ECLI:NL:RBARN:2008:BD5948

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
15 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
169019
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige publicatie van zwartboek door gedaagde over erfenis en persoonlijke levenssfeer van eiser

In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, vorderde eiser, een communicatieadviseur, dat gedaagde, zijn broer, een zwartboek van internet zou verwijderen. Dit zwartboek bevatte beschuldigingen en klachten over de afwikkeling van de erfenis van hun moeder, die op een voor iedereen toegankelijke website was gepubliceerd. Eiser stelde dat de publicatie onrechtmatig was en zijn goede naam en onderneming schaadde. De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagde onrechtmatig had gehandeld door de naam van eiser in diskrediet te brengen, ongeacht de juistheid van de beschuldigingen. De rechter wees erop dat de uitlatingen van gedaagde niet alleen in een e-mail aan eiser waren gedaan, maar ook openbaar waren gemaakt op een website die sterk leek op die van eiser. Dit leidde tot de conclusie dat gedaagde opzettelijk de reputatie van eiser wilde schaden. De voorzieningenrechter besloot dat gedaagde binnen 24 uur na betekening van het vonnis het zwartboek moest verwijderen en zich moest onthouden van verdere publicaties over de erfenis of eiser. Daarnaast werd gedaagde veroordeeld tot betaling van proceskosten, die op € 1.155,44 werden begroot. Het vonnis werd uitgesproken op 15 mei 2008, met een latere motivering op 29 mei 2008.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 169019 / KG ZA 08-259
Vonnis in kort geding van 15 mei 2008
in de zaak van
[eiser],
wonende te Soest,
eiser,
procureur mr. F.J. Boom,
advocaat mr. M.C. Molenaar te Soest,
tegen
[gedaagde],
wonende te Wageningen,
gedaagde,
verschenen in persoon.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van eiser
- de pleitnota van gedaagde.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
1.3. De voorzieningenrechter heeft vervolgens bij vonnis van 15 mei 2008 uitspraak gedaan, met dien verstande dat de motivering waarop na te melden beslissing steunt, afzonderlijk zal worden gemotiveerd.
2. De feiten
2.1. Eiser en gedaagde zijn broers van elkaar.
2.2. Op 12 juli 2004 is [mevrouw], moeder van eiser en gedaagde, overleden. Haar nalatenschap is tot op heden niet afgewikkeld. Haar kinderen zijn het niet eens over de verdeling.
2.3. Eiser drijft een onderneming in communicatieadvies, teksten, tijdschriften en evenementen. Het internetadres van zijn onderneming is www.roodworks.com.
2.4. Gedaagde drijft een onderneming waar hij boeken verkoopt. Het internetadres van zijn onderneming is www.boequibooks.com of http://home.hetnet.nl/-boequibus/boequistart.html.
2.5. Op 12 maart 2008 zendt gedaagde aan eiser een e-mail met de tekst: “Jan,
vast een voorproefje: http://www.roodworks.nl . Binnen 2-3 weken bovenaan in Google.”
2.6. Sinds 13 maart 2008 heeft gedaagde op internet een zwartboek gepubliceerd, waarin hij zijn bevindingen omtrent de afwikkeling van de nalatenschap van zijn moeder weergeeft. Op de website http://www.roodworks.eu staat een verwijzing naar de website van eiser en naar de website http://www.roodworks.eu / zwartboek.html, waar het 21 pagina’s tellende zwartboek is gepubliceerd.
3. Het geschil
3.1. Eiser vordert samengevat – gedaagde , op straffe van een dwangsom, te veroordelen om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis, het zwartboek van internet te verwijderen en verwijderd te houden, alsmede zich te onthouden van het publiekelijk bekend maken van informatie over de afwikkeling van de nalatenschap van [mevrouw] dan wel betreffende de persoon van eiser.
