ECLI:NL:RBARN:2008:BE9908

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
5 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/950139-06
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van internetoplichter tot gevangenisstraf en schadevergoeding aan benadeelden

Op 5 september 2008 heeft de Rechtbank Arnhem een 29-jarige man veroordeeld tot 22 maanden gevangenisstraf en een schadevergoeding van ruim € 68.000,- wegens internetoplichting. De verdachte bood onder een valse naam goederen aan op Marktplaats.nl, waarbij kopers geld stortten maar de goederen nooit ontvingen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, die eerder al was veroordeeld, de maximale straf kreeg opgelegd vanwege de grote schaal van de oplichting. Daarnaast moet hij aan vier benadeelden schadevergoeding betalen. De zaak werd behandeld in tegenspraak, waarbij de verdachte niet zelf aanwezig was maar vertegenwoordigd werd door zijn raadsman, mr. M.Th.M. Zumpolle. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 30 maanden geëist, maar de rechtbank hield rekening met de omstandigheden van de verdachte en de eerdere veroordelingen. De rechtbank sprak de verdachte vrij van medeplegen, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij samen met anderen handelde. De rechtbank oordeelde dat de feiten bewezen waren en dat de verdachte strafbaar was. De beslissing is gebaseerd op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank heeft ook de civiele vorderingen van de benadeelde partijen toegewezen. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen tot schadevergoeding toegewezen en de verdachte verplicht om deze bedragen aan de Staat te betalen ten behoeve van de benadeelden. De rechtbank heeft ook de inbeslaggenomen goederen verbeurd verklaard, waaronder een telefoon en geldbedragen, en de wettelijke rente over de toegewezen schadevergoeding vanaf de datum van het vonnis toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer : 05/950139-06
Data zitting : 31 augustus 2006, 17 november 2006, 2 februari 2007, 23 maart 2007, 11 mei 2007, 15 juni 2007, 30 mei 2008 en 22 augustus 2008.
Datum uitspraak : 5 september 2008
Tegenspraak
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen:
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats],
adres : [adres],
plaats : [woonplaats].
thans gedetineerd in PI Zuid West - HvB De Torentijd, Torentijdweg 1
Middelburg.
Raadsman : mr. M.Th.M. Zumpolle, advocaat te Utrecht.
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 2 februari 2006 tot en met 13 februari 2006
te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk
te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse
hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, B.F. [slachtoffer1] heeft bewogen tot de afgifte van 60 euro, in elk
geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte en/of zijn mededader(s)
met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk
en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een iPod, althans één of meer goederen te koop heeft/hebben aangeboden op de
internetsite Marktplaats.nl, en/of
- de volgende naam en/of adresgegevens van de aanbieder heeft/hebben
opgegeven: Ali [valse naam1] te Utrecht, althans een andere naam en/of
adresgegevens dan de naam en/of adresgegevens van verdachte en/of zijn
mededaders, en/of
- betreffende benadeelde heeft/hebben gevraagd om de koopsom te betalen via de
ABN-Amrobank te Utrecht en/of op bankrekeningnummer [nummer] en/of
(daarbij) gezegd dat het te koop aangeboden goed per (TPG)post naar benadeelde
opgestuurd zou worden,
waardoor B.F. [slachtoffer1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(zaak 1)
2.
