ECLI:NL:RBARN:2008:BD8533
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van het belanghebbendebegrip in bestuursrechtelijke procedures met betrekking tot kapvergunningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 3 juli 2008 uitspraak gedaan in een geschil over de vraag of eiser als belanghebbende kan worden aangemerkt in verband met de verleende toestemming tot de kap van drie bomen. Eiser, die op een afstand van circa 150 meter van de bomen woont, stelde dat de kap invloed had op zijn woon- en leefomgeving. De rechtbank overwoog dat volgens artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een belanghebbende degene is wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. De rechtbank verwees naar vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is bepaald dat een belanghebbende een persoonlijk aangaand belang moet hebben dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen. In dit geval was de afstand tot de bomen te groot en had eiser geen zicht meer op de locatie van de bomen door de bouw van een multifunctioneel centrum. Hierdoor kon de rechtbank niet concluderen dat eiser een rechtstreeks belang had bij het bestreden besluit.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser niet-ontvankelijk, omdat hij niet als belanghebbende kon worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat er geen grond was voor het oordeel dat de kap van de bomen een directe invloed had op de woon- en leefomgeving van eiser. De uitspraak benadrukt het belang van de definitie van belanghebbende in het bestuursrecht en de noodzaak voor een persoonlijk aangaand belang bij het aanvechten van besluiten. De rechtbank besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en dat het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden, behoudens bepaalde uitzonderingen, binnen zes weken hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.