ECLI:NL:RBARN:2008:BC8012

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
20 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
164622/FA RK 07-13033
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontheffing van ouderlijk gezag na draagmoederschap met benoeming van wensouders als voogd

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 20 februari 2008 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontheffing van het ouderlijk gezag over twee minderjarigen, geboren uit een draagmoederschap. De wensouders, de heer [LK] en mevrouw [FB], hebben genetisch gezien de ouderlijke band met de kinderen, terwijl de draagmoeder, mevrouw [MB], en haar echtgenoot, de heer [FB], de verwerende partijen zijn. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om ontheffing van het gezag van de draagmoeder en haar echtgenoot, en om benoeming van de wensouders als voogd. De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 1:266 van het Burgerlijk Wetboek een ouder ontheven kan worden van het gezag indien deze ongeschikt of onmachtig is om de zorg voor de kinderen te vervullen, mits dit in het belang van de kinderen is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de draagmoeder en haar echtgenoot ongeschikt zijn om de zorg voor de minderjarigen te dragen, gezien de bijzondere omstandigheden waaronder de kinderen zijn geboren en de afspraken die voorafgaand aan de zwangerschap zijn gemaakt. De wensouders hebben zich bereid verklaard om de voogdij op zich te nemen, wat in het belang van de minderjarigen wordt geacht. De rechtbank heeft daarom besloten om de draagmoeder en haar echtgenoot te ontheffen van het gezag en de wensouders als gezamenlijke voogd te benoemen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector Familie en Jeugd
Zaak/rekestnummer: 164662 / FA RK 07-13033
Datum uitspraak: 20 februari 2008
Beschikking inzake de ontheffing van het gezag in de zaak van
DE RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING
(nader te noemen: de Raad),
gevestigd te Arnhem,
verzoekende partij,
tegen
[FB]
en
[MB],
beiden wonende [adres]
verwerende partij,
advocaat mr. [AO] te Spijkenisse;
gezien de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift, ingekomen op 18 december 2007;
- het op 19 november 2007 uitgebrachte rapport van de Raad;
gehoord ter terechtzitting van 20 februari 2008:
- de heer [FB] en mevrouw [MB], bijgestaan door mr. [AO];
- de heer [LK] en mevrouw [FB];
- mevrouw [YD] namens de Raad voor de Kinderbescherming.
De procedure
De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht verweerders te ontheffen van het gezag over de minderjarigen:
- [MB], geboren op [datum] 2007 te [G];
- [LB], geboren op [datum] 2007 te [G];
en [LK] en [FB] te belasten met de voogdij.
De feiten
De heer [LK] en mevrouw [FB] (hierna te noemen: de wensouders) zijn genetisch volledig de ouders van voornoemde minderjarigen. De heer [FB] is de echtgenoot van mevrouw [MB] (hierna te noemen: de draagmoeder). Verweerders zijn de ouders van mevrouw [FB].
Het verzoek
Namens verweerders is de Raad verzocht ertoe over te gaan een verzoek in te dienen om te worden ontheven van het gezag over de minderjarigen ten gunste van de wensouders en om de wensouders tot voogd te benoemen.
De wensouders zijn ongewenst kinderloos. De wensmoeder heeft de chronische ziekte Cystic Fibrosis (taaislijmziekte). Deze ziekte werd al na de geboorte gediagnosticeerd. Als complicatie heeft zij ook diabetes ontwikkeld. Vanwege haar ziekte kwam de wensmoeder niet in aanmerking voor opname van een buitenlands adoptief kind. Mevrouw [MB] heeft aangeboden draagmoeder voor haar te worden. Haar echtgenoot, de heer [FB], ondersteunde dit aanbod.
Draagmoederschap is in Nederland slechts mogelijk tot een leeftijd van 45 jaar en in België tot 50 jaar. Gelet op de leeftijd van de draagmoeder is besloten naar België te gaan. De artsen in België wilden niet verder gaan met de procedure in verband met de taaislijmziekte van de wensmoeder. Vervolgens kwamen betrokkenen terecht bij dokter [A] in Rome, Italië.
De wensmoeder heeft hormoonstimulatie ondergaan om voldoende rijpe eicellen te produceren. In Italië is eiceldonatie verboden. Met behulp van een IVF behandeling zijn in maart 2007 in een kliniek in Moskou twee embryo's geplaatst bij de draagmoeder. Er is sprake van Hoog Technologisch Draagmoederschap.