hij op of omstreeks 17 januari 2006 te Elst, althans in Nederland, tezamen en
in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om
zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een
valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of
door een samenweefsel van verdichtsels, A.B. [slachtoffer2] heeft bewogen tot de
afgifte van 125 euro, in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat
verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk
weergegeven - opzettelijk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of
in strijd met de waarheid
- een iPod Nano 4Gb, althans één of meer goederen te koop heeft/hebben
aangeboden op de internetsite Marktplaats.nl, en/of
- de volgende naam en/of adresgegevens van de aanbieder heeft/hebben
opgegeven: K.C.L. [valse naam2] te Utrecht, althans een andere naam en/of adresgegevens
dan de naam en/of adresgegevens van verdachte en/of zijn mededaders, en/of
- betreffende benadeelde heeft/hebben gevraagd om de koopsom te betalen via de
ABN-Amrobank te Utrecht en/of op bankrekeningnummer [nummer],
waardoor A.B. [slachtoffer2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(zaak 2)
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2006 tot en met 4 maart 2006 te
Dieren, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk
te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse
hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, M. [slachtoffer3] heeft bewogen tot de afgifte van 135 euro, in elk geval
van enig goed, hierin bestaande dat verdachte en/of zijn mededader(s) met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en/of
listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een iPod Nano, althans één of meer goederen te koop heeft/hebben aangeboden
op de internetsite Marktplaats.nl, en/of
- de volgende naam en/of adresgegevens van de aanbieder heeft/hebben
opgegeven: Rob van [valse naam3] te Amsterdam, althans een andere naam en/of
adresgegevens dan de naam en/of adresgegevens van verdachte en/of zijn
mededaders, en/of
- betreffende benadeelde heeft/hebben gevraagd om de koopsom te betalen via de
Postbank te Amsterdam en/of op girorekeningnummer [nummer] en/of (daarbij)
gezegd dat het te koop aangeboden goed per (TPG)post naar benadeelde
opgestuurd zou worden, en/of
- betreffende benadeelde per e-mail heeft/hebben laten weten dat het
betreffende goed verzonden was, en/of
- betreffende benadeelde een (zogenaamde) "track and trace code" heeft/hebben
doorgegeven, althans een code/traceernummer waarmee betreffende benadeelde op
internet zou kunnen nagaan waar het pakje zich bevond,
waardoor M. [slachtoffer3] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(zaak 3)
4.
hij in of omstreeks de periode van 16 februari 2006 tot en met 27 februari
2006 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander
wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een
valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel
van verdichtsels, B.J.A. [slachtoffer4] heeft bewogen tot de afgifte van 140 euro,
in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte en/of zijn
mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een telefoon (Samsung E530), althans één of meer goederen te koop
heeft/hebben aangeboden op de internetsite Marktplaats.nl, en/of
- de volgende naam en/of adresgegevens van de aanbieder heeft/hebben
opgegeven: Rob/Robert van [valse naam3], althans een andere naam en/of
adresgegevens dan de naam en/of adresgegevens van verdachte en/of zijn
mededaders, en/of
- betreffende benadeelde heeft/hebben gevraagd om de koopsom te betalen via de
Postbank en/of op girorekeningnummer [nummer] en/of (daarbij) gezegd dat het te
koop aangeboden goed per (TPG)post naar benadeelde opgestuurd zou worden,
waardoor B.J.A. [slachtoffer4] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(zaak 4)
althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling leidt:
hij in of omstreeks de periode van 16 februari 2006 tot en met 27 februari
2006 te 's-Gravenhage, althans in Nederland, althans in Nederland, heeft
verworven, voorhanden heeft gehad en / of heeft overgedragen een geldbedrag,
terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van
voormeld(e) goed(eren) wist dat dit/deze door diefstal in elk geval door enig
misdrijf was/waren verkregen;
5.
hij in of omstreeks de periode van 9 maart 2006 tot en met 17 maart 2006 te
Ellecom, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk
te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse
hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, F. [slachtoffer5] heeft bewogen tot de afgifte van 65 euro, in elk
geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte en/of zijn mededader(s)
met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk
en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- een iPod Nano 4 Gb, althans één of meer goederen te koop heeft/hebben
aangeboden op de internetsite Marktplaats.nl, en/of
- de volgende naam en/of adresgegevens van de aanbieder heeft/hebben
opgegeven: Geert (G.S.A.) [valse naam4], althans een andere naam en/of
adresgegevens dan de naam en/of adresgegevens van verdachte en/of zijn
mededaders, en/of
- betreffende benadeelde heeft/hebben gevraagd om de koopsom te betalen via de
Postbank en/of op girorekeningnummer [nummer] en/of (daarbij) gezegd dat het te
koop aangeboden goed per (TPG)post naar benadeelde opgestuurd zou worden,
waardoor F. [slachtoffer5] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(zaak 5)
6.
hij in of omstreeks de periode van 10 januari 2006 tot en met 18 januari 2006
te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk
te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse
hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, L.V.G.M. [slachtoffer6] heeft bewogen tot de afgifte van 125 euro,
in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte en/of zijn
mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk
valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- meerdere, althans een iPod Nano 4Gb, althans één of meer goederen te koop
heeft/hebben aangeboden op de internetsite Marktplaats.nl, en/of
- de volgende naam en/of adresgegevens van de aanbieder heeft/hebben
opgegeven: Kim en Marco [valse naam2] te Utrecht, althans een andere naam en/of
adresgegevens dan de naam en/of adresgegevens van verdachte en/of zijn
mededaders, en/of
- betreffende benadeelde heeft/hebben gevraagd om de koopsom te betalen via de
ABN-Amrobank te Utrecht en/of op bankrekeningnummer [nummer],
waardoor L.V.G.M. [slachtoffer6] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(zaak 6)
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is laatstelijk op 22 augustus 2008 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte niet verschenen. Verdachte heeft zijn raadsman mr. M.Th.M. Zumpolle, advocaat te Utrecht, uitdrukkelijk gemachtigd.
