zaaknummer / rolnummer: 165306 / KG ZA 08-29
Vonnis in kort geding van 19 februari 2008
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CAMPING AALST B.V.,
gevestigd te Aalst,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
procureur mr. F.P. Lomans,
advocaat mr. B.J.M. van Meer te Arnhem,
de vereniging
BELANGENGROEP L1288,
gevestigd te Aalst, gemeente Zaltbommel,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
procureur mr. A.T. Bolt,
advocaten mr. C.G.M. Liesker en mr. R.S. Namjesky te Breda,
waarin hebben gevorderd als gevoegde partij te worden toegelaten:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CORLE BELEGGING EN BEHEER B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Dongen,
eiseres in het incident tot voeging,
procureur mr. A.T. Bolt,
advocaten mr. C.G.M. Liesker en mr. R.S. Namjesky te Breda,
[eis.inc. voeging]
wonende te [woonplaats],
eiseres in het incident tot voeging.
procureur mr. A.T. Bolt,
advocaten mr. C.G.M. Liesker en advocaten mr. R.S. Namjesky te Breda.
Eiseres in conventie zal hierna Camping Aalst worden genoemd. Gedaagde in conventie en de eiseressen in het incident tot voeging, tevens eiseressen in reconventie, zullen gezamenlijk worden aangeduid als Belangengroep c.s. en ieder afzonderlijk als de Belangengroep, Corlé en [eis.inc.voeging].
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties
- de producties van Belangengroep c.s.
- de incidentele conclusie tot voeging van Corlé en [eis.inc.voeging] aan de zijde van de Belangengroep
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Camping Aalst
- de pleitnota van Belangengroep c.s.
- de eis in reconventie van Belangengroep c.s.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Camping Aalst heeft tot half oktober 2005 een camping geëxploiteerd, genaamd camping ‘De Maasplas’, op de percelen met de kadastrale aanduiding gemeente Brakel, sectie L, nrs. 1082, 1288 en 1289 (hierna te noemen: perceel L 1082, perceel L 1288 en perceel L 1289). Van de percelen L 1082 en L 1289 is Camping Aalst eigenaar. Perceel
L 1288 huurde zij van Holding Nooijen.
2.2. De verhuurder van perceel L 1288 is in oktober 2005 failliet gegaan. De curator in dat faillissement heeft de huurovereenkomst met Camping Aalst buitengerechtelijk ontbonden en perceel L 1288 verkocht aan Corlé. Corlé noemt dit perceel camping Het Esmeer. Camping Het Esmeer is ingedeeld in 50 kavels voor vaste standplaatsen voor stacaravans, waarvan er ongeveer 30 op dit moment zijn verhuurd.
2.3. In eerdere leveringsakten van 19 juli 2002, 28 november 2002 en 4 juli 2003 met betrekking tot Camping De Maasplas, toen nog de percelen gemeente Brakel, L 791, 859, 1081 en 1082 is onder meer de volgende omschrijving van de registergoederen opgenomen:
ter plaatse kenbaar als een strook van aaneengesloten kavels, gelegen aan de dijk aan de de noord-oostzijde van Camping De Maasplas te Aalst (Gelderland), deze kavels plaatselijk genummerd: 1 tot en met 13, 20 tot en met 25, 32 tot en met 37, 46 tot en met 51, 61 tot en met 67, 80 tot en met 89 en 96 tot en met [nr.]
2.4. Camping Aalst exploiteert de haar toebehorende percelen L 1082 en L 1289 nog steeds als camping, ingedeeld in 120 kavels waarvan 70 voor vaste standplaatsen, 50 voor tourcaravans en een aantal vrije kampeerplaatsen. Er is nu sprake van twee naast elkaar gelegen campings.
2.5. Over de percelen L 1082 en L 1289 van Camping Aalst loopt een verharde weg. Toen er nog sprake was van één camping maakten de huurders van alle standplaatsen, ook die van perceel L 1288, gebruik van deze verharde weg, bijvoorbeeld voor het (ver)plaatsen, aan- of afvoeren van een stacaravan of om met de auto bij de standplaats te komen. Camping Het Esmeer, perceel L 1288, is alleen te bereiken via de toegang van Camping Aalst.
