ECLI:NL:RBARN:2008:BC2724

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
9 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
160883
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident in civiele procedure tussen eisers en gedaagden met betrekking tot koopovereenkomst

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Arnhem, hebben eisers [eisers 1+2] en [eisers 3+4] een vordering ingesteld tegen de gedaagden Euro Holding A.S. en Unifin Groep B.V. met betrekking tot een koopovereenkomst van 26 februari 2007. De eisers vorderden dat de rechtbank deze overeenkomst nietig verklaart en schadevergoeding toekent. Euro Holding, een vennootschap naar Turks recht, is niet verschenen in de procedure, terwijl Unifin Groep B.V. zich als gedaagde heeft gepresenteerd en een beroep heeft gedaan op een forumkeuzebeding in de koopovereenkomst, waarin werd bepaald dat geschillen aan de rechtbanken van Turkije moesten worden voorgelegd.

De rechtbank heeft in het incident beoordeeld of zij bevoegd is om van de zaak kennis te nemen. De eisers hebben aangevoerd dat zij niet handelden in de uitoefening van een beroep of bedrijf, terwijl Unifin dit betwistte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van toepassing zijn, aangezien de eisers en Unifin in Nederland zijn gevestigd. De rechtbank heeft de eisers in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over hun status als consumenten, en heeft de zaak verwezen naar de rol voor verdere behandeling.