Als benadeelde partijen hebben zich schriftelijk in het geding gevoegd:
• B.F. [slachtoffer1] ten aanzien van feit 1;
• M. A. [slachtoffer3] ten aanzien van feit 3;
• F. [slachtoffer5] ten aanzien van feit 5;
• L.V.G.M. [slachtoffer6] ten aanzien van feit 6;
• K.C.L. [valse naam2].
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte terzake van het onder 1, 2, 3, 4 primair, 5, 6 tenlastegelegde en de ad informandum gevoegde zaken zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 22 maanden met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
Voorts heeft de officier van justitie verzocht om het onder verdachte inbeslaggenomen geldbedrag van € 15,52 verbeurd te verklaren en van het inbeslaggenomen bedrag van
€ 2.622,90 een bedrag van € 622,90 verbeurd te verklaren nu verdachte van € 2.000,- afstand heeft gedaan. Tevens dient het in beslaggenomen telefoontoestel verbeurd te worden verklaard.
De officier van justitie heeft tevens verzocht de vorderingen van de benadeelde partijen B.F. [slachtoffer1], M. A. [slachtoffer3], F. [slachtoffer5] en L.V.G.M. [slachtoffer6] toe te wijzen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht.
De officier van justitie heeft voorts gesteld dat de vordering van de benadeelde partij K.C.L. [valse naam2] niet in relatie staat tot een tenlastegelegd feit. De officier van justitie verzoekt dat deze benadeelde partij niet-ontvankelijk zal worden verklaard in haar vordering.
De raadsman heeft namens verdachte het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Vrijspraak medeplegen ten aanzien van de feiten 1, 2, 3, 4 primair, 5 en 6
Standpunten officier van justitie en raadsman:
Beiden achten bewezen dat verdachte tezamen en in vereniging met anderen de tenlastegelegde feiten heeft gepleegd.
Oordeel rechtbank:
Alleen verdachte verklaart dat hij deze feiten met anderen samen heeft gepleegd maar in het dossier wordt dat niet door een verklaring van een ander bevestigd. De rechtbank heeft daarom niet de overtuiging bekomen dat er sprake is van medeplegen en spreekt verdachte vrij van het medeplegen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van de feiten 1, 2, 3, 4 primair, 5 en 6:
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
• de bekennende verklaring van verdachte, ten aanzien van de feiten 1, 2, 3, 4 primair, 5 en 6, afgelegd ter terechtzitting d.d. 17 november 2006;
• een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal, dossiernummer 06-003536, d.d. 11 oktober 2006 met bijlagen, opgemaakt door verbalisanten van de regiopolitie Gelderland-Midden, district Arnhem Veluwezoom, onder meer inhoudende:
• een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte, inhoudende de verklaring van de aangever B.F. [slachtoffer1] d.d. 13 februari 2006, bijlage 4, zakendossier 1, p. 10 (feit 1);
• een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte, inhoudende de verklaring van de aangever A.B. [slachtoffer2] d.d. 18 januari 2006, bijlage 4, zakendossier 2, p. 79 (feit 2);
• een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte, inhoudende de verklaring van de aangever M. A. [slachtoffer3] d.d. 4 maart 2006, bijlage 4, zakendossier 3, p. 129 (feit 3);
• een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte, inhoudende de verklaring van de aangever B.J.A. [slachtoffer4] d.d. 27 februari 2006, bijlage 4, zakendossier 4, p. 175 (feit 4 primair);
• een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte, inhoudende de verklaring van de aangever F. [slachtoffer5] d.d. 17 maart 2006, bijlage 4, zakendossier 5, p. 224 (feit 5);
• een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte, inhoudende de verklaring van de aangever L.V.G.M. [slachtoffer6] d.d. 18 januari 2006, bijlage 4, zakendossier 6, p. 272 (feit 6).