2.6. De Belangengroep heeft als statutair doel de behartiging van de belangen van de ongeveer dertig leden die een vaste standplaats huren op perceel L 1288.
2.7. Tussen Corlé en de Belangengroep als eiseressen en Camping Aalst als gedaagde zijn bij deze rechtbank twee eerdere kort gedingprocedures gevoerd, resulterend in vonnissen van de voorzieningenrechter van 24 oktober 2006 en van 6 november 2007. Deze procedures hadden onder meer betrekking op de door Camping Aalst gewenste erfafscheiding tussen de door haar als camping geëxploiteerde percelen L 1082 en L 1089 enerzijds en het door Corlé als camping Het Esmeer geëxploiteerde naastgelegen perceel
L 1288 anderzijds, waar de leden van de Belangengroep een standplaats houden. Bij de rechtbank te ‘s-Hertogenbosch wordt geprocedeerd over de erfgrens tussen de percelen en over een noodweg ten behoeve van Camping Het Esmeer en ten laste van Camping Aalst, omdat Camping Esmeer op een ingesloten erf ligt.
2.8. Bij vonnis in kort geding van 24 oktober 2006 heeft de voorzieningenrechter Camping Aalst onder 5.3. en 5.5. van de beslissing op straffe van een dwangsom verboden om over te gaan tot de plaatsing van een hekwerk op of tegen perceel L 1288 op zodanige wijze dat de leden van de belangengroep niet meer met hun auto op de gebruikelijke wijze en via de gebruikelijke verharde weg bij hun standplaatsen op perceel L 1288 kunnen komen. De voorzieningenrechter heeft onder 4.6. van dat vonnis onder meer als volgt overwogen:
Als verhuurster mag Camping Aalst naar oordeel van de voorzieningenrechter de huurders niet belemmeren in het ongestoorde huurgenot, hetgeen betekent dat zij niet door het plaatsen van een hekwerk de toegang tot het gehuurde onmogelijk mag maken en dat zij niet op korte termijn tot afsluiting van de nutsvoorzieningen mag overgaan, zolang als de nutsbedrijven de realisatie van een eigen aansluiting voor perceel L 1288 (door Corlé aangevraagd) nog niet hebben gerealiseerd.
2.9. Camping Aalst heeft een bodemprocedure aanhangig gemaakt bij deze rechtbank, sector kanton, locatie Tiel, waarin zij vordert voor recht te verklaren dat de huurrelatie tussen haar en de huurders van perceel L 1288 is beëindigd per 1 januari 2006, althans per 1 januari 2007, althans per 1 januari 2008. In die procedure heeft de Belangengroep zich bij conclusie van antwoord van 15 augustus 2007 onder meer op het standpunt gesteld dat die huurrelatie is beëindigd.
2.10. In november 2007 heeft Camping Aalst een voorstel met de volgende strekking aan de Belangengroep gedaan over het gebruik van een noodweg door de houders van een standplaats op camping Het Esmeer:
1. De slagboom moet naar achteren worden verplaatst, zodat Camping Aalst de zekerheid kan verkrijgen dat de leden van de belangengroep haar terrein niet onbevoegd kunnen betreden, al dan niet met gemotoriseerd verkeer.
2. Een erfafscheiding zal moeten worden aangebracht omdat de leden van de belangengroep blijk hebben gegeven de eigendommen van Camping Aalst niet te respecteren. Zo hebben enkelen, geheel onbevoegd en zonder toestemming van camping Aalst, de perceelsgrens overschreden en schade veroorzaakt.
3. Camping Aalst heeft uitdrukkelijk aangegeven dit aanbod te zien als een voorlopige maatregel waarbij zij geen afstand heeft gedaan van haar rechten en de uitspraak in de bodemprocedures wenst af te wachten.
