ECLI:NL:RBARN:2008:BC8808

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
26 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
122052
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar pensioenverplichtingen in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de Rechtbank Arnhem op 26 maart 2008 een vonnis gewezen in de zaak tussen eiser en de besloten vennootschappen Devo Bouwstoffen B.V. en Devo Holding B.V. Eiser heeft voorstellen gedaan voor de wijze waarop een deskundige zijn onderzoek zal uitvoeren, maar de rechtbank heeft deze voorstellen gepasseerd. De rechtbank oordeelt dat de wijze van onderzoek aan de deskundige dient te worden overgelaten. De deskundige, ing. [naam deskundige] van Ernst & Young Actuarissen B.V., zal de partijen vragen voorleggen die hij geraden acht. De rechtbank heeft in een eerder vonnis van 1 maart 2006 vragen geformuleerd die aan de deskundige voorgelegd dienen te worden, met als doel te bepalen welk bedrag nodig is voor eiser om op 62-jarige leeftijd aanspraak te maken op een ouderdomspensioen zoals overeengekomen in de bestaande pensioenverzekering.

De rechtbank heeft ook bepaald dat de algemene voorwaarden van Ernst & Young Actuarissen B.V. van toepassing zijn op de werkzaamheden van de deskundige. Dit is gedaan om te voorkomen dat een van de partijen de deskundige in rechte betrekt bij een onwelgevallig advies. De rechtbank heeft de deskundige de opdracht gegeven om het onderzoek uit te voeren en heeft daarbij de voorwaarden voor de uitvoering van het onderzoek vastgesteld. Eiser is verplicht om een voorschot van € 8.250,00 te deponeren ter griffie, wat de kosten van de deskundige dekt.