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij in de periode van 2 februari 2006 tot en met 13 februari 2006
te Arnhem met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van
verdichtsels, B.F. [slachtoffer1] heeft bewogen tot de afgifte van 60 euro, hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk
en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- een iPod te koop heeft aangeboden op de internetsite Marktplaats.nl, en
- de volgende naam en adresgegevens van de aanbieder heeft
opgegeven: Ali [valse naam1] te Utrecht, en
- betreffende benadeelde heeft gevraagd om de koopsom te betalen via de
ABN-Amrobank te Utrecht en op bankrekeningnummer [nummer] en
(daarbij) gezegd dat het te koop aangeboden goed per (TPG)post naar benadeelde
opgestuurd zou worden,
waardoor B.F. [slachtoffer1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(zaak 1)
2.
hij op 17 januari 2006 te Elst, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, A.B. [slachtoffer2] heeft bewogen tot de afgifte van 125 euro, hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- een iPod Nano 4Gb, te koop heeft aangeboden op de internetsite Marktplaats.nl, en
- de volgende naam en adresgegevens van de aanbieder heeft opgegeven: K.C.L. [valse naam2] te Utrecht, en
- betreffende benadeelde heeft gevraagd om de koopsom te betalen via de
ABN-Amrobank te Utrecht en op bankrekeningnummer [nummer],
waardoor A.B. [slachtoffer2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(zaak 2)
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 maart 2006 tot en met 4 maart 2006 te
Dieren, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, M. [slachtoffer3] heeft bewogen tot de afgifte van 135 euro, hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en
listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid en
- een iPod Nano te koop heeft aangeboden op de internetsite Marktplaats.nl, en
- de volgende naam en adresgegevens van de aanbieder heeft opgegeven: Rob van [valse naam3] te Amsterdam, en
- betreffende benadeelde heeft gevraagd om de koopsom te betalen via de
Postbank te Amsterdam en op girorekeningnummer [nummer] en (daarbij)
gezegd dat het te koop aangeboden goed per (TPG)post naar benadeelde
opgestuurd zou worden, en
- betreffende benadeelde per e-mail heeft laten weten dat het
betreffende goed verzonden was, en
- betreffende benadeelde een (zogenaamde) "track and trace code" heeft
doorgegeven, althans een code/traceernummer waarmee betreffende benadeelde op
internet zou kunnen nagaan waar het pakje zich bevond,
waardoor M. [slachtoffer3] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(zaak 3)
4.
hij in de periode van 16 februari 2006 tot en met 27 februari
2006 te Arnhem, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, B.J.A. [slachtoffer4] heeft bewogen tot de afgifte van 140 euro,
hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- een telefoon (Samsung E530), te koop heeft aangeboden op de internetsite Marktplaats.nl, en
- de volgende naam van de aanbieder heeft opgegeven: Rob/Robert van [valse naam3], en
- betreffende benadeelde heeft gevraagd om de koopsom te betalen via de
Postbank en op girorekeningnummer [nummer] en (daarbij) gezegd dat het te
koop aangeboden goed per (TPG)post naar benadeelde opgestuurd zou worden,
waardoor B.J.A. [slachtoffer4] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(zaak 4)
5.
hij in de periode van 9 maart 2006 tot en met 17 maart 2006 te
Ellecom, althans in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk
te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels, F. [slachtoffer5] heeft bewogen tot de afgifte van 65 euro, hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- een iPod Nano 4 Gb, te koop heeft aangeboden op de internetsite Marktplaats.nl, en
- de volgende naam van de aanbieder heeft opgegeven: Geert (G.S.A.) [valse naam4], en
- betreffende benadeelde heeft gevraagd om de koopsom te betalen via de
Postbank en op girorekeningnummer [nummer] en (daarbij) gezegd dat het te
koop aangeboden goed per (TPG)post naar benadeelde opgestuurd zou worden,
waardoor F. [slachtoffer5] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(zaak 5)
6.
hij in de periode van 10 januari 2006 tot en met 18 januari 2006
te Utrecht, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van
verdichtsels, L.V.G.M. [slachtoffer6] heeft bewogen tot de afgifte van 125 euro,
in elk geval van enig goed, hierin bestaande dat verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- een iPod Nano 4Gb, te koop heeft aangeboden op de internetsite Marktplaats.nl, en
- de volgende naam en adresgegevens van de aanbieder heeft
opgegeven: Kim en Marco [valse naam2] te Utrecht en
- betreffende benadeelde heeft gevraagd om de koopsom te betalen via de
ABN-Amrobank te Utrecht en/of op bankrekeningnummer [nummer],
waardoor L.V.G.M. [slachtoffer6] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
(zaak 6)
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
4a. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van de feiten 1, 2, 3, 4 primair, 5 en 6 telkens:
Oplichting.