4. Het gebruik van de noodweg is zodanig dat via de kortste weg perceel L 1288 bereikt dient te worden (direct rechtsaf na de slagbomen) waarbij alleen stacaravans mogen worden af- en aangevoerd en geen auto’s, ander gemotoriseerd vervoer of fietsen. De noodweg mag eerst gebruikt worden nadat de erfafscheiding gerealiseerd is, teneinde te voorkomen dat de leden van de belangengroep niet onbevoegd zich toegang tot de eigendommen van Camping Aalst kunnen verschaffen. De belangengroep dient de kosten voor het plaatsen van de slagboom te betalen.
5. Nadat de noodweg gepasseerd is, blijven de leden van de belangengroep op het perceel L 1288 en zullen zij op geen enkele wijze de eigendom van Camping Aalst betreden.
2.11. Met ingang van 1 januari 2008 heeft Camping Aalst het pasjessysteem voor de slagboom zodanig gewijzigd, dat de leden van de Belangengroep de slagboom niet meer kunnen openen en camping Het Esmeer niet meer met gemotoriseerd verkeer op kunnen rijden.
2.12. Bij brief van 8 januari 2008 heeft Camping Aalst de Belangengroep verzocht haar te berichten dat zij geen aanspraak zal maken op het dictum onder 5.3 en 5.5 van het kort geding vonnis van 24 oktober 2006, zoals hierboven onder 2.2. samengevat is weergegeven. De Belangengroep heeft hier bij brief van 9 januari 2008 op geantwoord dat zij geen afstand wenst te doen van dat dictum en dat zij het voorstel van Camping Aalst over de noodweg niet accepteert.
2.13. Op verzoek van Camping Aalst heeft een landmeter van het kadaster op 10 januari 2008 de kadastrale grens van het perceel L 1289 gereconstrueerd. Bij deze reconstructie was mevrouw N. [XXX] namens Camping Aalst aanwezig. Bij brief van 22 januari 2008 heeft het Kadaster aan Camping Aalst een kopie van het veldwerk van deze reconstructie toegezonden, met een toelichting op dat veldwerk.
2.14. [eis.inc.voeging] is gebruikster en huurster van de standplaats met (kavel)nummer [nr.].
2.15. Bij brief van 21 januari 2008 heeft Camping Aalst [eis.inc.voeging] verzocht en gesommeerd om het wegens hun huurrelatie verschuldigde bedrag van
€ 1.810,00 binnen 8 dagen na dagtekening van die brief te voldoen, bij gebreke waarvan Camping Aalst heeft aangekondigd de stacaravan van [eis.inc.voeging] te verwijderen.
3. Het geschil in conventie
3.1. Camping Aalst vordert samengevat - de Belangengroep op straffe van een dwangsom te gebieden te gehengen en te gedogen dat een hekwerk wordt aangelegd op de kadastrale erfgrens en de Belangengroep te verbieden enige belemmering op te werpen teneinde het installeren van het hekwerk te voorkomen.
3.2. Camping Aalst legt aan haar vorderingen kort gezegd het volgende ten grondslag. Nu de huurrelatie tussen Camping Aalst en de standplaatshouders van perceel Brakel L 1288 uiterlijk met ingang van 1 januari 2008 is geëindigd, is er geen sprake meer van een situatie als omschreven in rechtsoverweging 4.6 van het vonnis van 24 oktober 2006, namelijk dat zij als verhuurster de huurders niet mag belemmeren in het ongestoorde huurgenot door het plaatsen van een hekwerk. Vast staat dat zij op grond van artikel 5:48 BW de bevoegdheid heeft om haar perceel Brakel L 1289 af te sluiten. De kadastrale grens van dat terrein is recent nog door een landmeter van gereconstrueerd en staat vast. Camping Aalst is daarnaast bereid aan de Belangengroep een recht van noodweg te verlenen voor het plaatsen en weghalen van stacaravans. Zij heeft een spoedeisend belang bij het plaatsen van een hekwerk ter voorkoming van betreding van haar camping door onbevoegde derden. Dit belang dient te prevaleren boven het belang dat de Belangengroep stelt te hebben. Ten slotte verzet zij zich tegen de voeging van Corlé in deze procedure.
