ECLI:NL:RBARN:2008:BC2835

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
22 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
BM3034
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • P.A. Huidekoper
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klacht over de wijze van beheer door een bewindvoerder en de verantwoording daarvan

In deze zaak gaat het om een klacht die is ingediend door mevrouw [naam rechthebbende] over de wijze waarop haar bewindvoerder, de heer [naam bewindvoerder], het beheer van haar financiën heeft gevoerd. De rechtbank Arnhem heeft op 22 januari 2008 een beschikking gegeven waarin de klacht van mevrouw [naam rechthebbende] gegrond is verklaard. De beschikking betreft de verantwoording die de bewindvoerder heeft afgelegd naar aanleiding van de klacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de bewindvoerder en mevrouw [naam rechthebbende] sinds augustus 2006 vrijwel niet heeft plaatsgevonden, wat heeft geleid tot problemen met haar uitkering en huisvesting. De rechtbank heeft opgemerkt dat er signalen zijn geweest van derden, waaronder een sociaal raadsvrouw, die hebben aangegeven dat mevrouw [naam rechthebbende] te weinig uitkering ontving en dat er actie ondernomen moest worden om haar situatie te verbeteren. De bewindvoerder heeft echter nagelaten om adequate maatregelen te nemen, ondanks dat hij op de hoogte was van de problematiek. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de bewindvoerder verantwoordelijk is voor het volledige beheer van de financiën van mevrouw [naam rechthebbende] en dat hij in deze situatie niet naar behoren heeft gehandeld. De beschikking is vatbaar voor hoger beroep, wat betekent dat de bewindvoerder binnen drie maanden na de datum van de beschikking in beroep kan gaan bij het gerechtshof in Arnhem.

Uitspraak

Geachte heer [naam bewindvoerder],
In uw brief van 31 december 2007 heeft u een reactie gegeven op de klachten van mevrouw [naam rechthebbende].
In algemene termen geeft u toe dat de communicatie met mevrouw sedert augustus 2006 bijna nihil is geweest. Niet duidelijk is echter wat daarvan de reden is geweest en welke pogingen van uw kant zijn gedaan om het contact te verbeteren.
Uit de bijgevoegde stukken ( mailberichten) blijkt dat door derden (o.a. een sociaal raadsvrouw, [naam ] van het Regionaal Maatschappelijk Adviescentrum "Land van Cuijk") in oktober en november 2006 bij uw medewerker, de heer [naam medewerker], is gesignaleerd dat mevrouw [naam rechthebbende] te weinig uitkering ontving en dat daardoor problemen ontstonden, onder meer met haar huisvesting. Er moest actie worden ondernomen in de vorm van het aanvragen van een extra uitkering bij het CWI.
Omdat ik daarover niets lees, ga ik ervan uit dat dat niet is gebeurd.
Uit de stukken begrijp ik verder dat u met mevrouw [naam rechthebbende] de afspraak had gemaakt dat zij zelf voor haar inkomsten zou zorgen.
Een en ander overziende acht ik de klacht van mevrouw [naam rechthebbende] gegrond.
Uit de genoemde omstandigheden blijkt dat mevrouw [naam rechthebbende] op dat moment niet in staat was ten volle haar vermogensrechtelijke belangen behoorlijk waar te nemen. Het had op uw weg als bewindvoerder gelegen om op dat moment adequate maatregelen te nemen. De eerder - wellicht onder gunstiger omstandigheden - gemaakte afspraak met mevrouw dat zij zelf voor haar inkomsten zou zorgen, kon voor u geen reden meer zijn om niet in te grijpen, omdat u het signaal kreeg dat de inkomensverwerving niet goed ging.
Als bewindvoerder bent u verantwoordelijk voor het volledige beheer van de financiën: zowel de inkomsten als de uitgaven.
Deze brief kunt u beschouwen als een ambtshalve door mij genomen beschikking inzake door u afgelegde verantwoording, waartegen u binnen 3 maanden na heden hoger beroep kunt instellen bij het gerechtshof in Arnhem. (artt. 261, eerste lid, Rv jis 358 Rv en 1:445, eerste lid, BW)
Ter informatie heb ik een kopie van deze brief gezonden aan mevrouw [naam rechthebbende].
Naar ik vertrouw, heb ik u hiermee voldoende geïnformeerd.
Hoogachtend,
mr. P.A. Huidekoper,
kantonrechter