4b. De strafbaarheid van de feiten
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten, met name ook niet uit de hierna te noemen deskundigenrapportage.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
• de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 26 juni 2008;
• de ter zitting van 22 augustus 2008 overgelegde brief van verdachte aan de rechtbank d.d. 15 augustus 2008;
• een adviesrapport van de Justitiële Verslavingszorg, Locatie Walcheren, opgemaakt door G. Helleman d.d. 12 augustus 2008, betreffende verdachte.
• een adviesrapport van de Justitiële Verslavingszorg, Locatie Walcheren, opgemaakt door G. Helleman d.d. 8 augustus 2008, betreffende verdachte;
• een adviesrapport van de Justitiële Verslavingszorg, Locatie Walcheren, opgemaakt door G. Helleman d.d. 16 mei 2008, betreffende verdachte;
• een afloopbericht toezicht IrisZorg opgemaakt door P.M.R. Ruchtie d.d. 29 augustus 2007;
• een adviesrapport van IrisZorg opgemaakt door M.L.B.H. van den Broek d.d. 8 juni 2007, betreffende verdachte;
• een adviesrapport van IrisZorg opgemaakt door M.L.B.H. van den Broek d.d. 8 mei 2007, betreffende verdachte;
• een adviesrapport van IrisZorg opgemaakt door M.L.B.H. van den Broek d.d. 26 maart 2007, betreffende verdachte;
• een status intakeprocedure van Stichting Moria, opgemaakt door drs. H.B. den Doel, hoofd intakecommissie, d.d. 19 maart 2007 betreffende verdachte;
• een pro justitia voorlichtingsrapport opgemaakt door P.K. Kristensen, gezondheidspsycholoog, d.d. 10 maart 2007, betreffende verdachte;
• een pro justitia voorlichtingsrapport opgemaakt door J.R. Douglas Broers, psychiater, d.d. 8 maart 2007, betreffende verdachte;
• een adviesrapport van De Grift opgemaakt door A.G.E. Thuijs d.d. 16 november 2006, betreffende verdachte;
• een voorgeleidingsconsult door de heer B. Gotink, psychiater, d.d. 28 september 2006, betreffende verdachte;
• een adviesrapport van De Grift opgemaakt door A.G.E. Thuijs d.d. 15 augustus 2006, betreffende verdachte.
Uit de twee pro justitia rapporten blijkt het volgende:
- Pro justitia voorlichtingsrapport opgemaakt door J.R. Douglas Broers (psychiater), d.d. 8 maart 2007:
Bij betrokkene is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Dit was ten tijde van het delict ook het geval. Betrokkene heeft gehandeld vanuit een opportunistische houding,namelijk het verwerven van inkomsten ten koste van anderen. Compassie met wat hij anderen aandoet is afwezig. Van betrokkene kan worden verwacht dat hij, gezien de eerdere veroordelingen wegens soortgelijke feiten, inzicht heeft gehad in het wederrechtelijke van zijn handelen. Door de gediagnosticeerde antisociale persoonlijkheidsstoornis moet ook gesteld worden dat betrokkene niet in staat is dat inzicht te bepalen. Betrokkene kan beschouwd worden als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar.
- Pro justitia voorlichtingsrapport opgemaakt door P.K. Kristensen (gezondheidspsycholoog), d.d. 10 maart 2007:
Bij betrokkene is sprake van een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de vorm van een antisociale persoonlijkheidsstoornis. Hiervan was ten tijde van het tenlastegelegde ook sprake. Betrokkene heeft zich een levensstijl aangemeten die gericht is op snelle en gemakkelijke behoeftebevrediging. Hij stelt eigen belang ver boven het gezamenlijk belang van de samenleving. Hierin wordt hij weinig gehinderd door zijn geweten. Dreigende straf heeft te weinig invloed op hem. Hoewel hij zich voorneemt een ander levenspad te kiezen, schieten zijn frustratietolerantie en doorzettingsvermogen tekort bij tegenvallende omstandigheden. Betrokkene heeft niet geleerd om bevrediging van zijn behoefte uit te stellen. Betrokkene heeft zelfstandig nauwelijks het vermogen om zijn goede voornemens vol te houden. Bij kleine tegenslagen zet hij ‘de knop om’ en gaat hij over tot criminele handelingen. Verdachte is meerdere malen gestraft voor zijn gedrag en hij beschikt over een voldoende ontwikkelde intelligentie om te beseffen dat hij verkeerd bezig is. Betrokkene kan beschouwd worden als enigszins verminderd toerekeningsvatbaar.