3.3. Belangengroep c.s. voert gemotiveerd verweer.
3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Het geschil in reconventie
4.1. Belangengroep c.s. vordert samengevat - Camping Aalst op straffe van een dwangsom te gebieden om te gehengen en te gedogen dat op kosten van Belangengroep c.s. de slagboom, die thans de toegang tot perceel L1288 verhindert, wordt teruggeplaatst op de verharde weg, en wel zodanig, dat eisers in reconventie vanaf deze verharde weg direct toegang verkrijgen tot het perceel L 1288. Ook vordert Belangengroep c.s. dat Camping Aalst wordt verboden om over te gaan tot ontruiming van perceel nummer [nr.] dat in gebruik is bij [eis.inc.voeging].
4.2. Belangengroep c.s. legt daaraan het volgende ten grondslag. Nu Camping Aalst het pasjessysteem heeft gewijzigd heeft zij een spoedeisend belang bij een voorziening die ertoe strekt dat Camping Aalst wordt gedwongen om de slagboom op zodanige wijze naar achteren te verplaatsen dat zij in staat blijven om het ingesloten perceel L 1288 te bereiken, zowel te voet als met gemotoriseerd verkeer. Daarnaast is volgens haar het perceel met het kavel- / gebruiksnummer [nr.] eigendom van Corlé. Daartoe voert zij het volgende aan. Perceel [nr.] maakt deel uit van de omschrijving van de onroerende zaak in de leveringsakten van 19 juli 2002, 28 november 2002 en 4 juli 2003. Nu Camping Aalst heeft aangekondigd tot ontruiming van de standplaats van [eis.inc.voeging] over te gaan, heeft zij een spoedeisend belang bij een aan Camping Aalst op te leggen verbod hiervan, op straffe van een dwangsom.
4.3. Camping Aalst voert gemotiveerd verweer.
4.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
5. De beoordeling
Het verzoek tot voeging
met betrekking tot [eis.inc.voeging]
5.1. Nu Camping Aalst geen bezwaar heeft gemaakt tegen voeging van [eis.inc.voeging] aan de zijde van de Belangenvereniging en zij een rechtstreeks en in rechte te erkennen belang heeft bij de voeging, zal zij worden toegelaten als gevoegde partij.
5.2. Camping Aalst heeft bezwaar gemaakt tegen de voeging van Corlé aan de zijde van de Belangengroep. Volgens Camping Aalst is Corlé als partij in deze procedure niet-ontvankelijk omdat het een executiegeschil betreft van het vonnis van 24 oktober 2006 en Corlé in die procedure niet-ontvankelijk is verklaard in haar vorderingen. Corlé is tegen dat vonnis niet in hoger beroep gegaan, zodat het in strijd met de goede procesorde zou zijn om Corlé nu wel als partij toe te laten.
5.3. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is er geen sprake van een executiegeschil. Partijen verschillen in feite niet van mening over de tenuitvoerlegging van dat vonnis van 24 oktober 2006. Camping Aalst wenst een nieuwe beoordeling van de in dat vonnis beoordeelde materie wegens gewijzigde omstandigheden. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan Corlé worden toegelaten als gevoegde partij om dezelfde redenen als waarom zij bij vonnis van 6 november 2007 als partij in het kort geding is toegelaten, te weten omdat Corlé als exploitant van Camping Het Esmeer op perceel L 1288 een rechtstreeks en in rechte te erkennen belang heeft bij de voeging. Ook zij zal worden toegelaten als gevoegde partij.
De ontvankelijkheid in conventie
5.4. De Belangengroep c.s. heeft aangevoerd dat Camping Aalst niet kan worden ontvangen in haar vorderingen omdat de voorzieningenrechter al eerder over het al dan niet plaatsen van een hekwerk heeft geoordeeld. De voorzieningenrechter volgt dit standpunt niet en acht Camping Aalst ontvankelijk in haar vorderingen. Camping Aalst heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende aannemelijk gemaakt dat er sinds de eerdere kort geding vonnissen sprake is van gewijzigde omstandigheden, onder meer de beëindiging van de huurovereenkomsten.
