ECLI:NL:RBARN:2008:BC6055

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
4 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05-299
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepasselijkheid van artikel 303 lid 1 Fw op hypotheekverstrekkingen in het kader van schuldvernieuwing

Op 4 maart 2008 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in een civiele zaak met het insolventienummer 05-299. De zaak betreft de toepassing van artikel 303 lid 1 van de Faillissementswet (Fw) op een geldlening die is verstrekt door de ING Bank, waarvoor een hypotheek is gevestigd op een onroerende zaak. De schuldenaar, die in het bezit is van een onroerende zaak, had in het verleden meerdere hypotheken afgesloten bij verschillende banken, waaronder ABN Amro en SNS Bank. In 2005 heeft de ING Bank een nieuwe hypotheek verstrekt ter hoogte van € 153.500,- om de bestaande hypotheken af te lossen. De maandelijkse aflossingstermijn van deze hypotheek bedraagt € 494,- bruto per maand.

De rechter-commissaris, mr. J.A. Verspui, heeft geoordeeld dat artikel 303 lid 1 Fw niet van toepassing is op de geldlening van de ING Bank, omdat de schuldvernieuwing in het belang van de boedel is. Dit oordeel is gegeven in het kader van de schuldsanering die eerder door de rechtbank was uitgesproken. De rechtbank heeft bepaald dat de beschikking van 4 maart 2008, waarin deze beslissing is vastgelegd, kan worden aangevochten door degenen die daartoe recht hebben volgens de Faillissementswet, binnen vijf dagen na de uitspraak. Het hoger beroep kan alleen worden ingesteld door een advocaat of procureur, middels een verzoekschrift dat ingediend moet worden bij de griffie van de rechtbank die van de zaak kennis moet nemen.

Uitspraak

RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
insolventienummer: 05-299 R
nummer verklaring: LEL0210400137
uitspraakdatum: 4 maart 2008
beschikking ex artikel 303 Fw.
Bij vonnis van deze rechtbank van 29 maart 2005 is de schuldsa¬nering uitgesproken ten aanzien van:
[schuldenaar],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres], [woonplaats],
bewindvoerder: B.L. Menting.
De schuldenaar is in het bezit van een onroerende zaak aan de [adres], [postcode], te [geboorteplaats]. Bij de aanschaf van de onroerende zaak is in 1995 door de ABN Amro een eerste door recht van hypotheek gedekte geldlening ad € 86.445,13 verschaft. Daarnaast heeft de SNS Bank in 2000 een tweede hypotheek ad € 45.378,- en de ABN Amro in 2001 een derde hypotheek ad € 20.117,39 verstrekt.
Op 25 november 2005 heeft de ING Bank een hypotheek ad € 153.500,- aan de schuldenaar verstrekt om bovengenoemde hypotheken door middel van schuldvernieuwing af te lossen.
De maandelijkse aflossingstermijn van de hypotheek bij ING Bank bedraagt € 494,- bruto per maand.
De rechter-commissaris is van oordeel dat door de schuldvernieuwing artikel 303 lid 1 Fw. buiten toepassing dient worden verklaard, nu dit in het belang van de boedel is. De ING Bank heeft tegenover de bewindvoerder hiermee ingestemd.
BESLISSING
De rechtbank:
bepaalt dat artikel 303 lid 1 van de Faillissementswet niet van toepassing is op de in 2005 door de ING Bank verstrekte geldlening tot zekerheid waarvan een hypotheek is gevestigd op de voornoemde onroerende zaak.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A. Verspui, rechter-commissaris, op 4 maart 2008, in tegenwoordigheid van de griffier.
Van deze beschikking kunnen degenen aan wie de Faillissementwet dat recht toekent, gedurende vijf dagen na de dag van de uitspraak in hoger beroep komen. Het recht van hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat/procureur worden ingesteld bij verzoekschrift, in te dienen ter griffie van de Rechtbank dat van de zaak kennis moet nemen.