ECLI:NL:RBARN:2008:BC4908

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
22 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05/513428-07
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Omkoping en valsheid in geschrifte door werkbegeleider taakgestraften

Op 22 februari 2008 heeft de Rechtbank Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 35-jarige man, die als werkbegeleider van taakgestraften in het Gelredome werkzaam was. De man werd beschuldigd van omkoping en valsheid in geschrifte. Hij had zich laten omkopen door taakgestraften, waardoor zij hun werkstraf konden afkopen. Daarnaast werd hij verdacht van het vervalsen van urenlijsten, zodat het leek alsof de taakgestraften hun uren daadwerkelijk hadden gewerkt. Tijdens de zitting op 8 februari 2008 eiste de officier van justitie een gevangenisstraf van acht maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten, maar sprak hem vrij van enkele andere beschuldigingen. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn werk bij een schoonmaakbedrijf en de lange duur van het onderzoek. Uiteindelijk werd de man veroordeeld tot een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, maar vond de gevorderde onvoorwaardelijke gevangenisstraf te zwaar, gezien de omstandigheden.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector strafrecht
Meervoudige kamer
Promis II
Parketnummer : 05/513428-07
Datum zitting : 8 februari 2008
Datum uitspraak : 22 februari 2008
Tegenspraak
In de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen:
naam : [verdachte],
geboren op : [geboortedatum] te [geboorteplaats]
adres : [adres] ,
plaats : [woonplaats].
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met 1 januari 2006 te Arnhem, in elk in elk geval in de gemeente Arnhem, althans in Nederland, anders dan als ambtenaar, immers als werkmeester en/of begeleider taakgestraften op een taakstrafproject voor taakgestraften (bij het Gelredome,) van de Reclassering Nederland, welke taakgestraften door de reclassering aan hem, verdachte als werkmeester en/of als begeleider taakgestraften waren toevertrouwd, werkzaam zijnde in dienstbetrekking bij en/of optredend als lasthebber van Reclassering Nederland, naar aanleiding van hetgeen hij verdachte in zijn dienstbetrekking van en/of optredend als lasthebber van Reclassering Nederland, heeft gedaan of nagelaten dan wel zal doen of nalaten, een gift en/of een belofte, namelijk van een aantal taakgestraften (te weten o.a. [betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] en/of [betrokkene 4] en/of [betrokkene 5] en/of een of meer andere taakgestraften), die onder zijn, verdachtes leiding/begeleiding een hen opgelegde taakstraf op het taakstrafproject Gelredome dienden uit te voeren, een aantal geldbedragen (totaal voor ongeveer 4000 euro), heeft aangenomen en dit aannemen in strijd met de goede trouw heeft verzwegen tegenover zijn werkgever en/of lastgever (Reclassering Nederland);
art 328ter lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van januari 2004 tot en met 1 januari 2006 te Arnhem, in elk geval in de gemeente Arnhem, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) een zogenaamde Urenlijst Taakstraf van Reclassering Nederland, betrekking hebbend op het taakstrafproject Gelredome te weten o.a.
- een urenlijst taakstraf ten name van taakgestrafte [betrokkene 1] (va. pag.30) en/of
- een urenlijst taakstraf ten name van taakgestrafte [betrokkene 2] (va. pag.50) en/of
- een urenlijst taakstraf ten name van taakgestrafte [betrokkene 3] (va. pag.71) en/of
- een urenlijst taakstraf ten name van taakgestrafte [betrokkene 4] (va. pag.78) en/of
- een urenlijst taakstraf ten name van taakgestrafte [betrokkene 5] (va pag.92) en/of
- een of meer urenlijsten ten name van andere taakgestraften dan hierboven genoemd,
- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen ((t.w. o.a. voor Reclassering Nederland van het feit dat en/of de op het formulier vermelde taakgestrafte het aantal taakstrafuren had gewerkt dat op het formulier stond vermeld aan aantal uren dat die taakgestrafte diende te werken (in een bepaalde periode) en/of wanneer die taakstrafuren door die taakgestrafte waren gewerkt en/of dat het voormelde door verdachte die als werkmeester en/of taakgestraftebegeleider werkzaam was op het taakstrafproject Gelredome was geconstateerd en/of gecontroleerd)) -, (telkens) valselijk heeft opgemaakt of vervalst, met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, door (telkens) opzettelijk valselijk en/of in strijd met de waarheid op voormelde formulieren ten name van de op dat formulier genoemde/vermelde taakgestrafte (telkens) schriftelijk te verklaren/vermelden
- dat de op de urenlijst vermelde taakgestrafte meer taakstrafuren had gewerkt op het taakstrafproject Gelredome dan de taakgestrafte in werkelijkheid had gewerkt en/of
- dat de op de urenlijst vermelde taakgestrafte op bepaalde dagen, vermeld op de Urenlijst Taakstraf had gewerkt terwijl dit niet het geval was en/of (telkens) heeft verzwegen
- dat die taakgestrafte die was vermeld op die Urenlijst taakstraf niet alle taakstrafuren had gewerkt die op het formulier was/waren vermeld en/of dat die taakgestrafte de taakstraf niet had voltooid en/of verdachte (vervolgens) (telkens) die Urenlijst taakstraf ten name van voormelde taakgestraften (als werkmeester en/of taakgestraftenbegeleider taakstrafproject Gelredome) heeft ondertekend als ware zij overeenkomstig de waarheid ingevuld;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 8 februari 2008 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte verschenen.
