ECLI:NL:RBARN:2008:BD3790
Rechtbank Arnhem
- Wraking
- M.C.G.J. van Well
- E.A.A.M. Pfeil
- D.S.M. Bak
- Rechtspraak.nl
Wraking van de politierechter in strafzaken
In deze zaak hebben verzoeksters tijdens de behandeling bij de wrakingskamer pas de gronden voor hun wrakingsverzoeken aangevoerd. Dit zou normaal gesproken leiden tot niet-ontvankelijkheid, maar de rechtbank had de raadslieden verzocht om uiterlijk op 8 mei 2008 een toelichting te geven, terwijl zij kort daarvoor hadden aangegeven tot 16 mei 2008 verhinderd te zijn. Hierdoor zijn verzoeksters ontvankelijk verklaard. De zaak is aangehouden om de politierechter, tegen wie de verzoeken zijn ingediend, de gelegenheid te geven te reageren op de aangevoerde gronden.
De procedure begon op 15 april 2008, toen de raadslieden mr. J. Peters en mr. C.H. Dijkstra een mondeling verzoek tot wraking indienden. De behandeling van het verzoek werd geschorst totdat er een beslissing zou zijn genomen. De wrakingskamer heeft de behandeling op 8 mei 2008 gepland, maar de raadslieden waren verhinderd. De rechtbank heeft hen vervolgens gevraagd om het wrakingsverzoek schriftelijk toe te lichten, maar hierop is geen reactie gekomen. De behandeling is uiteindelijk op 4 juni 2008 voortgezet, maar de politierechter was niet aanwezig.
De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het onderzoek niet volledig was, omdat de politierechter niet in de gelegenheid was gesteld om te reageren op de gronden van het wrakingsverzoek. Daarom is besloten het onderzoek te heropenen en de politierechter te verzoeken om vóór 25 juni 2008 te reageren. Verzoeksters moeten zich vóór 9 juli 2008 uitlaten over de wens voor een voortgezette mondelinge behandeling. De beslissing is aangehouden tot dat moment.
De rechtbank heeft in haar beschikking de verzoeksters ontvankelijk verklaard in hun verzoek en de verdere procedure bepaald, waarbij de mogelijkheid voor een voortgezette behandeling open blijft.