3.2. Als grondslag voor zijn vordering voert eiser aan dat de publicatie van het zwartboek onrechtmatig is. De mededelingen en geuite beschuldigingen zijn onjuist en beledigend voor eiser. Volgens eiser heeft gedaagde met de publicatie geen ander doel dan zijn goede naam en zijn onderneming te schaden. Gedaagde gebruikt volgens eiser voor de publicatie van zijn zwartboek nagenoeg hetzelfde internetadres (www.roodworks.eu) als eiser gebruikt voor zijn onderneming ( www.roodworks.com). Eiser heeft meerdere malen verwijdering van het zwartboek gevorderd, hetgeen gedaagde heeft geweigerd.
3.3. Gedaagde voert verweer. Hij stelt onder meer dat de publicatie van het zwartboek is bedoeld fouten die er tijdens de afhandeling van de erfenis waren ontstaan op papier te zetten en zo correcties te bewerkstelligen en om zijn broer [(naam)] een hogere legitieme portie te geven. Volgens gedaagde is het waarheidsgetrouw in beeld brengen van een conflict geen onrechtmatige daad. Hij heeft, naar zijn zeggen, enkel de publiciteit gezocht omdat eiser niet bereid is de zaken in der minne te regelen en hij hoopt op deze manier dat eiser bereid is een regeling te treffen die voor hem (gedaagde) aanvaardbaar is.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Bij de overgelegde producties bevindt zich een afschrift van het zwartboek, zoals dat door gedaagde op internet is gepubliceerd. Gedaagde geeft daarin zijn visie op de gang van zaken rond de erfenis van zijn moeder weer. Hij uit beschuldigingen en klachten aan onder meer het adres van eiser, de notaris die de nalatenschap afwikkelt, de advocaat van eiser en DAS Rechtsbijstand. Hij gebruikt daarbij termen als “goederen die aan de erfenis werden onttrokken/verduisterd “ en “valse informatie”. De voorzieningenrechter is van oordeel dat gedaagde daardoor jegens eiser onrechtmatig heeft gehandeld. Gedaagde heeft de naam van eiser in diskrediet gebracht door het uiten van beschuldigingen die, zelfs indien deze op zichzelf juist zouden zijn - hetgeen door eiser is betwist – inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van eiser. De uitlatingen van gedaagde betreffen immers niet slechts een aan eiser gerichte e-mail betreft maar zijn op een in principe voor iedereen toegankelijke website zijn gepubliceerd, die ook nog eens sterke overeenkomst vertoont met de website van eiser. Het internetadres van eiser is immers www.roodworks.com en de site waarop gedaagde het zwartboek heeft gepubliceerd is www.roodworks.eu , een minimaal verschil van twee letters. Hieruit en uit de inhoud van de e-mail van gedaagde aan eiser d.d. 12 maart 2008 valt af te leiden dat gedaagde met de publicatie beoogde eiser en/of diens onderneming te schaden. Gedaagde heeft ook niet betwist dat dat zo is, hij heeft slechts betoogd dat hij wil dat eiser onder druk van de publiciteit instemt met een regeling die voor hem aanvaardbaar is.
4.2. Uit het voorgaande volgt dat de vordering van eiser zal worden toegewezen als na te melden, met dien verstande dat het totaal van de gevorderde dwangsommen zal worden gemaximeerd.
4.3. Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiser worden begroot op:
- dagvaarding EUR 85,44
- vast recht 254,00
- salaris procureur 816,00
Totaal EUR 1.155,44
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1. veroordeelt gedaagde om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis het zwartboek van Internet te verwijderen en verwijderd te houden,
5.2. gebiedt gedaagde zich te onthouden van het publiekelijk bekend maken van informatie betreffende de afwikkeling van de nalatenschap van [mevrouw], dan wel betreffende de persoon van [eiser],
5.3. bepaalt dat gedaagde voor iedere dag of dagdeel dat hij in strijd handelt met het onder 3.1. en 3.2. bepaalde, aan eiser een dwangsom verbeurt van EUR 1.000,-, tot een maximum van EUR 50.000,-,
5.4. veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiser tot op heden begroot op EUR 1.155,44,
5.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J. de Vries en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. E.S.M. Daamen op 15 mei 2008 terwijl de motivering waarop dit vonnis steunt is geminuteerd op 29 mei 2008.