ECLI:NL:RBARN:2008:BC2572

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
9 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
158174
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake ontbinding koopovereenkomsten en boetebeding

In deze zaak vorderden de besloten vennootschappen Bospark Beekbergen B.V. en Leisure Investments B.V. dat de rechtbank zou verklaren dat de koopovereenkomsten met betrekking tot mobiele bungalows en kavels buitengerechtelijk waren ontbonden. De gedaagde, een 83-jarige vrouw, had de overeenkomsten ondertekend, maar stelde dat zij onvoldoende informatie had ontvangen over de kavelgrootte en dat zij onder druk was gezet om te tekenen. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde niet had aangetoond dat er sprake was van dwaling of misbruik van omstandigheden. De rechtbank stelde vast dat de gedaagde in verzuim was geraakt door niet te voldoen aan de sommatie en dat de boetebedingen in de algemene voorwaarden niet onredelijk bezwarend waren. De rechtbank droeg de partijen op bewijs te leveren over de ontbinding van de koopovereenkomsten en de omstandigheden waaronder deze tot stand waren gekomen. De zaak werd aangehouden voor verdere bewijslevering en de gedaagde werd opgedragen te bewijzen dat zij de overeenkomsten had ontbonden tijdens een telefoongesprek. De rechtbank besloot dat de bewijslevering op dezelfde zittingsdag zou plaatsvinden en dat partijen voorbereid moesten zijn op getuigenverhoren. De beslissing over de verdere procedure werd aangehouden.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 158174 / HA ZA 07-1153
Vonnis van 9 januari 2008
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BOSPARK BEEKBERGEN B.V.,
gevestigd te Barneveld,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LEISURE INVESTMENTS B.V.,
gevestigd te Beekbergen, gemeente Apeldoorn,
eiseressen,
procureur en advocaat mr. H.M.G. van Lotringen te Ede,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
procureur mr. J.F. Schouwenaar,
advocaat mr. M.P.V. den Engelsman te Bleiswijk.
Partijen zullen hierna Bospark Beekbergen c.s., of afzonderlijk Bospark Beekbergen en Leisure Investments, en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 12 september 2007,
- het proces-verbaal van comparitie van 26 november 2007.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Medio 2005 heeft [gedaagde], geboren op 6 januari 1924, een recreatiewoning gekocht van Beheer- en beleggingsmaatschappij Igema B.V., gelegen op het recreatiepark Residence Berg en Dal te Beekbergen. Mevrouw E. [betrokkene] (hierna: [betrokkene]), verkoopmedewerkster in dienst van Bospark Beekbergen is daarbij opgetreden namens Igema B.V. Deze vennootschap is gerelateerd aan Bospark Beekbergen.
[gedaagde] woont in [woonplaats] en gebruikt de recreatiewoning voor zichzelf als buitenhuis.
2.2. Op zaterdag 12 mei 2007 heeft [gedaagde] van Bospark Beekbergen twee mobile bungalows, type Carré, gekocht voor € 112.500,- per bungalow. Deze bungalows waren bestemd om geplaatst te worden op respectievelijk kavel B15 en kavel B16, beide onderdeel van Beachparc Schoneveld te Breskens. [betrokkene] is daarbij opgetreden namens Bospark Beekbergen.
2.3. Op de op 12 mei 2007 door [gedaagde] ondertekende verkoopbevestigingen is aan de onderzijde vermeld: “Al onze transacties geschieden onder onze verkoop- en leveringsvoorwaarden, zoals op de achterzijde van dit formulier vermeld”. Op de achterzijde van de verkoopbevestigingen zijn de algemene voorwaarden afgedrukt. Daarin is, voor zover hier van belang, het volgende bepaald:
“Artikel 10 Ontbinding
1. (…)
2. Indien koper toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen jegens verkoper en de overeenkomst deswege is ontbonden, verbeurt koper ten behoeve van verkoper een zonder ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst terstond opeisbare boete van twintig (20) procent van de overeengekomen totale koopsom, onverminderd het recht van verkoper op volledige schadevergoeding en vergoeding van kosten van verhaal, de kosten als vermeld in artikel 8 lid 2 daaronder begrepen. Een door koper gestorte waarborgsom/aanbetaling zal hierop in mindering worden gebracht.
3. (…)
Artikel 14 Geschillenregeling en toepasselijk recht
1. Alle geschillen die tussen koper en verkoper mochten ontstaan kunnen uitsluitend en alleen worden aangebracht bij de volgens de normale regels van absolute competentie bevoegde rechter in het arrondissement Arnhem.
2. (...)”.
2.4. Op maandag 14 mei 2007 heeft [gedaagde] van Leisure Investments, een vennootschap gerelateerd aan Bospark Beekbergen, voormelde kavels B15 en B16 gekocht voor € 60.000,- per kavel. [betrokkene] is daarbij opgetreden namens Leisure Investments.
2.5. In de op 14 mei 2007 door [gedaagde] ondertekende koopovereenkomsten zijn, voor zover hier van belang, de volgende bepalingen opgenomen:
“INGEBREKESTELLING, VERZUIM, ONTBINDING EN BOETE
Artikel 10.