De rechtbank neemt deze conclusies over en maakt die tot de hare.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting mede gelet op de navolgende door de officier van justitie - onder toezegging van afzonderlijke strafvervolging terzake te zullen afzien - ad informandum gevoegde zaken welke door verdachte zijn erkend, te weten:
de ad informandum gevoegde feiten zoals omschreven in de tenlastelegging zoals achter dit vonnis aangehecht in een bijlage.
De officier van justitie heeft, in afwijking van haar eerder geformuleerde eis van 30 maanden gevangenisstraf onvoorwaardelijk, een gevangenisstraf van 22 maanden onvoorwaardelijk geëist met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht. Hierbij heeft zij rekening gehouden met de artikelen 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht betreffende de meerdaadse samenloop en het in rekening brengen van een eerdere veroordeling. Zij komt dan uit op deze nu maximaal te stellen eis. Zij is van mening dat verdachte niet meer in aanmerking komt voor een voorwaardelijk strafdeel met daaraan verbonden een verdere behandeling van verdachte, nu hij deze kans gehad heeft van de rechtbank en zich aan deze behandeling zelf heeft onttrokken. Dat verdachte daarbij aangeeft uit paniek gevlucht te zijn uit zijn begeleid wonen traject omdat hij een oproep van het CJIB kreeg om oude straffen uit te zitten, acht zij niet te verwijten aan het Openbaar Ministerie maar aan verdachte zelf. Daarbij heeft zij er op gewezen dat verdachte inmiddels opnieuw betrokken is bij een justitieel onderzoek naar soortgelijke feiten als de onderhavige waarin hij als verdachte gehoord is.
De verdediging heeft betoogd dat verdachte nog een kans verdient en intramuraal in een kliniek behandeld moet worden, zoals zijn wens nu wel is in tegenstelling tot zijn eerder ingenomen negatieve houding ten opzichte van die mogelijkheid. Hij bepleit daarom een voorwaardelijk op te leggen gevangenisstraf. Hij wijst daarbij ook op het laatste uitgebrachte advies van de Justitiële Verslavingszorg, Locatie Walcheren, waarin geadviseerd is om verdachte in een FPK te plaatsen in het kader van het programma Terugdringen Recidive in de gevangenis. Dit kan echter niet uitgevoerd worden omdat verdachte zijn oude straffen moet uitzitten in een gesloten regime, waar dit programma niet wordt uitgevoerd. Indien de rechtbank een deel voorwaardelijk gaat opleggen verzoekt de raadsman rekening te houden met de consequenties van de nieuwe regeling Voorwaardelijke Invrijheidsstelling die voor verdachte nu ongunstiger zouden kunnen uitpakken, terwijl het niet aan verdachte te wijten was dat de zaak niet inhoudelijk is afgedaan tijdens de vorige zitting op 30 mei 2008.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Uit de documentatie van verdachte is gebleken dat hij zich in het verleden gedurende een lange periode heeft bezig gehouden met het plegen van diverse vormen van oplichting. Hiervoor is verdachte reeds meerdere malen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf veroordeeld. Dit heeft verdachte niet kunnen weerhouden van het opnieuw plegen van dergelijke strafbare feiten zoals in de onderhavige zaak. Inclusief de ad informandum gevoegde zaken heeft verdachte 99 personen voor zijn eigen geldelijk gewin gedupeerd, waarbij verdachte zelf heeft toegegeven dat het om nog veel meer personen ging.
