ECLI:NL:RBARN:2008:BC7660
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsanering wegens schending van de inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 10 januari 2008 uitspraak gedaan in een civiele procedure met betrekking tot de tussentijdse beëindiging van de schuldsanering van de schuldenaar. De schuldenaar, geboren op een onbekende datum en wonende te een onbekend adres, had in het verleden bijstand ontvangen van de gemeente Wageningen. De gemeente had op 9 maart 2007 een bedrag van € 2.342,62 teruggevorderd wegens bijstandsfraude, waarbij de schuldenaar verzuimd had om tijdig inkomsten uit arbeid door te geven. Tijdens de toelatingszitting op 2 juli 2007 had de schuldenaar deze vordering niet gemeld, wat leidde tot de conclusie dat zij haar inlichtingenplicht had geschonden.
Daarnaast had de gemeente op 2 november 2007 nog eens twee bedragen van respectievelijk € 1.666,16 en € 1.113,67 teruggevorderd, wederom wegens bijstandsfraude. De rechtbank oordeelde dat de schuldenaar niet had voldaan aan haar verplichtingen en dat er nieuwe bovenmatige schulden waren ontstaan tijdens de looptijd van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank concludeerde dat, indien zij op de hoogte was geweest van de fraudevordering tijdens de toelatingszitting, de schuldenaar niet zou zijn toegelaten tot de schuldsanering.
De rechtbank heeft de schuldsanering tussentijds beëindigd en vastgesteld dat er onvoldoende baten beschikbaar waren om aan de schuldeisers uit te keren. De kosten van de bewindvoerder werden vastgesteld op € 324,87, en de kosten van publicaties werden ten laste van de Staat gelegd. De schuldenaar heeft het recht van hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak, uitsluitend via een advocaat.