ECLI:NL:RBARN:2008:BD1933

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
7 mei 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
144402
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenbericht in civiele procedure over saneringskosten

In deze civiele procedure, aangespannen door de stichting Woningstichting Volksbelang tegen Maas & Waal Vastgoed & Projectontwikkeling B.V. en andere gedaagden, heeft de Rechtbank Arnhem op 7 mei 2008 een vonnis gewezen. De zaak betreft een geschil over de vergoeding van saneringskosten van verontreinigde percelen in Made, gemeente Drimmelen. Volksbelang vordert betaling van kosten die zij heeft gemaakt voor de sanering van de percelen Adelstraat en Marktstraat. De rechtbank heeft eerder, in een tussenvonnis van 19 december 2007, bepaald dat een deskundigenbericht noodzakelijk is om de vorderingen van Volksbelang te onderbouwen. De rechtbank heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten en vragen aan de deskundige te formuleren.

De rechtbank heeft in het vonnis van 7 mei 2008 bevestigd dat de werkzaamheden die Volksbelang heeft uitgevoerd noodzakelijk waren voor de sanering van de percelen. De rechtbank heeft vragen geformuleerd die aan de deskundige moeten worden voorgelegd, waaronder de noodzaak van de werkzaamheden, de uitvoering ervan, en de redelijkheid van de kosten. De rechtbank heeft ook bepaald dat Volksbelang de bewijslast draagt voor de hoogte van de gevorderde bedragen en dat zij een voorschot op de kosten van de deskundige moet deponeren.