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het onder feit 1 en feit 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden, waarvan 2 (twee) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Verdachte heeft het woord ter verdediging gevoerd.
3. De beslissing inzake het bewijs
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 en feit 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
1.
hij op tijdstippen in de periode van december 2004 tot en met 1 januari 2006 te Arnhem, in elk geval in de gemeente Arnhem, anders dan als ambtenaar, immers als begeleider taakgestraften op een taakstrafproject voor taakgestraften (bij het Gelredome,) van de Reclassering Nederland, welke taakgestraften door de reclassering aan hem, verdachte als begeleider taakgestraften waren toevertrouwd, optredend als lasthebber van Reclassering Nederland, naar aanleiding van hetgeen hij verdachte optredend als lasthebber van Reclassering Nederland, zal doen een gift, namelijk van een aantal taakgestraften (te weten [betrokkene 1] en [betrokkene 2] en [betrokkene 3] en [betrokkene 4] en [betrokkene 5], die onder zijn, verdachtes leiding/begeleiding een hun opgelegde taakstraf op het taakstrafproject Gelredome dienden uit te voeren, een aantal geldbedragen (totaal voor ongeveer 2.320 euro), heeft aangenomen en dit aannemen in strijd met de goede trouw heeft verzwegen tegenover zijn lastgever (Reclassering Nederland);
2.
hij op tijdstippen in de periode van december 2004 tot en met 1 januari 2006 te Arnhem, in elk geval in de gemeente Arnhem, meermalen, (telkens) een zogenaamde urenlijst taakstraf van Reclassering Nederland, betrekking hebbend op het taakstrafproject Gelredome te weten
- een urenlijst taakstraf ten name van taakgestrafte [betrokkene 1] (va. pag.30) en
- een urenlijst taakstraf ten name van taakgestrafte [betrokkene 2] (va. pag.50) en
- een urenlijst taakstraf ten name van taakgestrafte [betrokkene 3] (va. pag.71) en
- een urenlijst taakstraf ten name van taakgestrafte [betrokkene 4] (va. pag.78) en
- een urenlijst taakstraf ten name van taakgestrafte [betrokkene 5] (va pag.92) en
- een of meer urenlijsten ten name van andere taakgestraften dan hierboven genoemd,
- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen (t.w. o.a. voor Reclassering Nederland van het feit dat de op het formulier vermelde taakgestrafte het aantal taakstrafuren had gewerkt, dat op het formulier stond vermeld aan aantal uren dat die taakgestrafte diende te werken (in een bepaalde periode) en wanneer die taakstrafuren door die taakgestrafte waren gewerkt en dat het voormelde door verdachte die als taakgestraftebegeleider werkzaam was op het taakstrafproject Gelredome was geconstateerd en gecontroleerd) -, (telkens) valselijk heeft opgemaakt, met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, door (telkens) opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid op voormelde formulieren ten name van de op dat formulier genoemde/vermelde taakgestrafte (telkens) schriftelijk te verklaren/vermelden
- dat de op de urenlijst vermelde taakgestrafte meer taakstrafuren had gewerkt op het taakstrafproject Gelredome dan de taakgestrafte in werkelijkheid had gewerkt en
- dat de op de urenlijst vermelde taakgestrafte op bepaalde dagen, vermeld op de urenlijst taakstraf had gewerkt terwijl dit niet het geval was en (telkens) heeft verzwegen
- dat die taakgestrafte die was vermeld op die urenlijst taakstraf niet alle taakstrafuren had gewerkt die op het formulier waren vermeld en dat die taakgestrafte de taakstraf niet had voltooid en verdachte (vervolgens) (telkens) die urenlijst taakstraf ten name van voormelde taakgestraften (als taakgestraftenbegeleider taakstrafproject Gelredome) heeft ondertekend als ware zij overeenkomstig de waarheid ingevuld;
Bewijsmiddelen
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen:
- verklaring aangever [betrokkene 6], pag. 18;
- verklaring getuige, taakgestrafte [betrokkene 1], pag. 27 en 28;
- het schriftelijk bescheid, te weten een rekeningafschrift van de ABN-AMRO ten name van [betrokkene 1] betreffende diens geldopname op 21 maart 2005, pag. 29;
- het schriftelijk bescheid, te weten een Urenlijst Taakstraf ten name van [betrokkene 1], opgemaakt op 4 april 2005, dossierpar. 30;
- verklaring getuige, taakgestrafte [betrokkene 2], pag. 49;
- het schriftelijk bescheid, te weten een Urenlijst Taakstraf ten name van [betrokkene 2], opgemaakt op 2 februari 2005, dossierpar. 50;
- verklaring getuige, taakgestrafte [betrokkene 3], pag. 70;
- het schriftelijk bescheid, te weten een Urenlijst Taakstraf ten name van [betrokkene 3], opgemaakt op 18 april 2005, pag. 71;
- verklaring getuige, taakgestrafte [betrokkene 4], pag. 77;
- het schriftelijk bescheid, te weten een Urenlijst Taakstraf ten name van [betrokkene 4], opgemaakt op 14 juni 2005, dossierpar. 78;
- verklaring getuige, taakgestrafte [betrokkene 5], pag. 90;
- het schriftelijk bescheid, te weten een overzicht transacties van Euro zakenrekening [nummer] ten name van [betrokkene 5] betreffende diens transactie op 6 december 2004, pag. 91;
- het schriftelijk bescheid, te weten een brief gedateerd 3 juli 2007 van [betrokkene 5] aan mevrouw [betrokkene 7], dossierpar. 91;
- verklaring getuige, unitmanager Stichting Reclassering Nederland [betrokkene 8], pag. 32;
- verklaring getuige, hoofd bedrijfsbureau Stichting Reclassering Nederland [betrokkene 9], in het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van de regiopolitie Gelderland-Midden, district Arnhem-Veluwezoom, dossiernummer PL0780/05-199050, gesloten op 13 november 2007;
- verklaringen van verdachte op pag. 14 tot en met 16 en in het in wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van verhoor van de regiopolitie Gelderland-Midden, district Arnhem-Veluwezoom, dossiernummer PL0780/05-199050, gesloten op 18 september 2007 en ter zitting van 8 februari 2008.