Vanaf het begin van de behandeling van deze zaak heeft verdachte aangegeven aan zichzelf te willen gaan werken om recidive in de toekomst te voorkomen. Tijdens de terechtzitting van 15 juni 2007 heeft verdachte verklaard in te stemmen met de schorsingsvoorwaarden om onder andere ambulant behandeld te worden, nadat hij eerder had aangegeven een intramurale behandeling bij de FPK Assen niet te wensen. Op het uitdrukkelijke verzoek van de verdediging heeft de rechtbank op 18 juni 2007 de voorlopige hechtenis geschorst. Verdachte heeft deze geboden kans niet te baat genomen. Het blijkt dat verdachte wederom verdacht wordt van het plegen van nieuwe, gelijksoortige feiten gedurende de schorsingsperiode. Voorts heeft verdachte zich aan het toezicht van de Reclassering Nederland onttrokken tijdens de schorsing zonder de reclassering aan te geven dat en waarom hij zich daaraan heeft onttrokken. Het feit dat verdachte ten tijde van zijn schorsing nog straffen open had staan komt voor het risico van verdachte. De rechtbank is van oordeel dat verdachte thans kennelijk niet in staat is zijn leven een andere wending te geven dan het zich telkens overgeven aan oplichting. De maatschappij dient beschermd te worden tegen de praktijken van verdachte en deze dient daarvan rekenschap af te leggen. Derhalve kan naar het oordeel van de rechtbank een (deels) voorwaardelijke straf niet aan de orde zijn. Ondanks dat verdachte in voornoemde pro justitia rapportages als licht verminderd toerekeningsvatbaar wordt aangemerkt is de rechtbank van oordeel dat gezien de ernst en frequentie van de feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van de maximaal op te leggen duur gepast is. Bij de oplegging van de straf houdt de rechtbank, conform artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, rekening met de eerdere veroordelingen van het Gerechtshof Arnhem d.d. 28 juni 2006 en het Gerechtshof ‘s-Gravenhage d.d. 3 april 2006 van respectievelijk 18 maanden en 2 jaren.
De rechtbank overweegt dat het telefoontoestel van het merk Sony Ericson, type Z 200, zoals vermeld op de beslaglijst, behorende aan verdachte, een voorwerp is met behulp waarvan de feiten zijn begaan. De rechtbank zal dit voorwerp verbeurd verklaren.
Voor wat betreft de geldbedragen van € 15,52 en € 622,90 is de rechtbank van oordeel dat deze aangemerkt moeten worden als geld afkomstig uit criminele activiteiten. De rechtbank zal deze bedragen derhalve verbeurd verklaren.
6a. De beoordeling van de civiele vorderingen, alsmede de gevorderde oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben overeenkomstig het bepaalde in artikel 51b van het Wetboek van Strafvordering opgave gedaan van de inhoud van de vordering, strekkende tot vergoeding van geleden schaden. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn als volgt samengesteld:
• B.F. [slachtoffer1] vordert een bedrag van € 60,- ter zake van materiële schade.
• F. [slachtoffer5] vordert een bedrag van € 65,- ter zake materiële schade.
• M. A. [slachtoffer3] vordert een bedrag van € 135,- ter zake van materiële schade.
• L.V.G.M. [slachtoffer6] vordert een bedrag van € 125,- ter zake van materiële schade.
• K.C.L. [valse naam2] vordert een bedrag van € 90,- ter zake van materiele schade en € 500,- ter zake van immateriële schade.
Tevens hebben de benadeelde partijen B.F. [slachtoffer1], F. [slachtoffer5], M.A.[slachtoffer3] en L.V.G.M. [slachtoffer6] verzocht om vergoeding van de wettelijke rente en het opleggen van een schadevergoedingsmaatregel. De benadeelde partij K.C.L. [valse naam2] heeft verzocht om de schadevergoedingsmaatregel op te leggen ten aanzien van de gevorderde immateriële schade van € 500,-.
De rechtbank zal de civiele vordering van B.F. [slachtoffer1] tot een bedrag van € 60,- aan materiële schade toewijzen, waarbij de omvang van de schade door de rechtbank op basis van de overgelegde stukken naar billijkheid op dat bedrag is begroot.
De rechtbank zal de civiele vordering van M.A. [slachtoffer3] tot een bedrag van € 135,- aan materiële schade toewijzen, waarbij de omvang van de schade door de rechtbank op basis van de overgelegde stukken naar billijkheid op dat bedrag is begroot.
De rechtbank zal de civiele vordering van F. [slachtoffer5] tot een bedrag van € 65,- aan materiële schade toewijzen, waarbij de omvang van de schade door de rechtbank op basis van de overgelegde stukken naar billijkheid op dat bedrag is begroot.
