane misdrijven hiertoe aanleiding geeft en de maatregel in het belang is van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte.
De rechtbank zal daarom aan de verdachte op de maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige voor de duur van twaalf (12) maanden opleggen.
De rechtbank beveelt voorts dat, als de verdachte niet naar behoren aan de tenuitvoerlegging van de maatregel meewerkt, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van zes (6) maanden.
Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat voor de afdoening van de onderhavige zaak een jeugddetentie in aanmerking komt voor de duur van 120 dagen met aftrek van de tijd die door verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht.
Gelet op de duur van de op te leggen onvoorwaardelijke jeugddetentie zal de rechtbank de voorlopige hechtenis opheffen.
6a. De beoordeling van de vordering na voorwaardelijke
veroordeling
Op grond van het verhandelde ter terechtzitting acht de rechtbank de feitelijke grondslag van de vordering van de officier van justitie juist.
Zij ziet, met de officier van justitie, aanleiding verlenging van de proeftijd voor de duur van 1 jaar te gelasten met betrekking tot de voorwaardelijke pij-maatregel die aan verdachte is opgelegd bij vonnis van de meervoudige kamer te Arnhem d.d. 24 december 2007.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 27, 77a, 77g, 77h, 77i, 77w, 77wa, 77wc, 77cc, 77gg, 310, 312 van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
- Een jeugddetentie voor de duur van 120 dagen.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis.
- De maatregel betreffende het gedrag van de jeugdige voor de duur van één jaar.
Stelt als inhoud van de gedragsbeïnvloedende maatregel:
• Multi Systeem Therapie;
• het opvolgen van de aanwijzingen door of namens de Jeugdreclassering van de Bureaus Jeugdzorg Gelderland zullen worden gegeven, ook indien dit inhoudt het volgen van een ambulante behandeling (deeltijdbehandeling en individuele gedragstherapie) bij Groot Batelaar of een andere, vergelijkbare instelling, voor zover en voor zolang dat door genoemde instelling nodig wordt geacht.
Geeft opdracht aan het Bureau Jeugdzorg Gelderland om aan veroordeelde bij de naleving van voornoemde voorwaarde Hulp en Steun te verlenen.
Beveelt dat indien de verdachte niet of niet naar behoren aan de maatregel meewerkt, vervangende jeugddetentie voor de duur van 6 maanden zal worden toegepast.
- De beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling 05/601174-07.
Verlengt de proeftijd voor de duur van 1 (een) jaar.
Aldus gewezen door:
mr. P. Oskam,vice-president tevens kinderrechter, als voorzitter,
mr. W.J. Vierveijzer, kinderrechter,
mr. K. Tielemans, rechter-plaatsvervanger,
in tegenwoordigheid van M. Verbeek, griffier.
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 september 2008.
Mr. K. Tielemans is buiten staat om dit vonnis mede te ondertekenen.