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
4a. De kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
“Het, anders dan als ambtenaar, optredend als lasthebber, naar aanleiding van hetgeen hij bij de uitvoering van zijn last zal doen, aannemen van een gift en dit aannemen in strijd met de goede trouw verzwijgen tegenover zijn lastgever, meermalen gepleegd”
Ten aanzien van feit 2:
“Valsheid in geschrift, meermalen gepleegd”
4b. De strafbaarheid van de feiten
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Niet is gebleken van feiten of omstandigheden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluiten.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke en financiële omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op de justitiële documentatie betreffende verdachte, gedateerd 30 juli 2007.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
Verdachte heeft als lasthebber van de Stichting Reclassering Nederland zich schuldig gemaakt aan omkoping door een aantal taakgestraften, opdat zij het hun door de rechter opgelegde aantal uren taakstraf niet hoefden uit te voeren. Daartoe heeft hij ook valsheid in geschrifte gepleegd door de urenlijsten taakgestraften valselijk in te vullen. Dit zijn ernstige feiten. Verdachte had een voorbeeldfunctie en heeft meegewerkt aan het laten ontstaan van een beeld van corruptie bij genoemde stichting. Extra kwalijk van verdachtes praktijken is dat taakgestraften met geld hun aantal te werken uren konden afkopen, terwijl taakgestraften die geen geld daarvoor hadden, wel hun uren volledig moesten uitvoeren.
De rechtbank acht niettemin de door het Openbaar Ministerie gevorderde gedeeltelijk onvoorwaardelijke gevangenisstraf een te zware sanctie gelet op met name de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Hij is tijdens zijn in 1995 opgelegde, maar inmiddels beëindigde, terbeschikkingstelling in dienst getreden bij het schoonmaakbedrijf HAGO Nederland bv, dat ondanks diens kennis van de bewezenverklaarde feiten, verdachte in dienst heeft gehouden. Deze firma is zelfs van plan verdachte verder intern op te leiden tot Objectleider. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zou dit traject doorkruisen. Tevens speelt een rol dat toen op 21 december 2005 bekend is geworden bij de politie dat verdachte mogelijk bij deze strafbare feiten was betrokken, het onderzoek veel tijd heeft gevergd en bij de rechtbank de indruk is ontstaan dat ondanks de ernst van de vermoedelijke feiten het Openbaar Ministerie het onderzoek niet erg voortvarend heeft aangepakt. Dit maakt dat het om inmiddels wat oudere feiten gaat. Een forse taakstraf, in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf acht de rechtbank dan ook in dit geval een gepaste sanctie.
De rechtbank zal de straf opleggen als hieronder is opgenomen.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 225, 328ter van het Wetboek van Strafrecht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1 en feit 2 tenlastegelegde, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 1 en 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
a. een gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden.
Bepaalt dat deze gevangenisstraf niet tenuitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit.
b. het verrichten van een werkstraf gedurende 240 (tweehonderd veertig) uren.
Bepaalt dat deze werkstraf binnen één (1) jaar na het onherroepelijk worden van dit vonnis moet worden voltooid.
De termijn binnen welke de werkstraf moet worden verricht, wordt verlengd met de tijd dat de veroordeelde rechtens zijn vrijheid is ontnomen alsmede met de tijd dat hij ongeoorloofd afwezig is.
Beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast.
Stelt deze vervangende hechtenis vast op 120 (honderd twintig) dagen.
Aldus gewezen door:
mr. W. Bruins, als voorzitter,
mr. C.N. Dijkstra, vicepresident als rechter,
mr. C. Lely-Van Goch, vicepresident als rechter,
in tegenwoordigheid van mr. Y. Rikken, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 februari 2008.