De rechtbank heeft verder bepaald dat de deskundige zich met vragen over het onderzoek kan wenden tot de rechter en dat de plaats en tijd van het onderzoek in overleg met de partijen worden vastgesteld. De zaak is verwezen naar de rolzitting van 18 juni 2008 voor het nemen van een conclusie na deskundigenbericht of voor bepaling van de datum van het vonnis. Hoger beroep tegen dit vonnis is alleen mogelijk tegelijk met dat van het eindvonnis. De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 122052 / HA ZA 04-2429
Vonnis van 26 maart 2008
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats],
eiser,
procureur mr. W.J.G.M. van den Broek,
advocaat mr. M.M.S. Meinhardt te Nijmegen,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEVO BOUWSTOFFEN B.V.,
voorheen genaamd
FLANDRIA-HOLLAND HANDEL- EN TRANSPORTMAATSCHAPPIJ B.V.,
gevestigd te Arnhem,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEVO HOLDING B.V.,
gevestigd te Arnhem,
gedaagden,
procureur mr. F.J. Boom,
advocaat mrs. R.R.B. Dayala en P.J. de Booij te Almere.
Partijen zullen hierna [eiser] en Devo genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 oktober 2007
- de akte van [eiser]
- de antwoordakte van Devo.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De verdere beoordeling
2.1. In het vonnis van 1 maart 2006 (4.12) zijn de aan een deskundige voor te leggen vragen geformuleerd:
1. Welk bedrag dient te worden betaald teneinde ervoor zorg te dragen dat [eiser] op 62-jarige leeftijd aanspraak kan maken op een ouderdomspensioen als overeengekomen in de bestaande pensioenverzekering?
2. Heeft u nog overige opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang zouden kunnen zijn?
2.2. In het tussenvonnis van 17 oktober 2007 zijn partijen in de gelegenheid gesteld de rechtbank te laten weten welke actuarieel deskundige het onderzoek kan verrichten. Zij hebben beide hun voorkeur uitgesproken voor een actuaris werkzaam bij Ernst & Young Actuarissen B.V. te Utrecht.
2.3. De rechtbank heeft bij dit bureau ing. [naam deskundige], actuaris AG, bereid en in staat gevonden te rapporteren. Hij zal bij de uitvoering van zijn opdracht met instemming van de rechtbank, die zij hem hierbij geeft, drs. [naam deskundige] inschakelen. De rechtbank zal thans tot zijn benoeming als deskundige overgaan.
2.4. De rechtbank is van oordeel dat Ernst & Young Actuarissen B.V. terecht heeft verzocht haar algemene voorwaarden – voor zover dat mogelijk is – toepasselijk te doen zijn op haar verhouding tot de partijen in dit geschil. Voordat de deskundige met zijn werkzaamheden begint, zal daarom aan partijen een opdrachtbrief ter tekening worden voorgelegd. Om te voorkomen dat een der partijen bij een onwelgevallig advies Ernst & Young in rechte betrekt, wordt een bepaling aan die opdrachtbrief toegevoegd die inhoudt dat op de werkzaamheden van de deskundige de Algemene Voorwaarden bij de uitvoering van opdrachten door Ernst & Young van toepassing zijn. De tekst van deze voorwaarden zal partijen worden verschaft. In de door partijen te ondertekenen opdrachtbrief wordt tevens de tekst opgenomen:
In afwijking van artikel 13 van deze algemene voorwaarden geldt dat Ernst & Young (…) daaronder begrepen de personen die als deskundige optreden of op enigerlei wijze betrokken zijn bij de werkzaamheden als deskundige, iedere aansprakelijkheid uitsluiten. Tevens geldt als voorwaarde dat partijen Ernst & Young (…) en genoemde personen vrijwaren van de kosten van verweer, het eigen honorarium daaronder begrepen, indien zij in een civielrechtelijke of tuchtrechtelijke procedure worden betrokken in verband met de uitvoering van de werkzaamheden als deskundige.
2.5. [eiser] heeft bij akte voorstellen gedaan voor de wijze waarop de deskundige zijn onderzoek zal uitvoeren. De rechtbank passeert deze omdat ook de wijze van onderzoek aan de deskundige dient te worden overgelaten. Hem zal het dossier ter beschikking worden gesteld en hij zal partijen de vragen kunnen voorleggen die hij geraden acht.
2.6. Mede in verband met dit laatste doen beide partijen procedurevoorstellen. De rechtbank acht deze overbodig gelet op de regels die voor het onderzoek door elke deskundige gelden en die – uiteindelijk – door de rechtbank bewaakt dienen te worden.
2.7. In het vonnis van 17 oktober 2007 is [eiser] tevens in de gelegenheid gesteld duidelijk te maken wie van beide gedaagden hij aanspreekt in het kader van de affinanciering. Dit is volgens haar Devo Bouwstoffen B.V. Devo zal hierop nog kunnen reageren bij haar (antwoord)conclusie na deskundigenbericht.
2.8. Aan de hand van de opgave van de deskundige wordt het voorschot op zijn loon en kosten, inclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting, bepaald op € 8.250,00. Dit bedrag dient, gezien artikel 195 Rv., ter griffie te worden gedeponeerd door [eiser].
2.9. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
3. De beslissing
De rechtbank
3.1. beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
1. Welk bedrag dient te worden betaald teneinde ervoor zorg te dragen dat [eiser] op 62-jarige leeftijd aanspraak kan maken op een ouderdomspensioen als overeengekomen in de bestaande pensioenverzekering?
2. Welke andere feiten of omstandigheden, gebleken uit het onderzoek, kunnen van belang zijn voor een goed begrip van de zaak?
3.2. benoemt tot deskundige om dit onderzoek te verrichten:
ing. [naam deskundige], actuaris AG, Ernst & Young Actuarissen BV, Euclideslaan 1, 3584 BL Utrecht, postbus 3053, 2502 GB Utrecht,
3.3. verstaat dat deze deskundige uitvoerende werkzaamheden kan opdragen c.q. overlaten aan drs. [naam deskundige],
3.4. bepaalt dat de griffier een kopie van dit vonnis aan de deskundige zal toezenden,
3.5. bepaalt dat [eiser] voor 9 april 2008 (kopieën van) de overige processtukken en - voor zover mogelijk - de andere door de deskundige noodzakelijk geachte stukken aan de deskundige zal doen toekomen,
3.6. bepaalt dat [eiser] voor 9 april 2008 als voorschot op de kosten inclusief omzetbelasting van de deskundige € 8.250,00 ter griffie van deze rechtbank dient te deponeren door dit bedrag over te maken op rekening nummer 19.23.25.752 ten name van Arrondissement 533 Arnhem onder vermelding van het rolnummer en de namen van partijen,
3.7. bepaalt dat de griffier onmiddellijk na betaling van dit voorschot de deskundige hiervan in kennis zal stellen en dat de deskundige pas dan met het onderzoek behoeft te beginnen,
3.8. bepaalt dat de deskundige zich met vragen over het onderzoek kan wenden tot de rechter mr. J.D.A. den Tonkelaar,
3.9. bepaalt dat de plaats en de tijd waar en wanneer de deskundige tot het onderzoek zal overgaan, zullen worden vastgesteld door de deskundige in overleg met de raadslieden van de partijen,
3.10. bepaalt dat de deskundige een schriftelijk en ondertekend bericht zal inleveren ter griffie van deze rechtbank voor 21 mei 2008,
3.11. bepaalt dat de deskundige tegelijk met dit schriftelijk bericht zijn declaratie ter griffie zal indienen onder vermelding van het zaak- en rolnummer,
3.12. bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek de partijen in de gelegenheid moet stellen opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat de deskundige in het schriftelijk bericht moet doen blijken of aan dit voorschrift is voldaan, onder vermelding in dat bericht van de eventueel gemaakte opmerkingen en/of gedane verzoeken,
3.13. verwijst de zaak naar de rolzitting van 18 juni 2008 voor het nemen van een conclusie na deskundigenbericht aan de zijde van [eiser] of voor bepaling datum vonnis,
3.14. verstaat dat hoger beroep van dit vonnis (behoudens het provisioneel deel ervan) alleen mogelijk is tegelijk met dat van het eindvonnis,
3.15. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken op 26 maart 2008.