De inhoudelijke beoordeling
5.5. Voldoende aannemelijk is dat er, in elk geval met ingang van 1 januari 2008, geen sprake meer is van een situatie als omschreven in rechtsoverweging 4.6 van het vonnis van 24 oktober 2006, waarin Camping Aalst als verhuurster de huurders niet door het plaatsen van een hekwerk mocht belemmeren in het ongestoorde huurgenot. Dit kan naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet onverkort tot de conclusie leiden dat Camping Aalst nu wél kan worden toegestaan om met spoed een hekwerk te plaatsen, ook al heeft zij op grond van artikel 5:48 BW de bevoegdheid om haar percelen af te sluiten. Voor het plaatsen van een hekwerk op de kadastrale erfgrens, moet deze grens voldoende vaststaan.
5.6. Camping Aalst heeft onder meer aangevoerd dat de kadastrale grens voldoende blijkt uit de notariële akte van 27 november 2003 tot levering van perceel L 1289, de daaraan voorafgaande inmeting door het kadaster van oktober 2003 en de recente kadastrale inmeting van 10 januari 2008.
5.7. Belangengroep c s. stelt hier het volgende tegenover. Deze kadastrale grens staat op dit moment allerminst vast. Daarvoor moet de uitspraak in de te ‘s-Hertogenbosch aanhangige bodemprocedure worden afgewacht, waarin onder meer wordt geprocedeerd over de eigendom van de standplaats met (kavel)nummer [nr.]. In de conclusie van antwoord in conventie, tevens eis in reconventie in die procedure stellen Corlé en de curator dat de kadastrale inmeting van oktober 2003 is gebaseerd op een foutieve aanwijzing door de waarnemer voor Holding Nooijen B.V. en Central B.V en dat de werkelijke bedoeling van partijen kan worden afgeleid uit de omschrijving van de onroerende zaak in de leveringsakten van 19 juli 2002, 28 november 2002 en 4 juli 2003. Voor de vaststelling van de daadwerkelijke grensbepaling moet blijkens HR 8 december 2000, NJ 2001, 350 eerst gekeken worden naar de partijbedoeling zoals deze in de leveringsakte tot uitdrukking is gebracht. Camping Aalst heeft nagelaten om bij de grensreconstructie door het kadaster op 10 januari 2008 de Belangengroep c.s. of hun raadsman uit te nodigen, waardoor er sprake is van een eenzijdige en onjuiste grensvaststelling.
5.8. De voorzieningenrechter overweegt als volgt. In de notariële leveringsakte van 27 november 2003 is enkel de kadastrale aanduiding van de percelen vermeld, te weten de percelen te Brakel met de nummers L 1082 en L 1289 . Op grond daarvan zou kunnen worden aangenomen dat het de bedoeling van de betrokken partijen is geweest conform de begrenzing op de kadastrale kaart over te dragen, die ook op 10 januari 2008 is gereconstrueerd. In de leveringsakten van perceel L 1288 waarnaar de Belangengroep c.s. verwijst is echter bij de omschrijving van de onroerende zaak kavelnummer [nr.] opgenomen, dat is gelegen aan de kop van het - volgens de huidige kadastrale inmeting – perceel L 1289. Niet uitgesloten is dat deze omschrijving de bedoeling van partijen weergaf. Daarover moet de in ‘s-Hertogenbosch aanhangige bodemprocedure uitsluitsel geven. Belangengroep c.s. heeft bij de reconstructie van de kadastrale grens op 10 januari 2008 niet de mogelijkheid gekregen om de betrokken medewerker van het kadaster hun visie op de perceelgrenzen te geven, zodat alleen op grond hiervan nog niet kan worden gesproken van een grens die vast staat.
5.9. Voorts is de voorzieningenrechter uit de overgelegde producties en het verhandelde ter zitting onvoldoende gebleken van omstandigheden op grond waarvan Camping Aalst een zodanig spoedeisend belang heeft bij het plaatsen van een hekwerk, dat van haar niet kan worden gevergd dat zij de uitkomst van de aanhangige bodemprocedure afwacht. Niet gebleken is dat zich, na het incident met [XXX] waarover het vorige kort geding onder meer ging, nieuwe incidenten hebben voorgedaan. Daarom zal de voorzieningenrechter, na afweging van de belangen van de partijen, de gevraagde spoedvoorziening afwijzen.