De rechtbank heeft ook de proceshouding van Euro Holding in een andere procedure terzijde geschoven, omdat deze niet relevant was voor de onderhavige zaak. De beslissing van de rechtbank houdt in dat de zaak wordt aangehouden voor verdere uitlating door de eisers en dat de hoofdzaak voor Euro Holding en [gedaagde 3] wordt verwezen naar de rol voor conclusie van antwoord. Dit vonnis is uitgesproken door mr. F.J. de Vries op 9 januari 2008.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 160883 / HA ZA 07-1537
Vonnis in incident en hoofdzaak van 9 januari 2008
in de zaak van
1. [eiser 1],
wonende te [woonplaats],
2. [eiser 2],
wonende te [woonplaats],
3. [eiser 3],
wonende te [woonplaats],
4. [eiser 4],
wonende te [woonplaats],
eisers in de hoofdzaak,
verweerders in het incident,
procureur mr. P.M. Wilmink,
advocaat mr. H.J. Sepers te Brielle,
tegen
1. de vennootschap naar Turks recht
EURO HOLDING A.S.,
gevestigd te Alanya, Turkije, mede kantoorhoudende te Velp, gemeente Rheden,
gedaagde in de hoofdzaak,
niet verschenen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
UNIFIN GROEP B.V.,
gevestigd te Velp, gemeente Rheden,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
procureur mr. W.H.B.K. Brunet de Rochebrune,
advocaat mr. I. van Bekkum te Nijmegen,
3. [gedaagde 3],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in de hoofdzaak,
niet verschenen.
Eisers zullen hierna [eisers 1+2] en [eisers 3+4] worden genoemd, gedaagden zullen Euro Holding, Unifin en [gedaagde 3] worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- het aan Euro Holding en [gedaagde 3] verleende verstek;
- de conclusie van antwoord tevens houdende incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdverklaring van de zijde van Unifin;
- de incidentele conclusie van antwoord.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. Het geschil en de beoordeling in het incident en in de hoofdzaak
2.1. [eisers 1+2] en [eisers 3+4] hebben in de hoofdzaak gevorderd, zeer verkort weergegeven, dat de rechtbank de tussen partijen gesloten koopovereenkomst van 26 februari 2007 nietig verklaart en Euro Holding, Unifin en [gedaagde 3] veroordeelt schade te vergoeden.
2.2. Unifin heeft in het incident gevorderd dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart van het onderhavige geschil kennis te nemen. Zij heeft daartoe een beroep gedaan op een forumkeuzebeding in de koopovereenkomst van 26 februari 2007. Volgens die overeenkomst is de verkoper:
Euro Holding/Unifin Groep
Ringallee 35
6881 MX Velp Gld. Nederland
Het beding luidt:
Beide partijen onderwerpen zich aan de Rechtbanken van Turkije, voor elke interpretatie of andere uit dit contract ontstane kwesties.
2.3. [eisers 1+2] en [eisers 3+4] hebben hiertegen allereerst ingebracht dat Unifin in het incident optreedt voor Euro Holding, die niet is verschenen. Daartoe wijzen zij erop dat Unifin de koopovereenkomst van 26 februari 2007 aanduidt als ‘de overeenkomst die tussen hem [te weten [eisers 1+2], waarmee de eisers in de hoofdzaak worden aangeduid, rb.] en Euro Holding is getekend’. Zij betogen dat de incidentele vordering daarom moet worden afgewezen. Zij kunnen hierin niet worden gevolgd. In de koopovereenkomst, waarvan [eisers 1+2] en [eisers 3+4] een kopie als productie in het geding hebben gebracht, wordt Unifin naast Euro Holding als verkoper vermeld. Een redelijke uitleg van de incidentele conclusie brengt dan ook met zich mee dat Unifin voor zichzelf een beroep heeft gedaan op het forumkeuzebeding in de koopovereenkomst.
2.4. [eisers 1+2] en [eisers 3+4] hebben voorts aangevoerd dat Euro Holding tegen twee natuurlijke personen bij de rechtbank van Roermond een vordering heeft ingesteld die is gebaseerd op een koopovereenkomst die gelijk is aan die in de onderhavige procedure. Het ontgaat hun waarom Unifin voor Euro Holding in de onderhavige procedure een incident tot onbevoegdverklaring opwerpt. Dit betoog wordt gepasseerd. De proceshouding van Euro Holding in een andere procedure met de rechtbank onbekende gedaagden en een de rechtbank onbekende inzet kan immers geen rol spelen in de onderhavige procedure, waarin Euro Holding niet is verschenen.
2.5. [eisers 1+2] en [eisers 3+4] hebben woonplaats in Nederland; Unifin is gevestigd in Nederland. Daarom zijn de bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van toepassing op het onderhavige incident. Op grond van artikel 8 lid 2 van dat wetboek heeft de Nederlandse rechter geen rechtsmacht als partijen met betrekking tot een bepaalde rechtsbetrekking die tot hun vrije bepaling staat, bij overeenkomst een rechter van een vreemde staat bij uitsluiting hebben aangewezen voor de kennisneming van geschillen die naar aanleiding van die rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan.
Op grond van artikel 8 lid 3 Rv. laat een overeenkomst als bedoeld in lid 2 de rechtsmacht van de Nederlandse rechter onverlet indien de zaak een overeenkomst betreft als bedoeld in artikel 6 onder d, te weten een overeenkomst die wordt gesloten door een partij die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf en een natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, indien die natuurlijke persoon in Nederland zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeft en de partij die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf aldaar commerciële of beroepsactiviteiten ontplooit, of dergelijke activiteiten met ongeacht welke middelen richt op Nederland en de overeenkomst onder die activiteiten valt. Hieruit volgt dat het forumkeuzebeding de rechtsmacht van de Nederlandse rechter onverlet laat als [eisers 1+2] en [eisers 3+4] niet hebben gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf en dat het beroep van Unifin op het forumkeuzebeding slaagt als zij wel hebben gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
2.6. [eisers 1+2] en [eisers 3+4] hebben bij dagvaarding (onder 1) gesteld dat zij niet handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Unifin heeft dat betwist. Volgens haar is van een consumentenkoop geen sprake en is het object ter belegging gekocht. [eisers 1+2] en [eisers 3+4] zijn daarop bij antwoord in het incident niet meer ingegaan. De rechtbank stelt voorts vast dat de bij dagvaarding als productie 2 overgelegde mails steeds het adres ‘[eisers 3+4] Vastgoed’ vermelden.
2.7. De rechtbank zal [eisers 1+2] en [eisers 3+4] in de gelegenheid stellen zich bij akte uit te laten over de vraag of zij al dan niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf hebben gehandeld. Unifin zal daarop een antwoordakte mogen nemen. De zaak wordt daartoe verwezen naar de rol.
2.8. [gedaagde 3] heeft bij brief van 18 december 2007 aangekondigd het tegen hem verleende verstek te zullen zuiveren ter rolle van 9 januari 2008. Vooruitlopend daarop zal de hoofdzaak voor zover die betrekking heeft op Euro Holding en [gedaagde 3] worden verwezen voor conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagde 3] op 20 februari 2008.
2.9. Voor het overige worden alle beslissingen aangehouden.
3. De beslissing
De rechtbank,
in het incident
verwijst de zaak naar de rol van 20 februari 2008 voor uitlating bij akte aan de zijde van [eisers 1+2] en [eisers 3+4] over de vraag of zij al dan niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf hebben gehandeld;
houdt voor het overige elke beslissing aan;
in de hoofdzaak voor zover die betrekking heeft op Euro Holding en [gedaagde 3]
verwijst de zaak naar de rol van 20 februari 2008 voor conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagde 3];
houdt voor het overige iedere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J. de Vries en in het openbaar uitgesproken op 9 januari 2008.