De rechtbank zal de civiele vordering van L.V.G.M. [slachtoffer6] tot een bedrag van € 125,- aan materiële schade toewijzen, waarbij de omvang van de schade door de rechtbank op basis van de overgelegde stukken naar billijkheid op dat bedrag is begroot.
De rechtbank zal de benadeelde partij K.C.L. [valse naam2] niet-ontvankelijk verklaren in de vordering omdat de door haar geleden schade niet rechtstreeks is toegebracht door een jegens verdachte bewezenverklaard feit.
De rechtbank zal de wettelijke rente over de toegewezen bedragen toekennen vanaf de datum van dit vonnis, zijnde 5 september 2008.
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel ex artikel 36 f van het Wetboek van Strafrecht toepassen en dus verdachte de verplichting opleggen bedragen, gelijk aan de door de rechtbank toe te wijzen schadebedragen, aan de Staat te betalen ten behoeve van de benadeelde partijen.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 33, 33a, 36f, 47, 57, 63 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van 22 (tweeëntwintig) maanden
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart verbeurd de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
• Telefoontoestel, Sony Ericson Z 200, imei code 351982000604274
• Geldbedrag ter waarde van € 15,52,-
• Geldbedrag ter waarde van € 622,90,-
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij B.F. [slachtoffer1].
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan B.F. [slachtoffer1], wonende te [adres], te betalen € 60,- (zegge zestig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 september 2008.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding ad € 60,- subsidiair 1 dag hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer B.F. [slachtoffer1], wonende te [adres], te betalen € 60,- (zegge zestig euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 1 dag, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat, indien en voor zover de veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer B.F. [slachtoffer1], het daarmee corresponderende gedeelte van de civielrechterlijke verplichting van veroordeelde om aan de benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien en voor zover veroordeelde aan de benadeelde partij heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij M. A.[slachtoffer3].
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan M. A. [slachtoffer3], wonende te [adres], te betalen € 135,- (zegge honderdvijfendertig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 september 2008.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding ad € 135,- subsidiair 2 dagen hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer M. A. [slachtoffer3], wonende te [adres], te betalen € 135, - (zegge honderdvijfendertig euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 2 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat, indien en voor zover de veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer M.A. [slachtoffer3], het daarmee corresponderende gedeelte van de civielrechterlijke verplichting van veroordeelde om aan de benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien en voor zover veroordeelde aan de benadeelde partij heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij F. [slachtoffer5].
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan F. [slachtoffer5], wonende te [adres], te betalen € 65,- (zegge vijfenzestig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 september 2008.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding ad € 65,- subsidiair 1 dag hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer F. [slachtoffer5], wonende te [adres], te betalen € 65,- (zegge vijfenzestig euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 1 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat, indien en voor zover de veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer F. [slachtoffer5], het daarmee corresponderende gedeelte van de civielrechterlijke verplichting van veroordeelde om aan de benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien en voor zover veroordeelde aan de benadeelde partij heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij L.V.G.M. [slachtoffer6].
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe.
- Veroordeelt de veroordeelde tegen kwijting aan L.V.G.M. [slachtoffer6], wonende te [adres] , te betalen € 125,- (zegge honderdvijfentwintig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 september 2008.
- Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden vooralsnog begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
Maatregel van schadevergoeding ad € 125,- subsidiair 2 dagen hechtenis.
- Legt op aan veroordeelde de verplichting aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer L.V.G.M. [slachtoffer6], wonende te [adres] , te betalen € 125,- (zegge honderdvijfentwintig euro), bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 2 dagen, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
- Bepaalt daarbij dat, indien en voor zover de veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer L.V.G.M. [slachtoffer6], het daarmee corresponderende gedeelte van de civielrechterlijke verplichting van veroordeelde om aan de benadeelde partij te betalen komt te vervallen en dat indien en voor zover veroordeelde aan de benadeelde partij heeft betaald, daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij K.C.L. [valse naam2], wonende te [adres].
Verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering.
Aldus gewezen door:
mr. W. Bruins, als voorzitter,
mr. C. Lely-Van Goch, vicepresident,
mr. A. Tegelaar, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. A.F. Hof griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 september 2008.
Zijnde mr. Tegelaar buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.