5.10. Als de in conventie grotendeels in het ongelijk gestelde partij zal Camping Aalst worden veroordeeld in de kosten van Belangengroep c.s. in dit geding in conventie.
in reconventie
5.11. Voorop gesteld wordt dat Camping Aalst een uitweg zal moeten verlenen ten behoeve van perceel L 1288. Over het gebruik van het gedeelte van de bestaande verharde weg direct voorbij de slagboom tot aan de eerst mogelijke afslag naar perceel
L 1288 als noodweg lijkt ook in dit kort geding geen verschil van mening te bestaan. Deze mogelijkheid heeft Camping Aalst nu verhinderd door het de standplaatshouders van perceel L 1288 onmogelijk te maken de slagboom te bedienen. Voor de uitoefening van het recht van noodweg ten behoeve van perceel L 1288 moet óf de bediening van de slagboom weer mogelijk worden gemaakt voor de huurders van perceel L 1288 óf de slagboom, die thans de toegang tot perceel L1288 verhindert, worden teruggeplaatst op de verharde weg op de wijze als door Belangengroep c.s. in reconventie gevorderd. Deze laatste mogelijkheid zal bij wijze van ordemaatregel worden toegewezen. Of Belangengroep c.s. aanspraak kan maken op een omvangrijker recht van noodweg, zal in de aanhangige bodemprocedure moeten blijken.
5.12. De in overweging 5.8 genoemde onzekerheid met betrekking tot de eigendom van de standplaats met (kavel)nummer [nr.], die door [eis.inc.voeging] wordt gehuurd, brengt met zich mee dat de voorzieningenrechter het onjuist acht dat Camping Aalst nu reeds tot ontruiming van [eis.inc.voeging] over zou gaan. Het is dus voldoende aannemelijk dat [eis.inc.voeging] belang heeft bij haar vordering, welke bij wijze van ordemaatregel zal worden toegewezen.
5.13. Aan het in reconventie op te leggen gebod en verbod zal een dwangsom worden verbonden, die zal worden gemaximeerd.
5.14. Als de in reconventie grotendeels in het ongelijk gestelde partij zal Camping Aalst worden veroordeeld in de kosten van Belangengroep c.s. in dit geding in reconventie, die zullen worden gesteld op de helft van het salaris van de conventionele vordering.
6. De beslissing
De voorzieningenrechter
in conventie en in reconventie
6.1. laat Corlé en [eis.inc.voeging] toe als gevoegde partij,
6.2. wijst de gevorderde voorzieningen af,
6.3. veroordeelt Camping Aalst in de kosten van deze procedure in conventie, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Belangengroep c.s. bepaald op € 816,-- voor salaris procureur en op € 254,-- wegens griffierecht,
6.4. gebiedt Camping Aalst om, na betekening van dit vonnis, te gehengen en te gedogen dat op kosten van Belangengroep c.s. de slagboom, die thans de toegang tot perceel L1288 verhindert, wordt teruggeplaatst op de verharde weg, en wel zodanig, dat eisers in reconventie vanaf deze verharde weg direct toegang verkrijgen tot het perceel L 1288,
6.5. veroordeelt Camping Aalst om ingeval zij (na betekening van dit vonnis) het bovengenoemde gebod overtreedt, aan Belangengroep c.s. een dwangsom te betalen van € 5000,-- per dag, echter met een maximum van € 50.000--,
6.6. verbiedt Camping Aalst om, na betekening van dit vonnis, over te gaan tot ontruiming van perceel nummer [nr.] dat in gebruik is bij [eis.inc.voeging],
6.7. veroordeelt Camping Aalst om ingeval zij (na betekening van dit vonnis) het bovengenoemde verbod overtreedt, aan [eis.inc.voeging] een dwangsom te betalen van € 5000,-- per dag, echter met een maximum van € 50.000--,
6.8. wijst af het meer of anders gevorderde,
6.9. veroordeelt Camping Aalst in de kosten van deze procedure in reconventie, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Belangengroep c.s. bepaald op € 408,-- voor salaris procureur,
in conventie en in reconventie
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.D.A. den Tonkelaar en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. E.A. Satijn op 19 februari 2008.