De ziekte van de wensmoeder speelt een grote rol in hun leven, maar bepaalt dit slechts gedeeltelijk. De levensverwachting voor mensen met deze ziekte wordt steeds hoger. De heer [FB] is verpleegkundige. Hij is in staat om zijn dochter te helpen bij het toedienen van haar intraveneuze medicijnen via een portocath. Hierdoor kunnen ziekenhuisopnames worden voorkomen. De wensouders bewonen een gedeelte van een oude boerderij, die eigendom is van verweerders. Verweerders en de wensouders hebben afgesproken dat de wensvader in de woning kan blijven wonen, mocht de wensmoeder komen te overlijden. Tevens hebben verweerders en de wensouders onderling afspraken gemaakt over het bezoeken van de kinderen. Indien nodig kunnen de wensouders een beroep op verweerders doen.
De Raad acht het in het belang van de minderjarigen om te beslissen zoals is verzocht.
Overwegende
Op grond van artikel 1:266 Burgerlijk Wetboek kan de rechtbank een ouder van het gezag over een of meer van zijn kinderen ontheffen, op grond van dat hij ongeschikt of onmachtig is zijn plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen mits het belang van de kinderen zich daar niet tegen verzet.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de verzochte ontheffing van verweerders als volgt.
Verweerders hebben bewust de keuze gemaakt voor draagmoederschap als mogelijkheid om de kinderwens van hun dochter en schoonzoon te vervullen. Om de zwangerschap tot stand te brengen hebben alle betrokken zich veel moeite getroost. Reeds voorafgaand aan de zwangerschap is de afspraak gemaakt dat verweerders de minderjarigen na de geboorte zouden afstaan. Ook na de geboorte hebben verweerders gepersisteerd bij hun besluit en zijn de minderjarigen ook daadwerkelijk aan de wensouders afgegeven. Van de verantwoordelijkheid voor de zorg en opvoeding ten aanzien van deze minderjarigen hebben verweerders volledig afstand gedaan.
De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak, gepubliceerd in NJ 1984, 767, geoordeeld dat met ongeschiktheid of onmacht van een ouder om zijn plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen, niet alleen een algemene ongeschiktheid is bedoeld gelegen in de persoon van de ouder, maar ook een ongeschiktheid of onmacht tot verzorgen en opvoeden van een bepaald kind, welke onmacht of ongeschiktheid kan zijn veroorzaakt door of kan samenhangen met de bijzondere eigenschappen van het kind of met de bijzondere omstandigheden waarin het zich bevindt ten tijde van het nemen van de beslissing tot ontheffing.
In het verlengde van die uitspraak is de rechtbank van oordeel dat bovengenoemde bijzondere omstandigheden, bestaande uit de situatie waarin de kinderen zich thans feitelijk bevinden en de wijze waarop die situatie is ontstaan, met zich brengen dat verweerders ongeschikt moeten worden geacht de plicht tot verzorging en opvoeding van de minderjarigen te vervullen.
Met betrekking tot de vraag of het in het belang van de minderjarigen is dat de wensouders met de voogdij zullen worden belast, overweegt de rechtbank als volgt.
De minderjarigen zijn biologisch gezien voortgekomen uit de wensouders. De verweerders zijn de ouders van de wensmoeder. De wensouders hebben de minderjarigen na de geboorte mee naar huis genomen. Het hechtingsproces is in het gezin van de wensouders op gang gebracht en voortgegaan. De wensouders hebben, mede gelet op de ziekte van de wensmoeder, maatregelen getroffen ten behoeve van de continuïteit van de verzorging en opvoeding van de minderjarigen en hebben zich bereid verklaard de gezamenlijke voogdij te aanvaarden. De rechtbank is van oordeel dat gezien de bijzondere omstandigheden waarin de minderjarigen zich bevinden en de daarmee samenhangende ongeschiktheid van de wettige ouders, de rechten van de minderjarigen het best gewaarborgd zullen worden bij een benoeming van de wensouders als voogd over de minderjarigen.
De beslissing
De rechtbank
ontheft [FB] en [MB] van het gezag over de minderjarigen:
- [MB], geboren op [datum] 2007 te [G];
- [LB], geboren op [datum] 2007 te [G];
benoemt tot gezamenlijk voogd over genoemde minderjarigen: [LK] en [FB], beiden wonende te [adres];
3. bepaalt dat de onder 1 en 2 genoemde beslissingen uitvoerbaar zijn bij voorraad.
Deze beschikking1 is gegeven door mrs. J. Barrau (voorzitter), P. Oskam en G.W. Brands-Bottema, kinderrechters, in tegenwoordigheid van I.W.H.M. Verheijen als griffier en in het openbaar uitgesproken op 20 februari 2008
De griffier: De voorzitter:
1 Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een procureur, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof te Arnhem.
??
??
??
??
Zaak/rekestnummer: 164662 / FA RK 07-13033 2
Beschikking