De rechtbank heeft de zaak naar de rol verwezen voor verdere behandeling en heeft alle overige beslissingen aangehouden. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de rechters F.J. de Vries, A.E.M. Overkamp en C.M.E. Lagarde.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 144402 / HA ZA 06-1450
Vonnis van 7 mei 2008
in de zaak van
de stichting
WONINGSTICHTING VOLKSBELANG,
gevestigd te Made, gemeente Drimmelen,
eiseres,
procureur mr. F.J. Boom,
advocaat mr. J.M.H. van den Mosselaar te Best,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MAAS & WAAL VASTGOED & PROJECTONTWIKKELING B.V.,
gevestigd te Brakel, gemeente Zaltbommel,
2. [ged. 2],
wonende te [woonplaats],
3. [ged. 2],
wonende te [woonplaats],
gedaagden,
procureur mr. R.P. Elzas,
advocaat mr. M.P.G.M. Gorgels te 's-Hertogenbosch.
Eiseres wordt hierna Volksbelang genoemd, gedaagden worden gezamenlijk ook Maas & Waal genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 19 december 2007
- de akte houdende inlichtingen van de zijde van Volksbelang
- de akte van de zijde van Maas & Waal.
1.2. Ten slotte is opnieuw vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1. De rechtbank handhaaft hetgeen zij heeft overwogen en beslist in het tussenvonnis van 19 december 2007.
2.2. In het tussenvonnis is Volksbelang in de gelegenheid gesteld nader toe te lichten op welke grondslag zij aanspraak maakt op vergoeding van de kosten van sanering van het perceel Marktstraat 2 en te specificeren welke kosten betrekking hebben op sanering van dat perceel en welke op sanering van de percelen aan de Adelstraat. Bij antwoord (onder 32) had Maas & Waal betwist gehouden te zijn om ook de saneringskosten voor Marktstraat 2 te voldoen. Volksbelang heeft daar bij akte (onder 1 – 7) tegenin gebracht dat in het ‘Definitief evaluatierapport Amovering/bodemsanering tankstation Adelstraat 1A-C te Made’ van 16 mei 2003, dat partijen ten tijde van de koop bekend was, wordt verwezen naar het besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 25 oktober 1999, dat verplicht tot sanering van de verontreiniging die zich uitstrekt tot het perceel Marktstraat 2. Zou Maas & Waal die verplichting niet hebben willen aanvaarden, dan had het volgens Volksbelang op haar weg gelegen dat in de akte van levering op te nemen. Volgens Maas & Waal behoorde Marktstraat 2 niet tot de transactie, zodat er expliciete afspraken over zouden zijn gemaakt als de kosten van de sanering van dat perceel niettemin voor haar rekening zouden komen.
2.3. De opvolgende kopers van de percelen Adelstraat 1 a-c en 3 zijn op grond van het kettingbeding dat is geciteerd in de transportakte gehouden de verontreiniging weg te nemen die is veroorzaakt door het voorheen op die percelen gevestigde tankstation. Daartoe behoort ook de verontreiniging onder het perceel Marktstraat 2. Daaruit volgt dat de kosten van de sanering voor zover die betrekking hebben op dat perceel ook voor rekening van Maas & Waal komen.
2.4. In het tussenvonnis is Volksbelang voorts in de gelegenheid gesteld de door haar gevorderde kosten te specificeren, meer in het bijzonder de posten ‘algemene kosten’, ‘uitvoeringskosten’ en ‘stagnatiekosten’. Volksbelang heeft vervolgens bij akte houdende inlichtingen een toelichting gegeven op de laatstgenoemde drie posten, maar een specificatie van de overige gevorderde kosten heeft zij in die akte niet gegeven.
2.5. Bij deze stand van zaken acht de rechtbank een deskundigenbericht aangewezen. De rechtbank is voorlopig van oordeel dat kan worden volstaan met de benoeming van één deskundige en dat de navolgende vragen dienen te worden voorgelegd:
1 Waren de werkzaamheden op betaling waarvan Volksbelang aanspraak maakt in redelijkheid noodzakelijk voor de sanering van de percelen Adelstraat 1 a – c en 3 en Marktstraat 2 te Made (gemeente Drimmelen)?
2 Zijn de werkzaamheden op betaling waarvan Volksbelang aanspraak maakt daadwerkelijk uitgevoerd?
3 Zijn de bedragen op betaling waarvan Volksbelang aanspraak maakt in overeenstemming met het prijspeil op het moment van het uitvoeren van de werkzaamheden?
4 Zijn de werkzaamheden die voor de toekomst in het kader van de sanering worden voorzien en waarvan Volksbelang betaling vordert in redelijkheid noodzakelijk?
5 Zijn de kosten die voor die toekomstige werkzaamheden in rekening worden gebracht en de daarbij gehanteerde indexering redelijk?
6 Heeft u overigens opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang zouden kunnen zijn?
2.6. Omdat de bewijslast van de hoogte van het gevorderde bedrag op Volksbelang rust, dient het voorschot op de kosten van de deskundige door haar te worden gedeponeerd.
2.7. De partijen zullen in de gelegenheid worden gesteld zich bij akte uit te laten over de aan de deskundige te stellen vragen. Voorts geeft de rechtbank partijen in overweging de rechtbank een deskundige voor te stellen met wie zij allen kunnen instemmen. Bij gebreke daarvan zal de rechtbank zelfstandig tot de benoeming van een deskundige zal overgaan.
2.8. Maas & Waal heeft in haar akte standpunten ingenomen dan wel verweren gevoerd die met het tussenvonnis van 19 december 2007 reeds waren afgedaan. Deze zullen hieronder kort aan de orde worden gesteld.
2.9. Maas & Waal kan niet worden gevolgd in haar betoog dat een deskundige zou moeten worden benoemd die een oordeel kan geven over de vraag waarom de totale kosten van de sanering uiteindelijk vijftien keer hoger zijn dan de aanvankelijk geraamde kosten. Uit overweging 4.2 van het tussenvonnis blijkt immers dat in deze procedure niet kan worden aangenomen dat de partijen de met de sanering gemoeide kosten hebben geraamd op € 25.000,-. Uit diezelfde overweging volgt dat Volksbelang niet kan worden tegengeworpen dat zij Maas & Waal niet heeft betrokken bij het overleg met UDM en [XXX]. Op grond van hetgeen onder 4.3 en 4.8 van het tussenvonnis is overwogen moet het voorstel worden verworpen dat een deskundige zou moeten onderzoeken hoe de communicatie tussen Volksbelang en UDM/[XXX] is verlopen. Verder moet in dit stadium van de procedure en in het licht van overweging 4.8 van het tussenvonnis worden voorbijgegaan aan de ongemotiveerde betwisting van de stelling dat Volksbelang de opdracht in concurrentie heeft verstrekt en aan het verzoek de concurrerende offertes in het geding te brengen. Het bewijsaanbod over het verloop van de sanering en de contacten en de communicatie tussen Volksbelang en UDM is om al deze redenen niet ter zake dienend.
2.10. De rechtbank zal de zaak naar de rol verwijzen. Alle overige beslissingen worden aangehouden.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 21 mei 2008 voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over de aangekondigde deskundigenrapportage en de aan de deskundige te stellen vragen,
3.2. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J. de Vries, mr. A.E.M. Overkamp en mr. C.M.E. Lagarde en in het openbaar uitgesproken op 7 mei 2008.
coll.: CLB