1. Een partij is in verzuim jegens de wederpartij als hij, na in gebreke te zijn gesteld, nalatig is of blijft aan zijn verplichtingen uit hoofde van deze overeenkomst te voldoen. Ingebrekestelling moet schriftelijk geschieden met inachtneming van een termijn van acht dagen. Gemelde termijn kan reeds lopen voordat een partij nalatig is.
2. Wanneer een partij in verzuim is, is deze verplicht de schade die de wederpartij dientengevolge lijdt te vergoeden en kan deze de overeenkomst zonder rechterlijke tussenkomst ontbinden.
3. Wanneer het verzuim betrekking heeft op het meewerken aan de feitelijke en/of juridische levering danwel op de voldoening van de koopprijs, zal de nalatige partij daarnaast ten behoeve van de wederpartij een zonder rechterlijke tussenkomst opeisbare boete verbeuren. De hoogte van deze boete is gelijk aan tien procent van de totale koopprijs. Voor zover de wederpartij schade lijdt, heeft hij, naast de boete, recht op schadevergoeding.
4. (…)
FORUM- EN RECHTSKEUZE
Artikel 14.
1. Voor de kennisneming van geschillen, welke naar aanleiding van deze overeenkomst zijn of zullen ontstaan is het gerecht van de plaats, waar het Verkochte is gelegen, bij uitsluiting bevoegd.
2. (…)
3. Op de in deze overeenkomst gemelde termijnen is de Algemene Termijnenwet van toepassing.
AANVULLENDE BEPALINGEN
Artikel 18.
1.a. Deze overeenkomst is onlosmakelijk verbonden aan de separate overeenkomst welke de Koper heeft gesloten aangaande de aanschaf van een chalet.
(…)
BEDENKTIJD
Artikel 20.
1. Gedurende drie dagen nadat een afschrift van dit koopcontract aan Koper ter hand is gesteld, heeft Koper het recht de koop te ontbinden
2. (…)”.
Op de laatste pagina van de koopovereenkomsten heeft [gedaagde] de volgende passage ondertekend:
“Verklaringen Koper
Koper verklaarde onmiddellijk na het ondertekenen van de bovenstaande koopovereenkomst een kopie-exemplaar van deze koopovereenkomst te hebben ontvangen, alsmede een exemplaar van de Algemene bepalingen.
Getekend voor ontvangst op: (handgeschreven, rb) 14 mei 2007”.
2.6. Op donderdag 17 mei 2007 (Hemelvaartsdag) heeft [gedaagde] telefonisch contact gehad met [betrokkene]. Daarbij heeft [betrokkene] meegedeeld dat de oppervlakte van de gekochte kavels tussen 300 tot 400 m2 was.
2.7. Bij e-mailbericht van 21 mei 2007 heeft de heer L. de Winter van SFB Makelaars en Financieel Adviseurs te [woonplaats] namens [gedaagde] aan Bospark Beekbergen meegedeeld dat zij de aankoop van de kavels B15 en B16 “met opstallen en inboedels” wilde ontbinden.
2.8. Bij brieven van 21 mei 2007 aan Bospark Beekbergen en Leisure Investments heeft [gedaagde] het volgende meegedeeld:
“(…)
Zoals hedenmiddag door mijn adviseur u per mail meegedeeld verlang ik ontbinding van de koopovereenkomsten kavels grond Beachparc Schoneveld en wel op grond van het feit dat in de bedenktijd geen of onvoldoende informatie is verstrekt met betrekking tot hetgeen in de koopovereenkomsten vermeld is.
Deze gebrekkige informatie, met name voor wat betreft de kavelgrootte (genoemd werd 300 a 400 m2, later weer 300 m2 !??) en de vele telefoontjes die ik hieraan gespendeerd heb, geven mij geen juist inzicht van hetgeen ik gekocht zou hebben.
Bovendien is een en ander mij mooier voorgesteld dan het in werkelijkheid is.
(…).”
2.9. De oppervlakte van kavel B15 en kavel B 16 is 327 m2 per kavel.
2.10. Bij brief van 4 juni 2007 heeft mr. Van Lotringen, namens Bospark Beekbergen c.s., [gedaagde] meegedeeld dat zij niet instemmen met ontbinding van de vier koopovereenkomsten en [gedaagde] in gebreke gesteld.
2.11. Bij brief van 4 juli 2007 heeft mr. Van Lotringen, namens Bospark Beekbergen c.s., de koopovereenkomsten buitengerechtelijk ontbonden en [gedaagde] gesommeerd tot betaling van € 57.000,- , ter zake van de boetes van respectievelijk 20% en 10% van de koopsommen, te betalen binnen zeven dagen na dagtekening van de brief.
2.12. Op 6 juli 2007 is de dagvaarding aan [gedaagde] betekend.
3. Het geschil
3.1. Bospark Beekbergen c.s. vorderen - samengevat - dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
- van recht zal verklaren dat de koopovereenkomsten met betrekking tot de mobiele bungalows en de kavels van respectievelijk 12 mei 2007 en 14 mei 2007 door de brief van
4 juli 2007 buitengerechtelijk zijn ontbonden,
- [gedaagde] zal veroordelen om aan Bospark Beekbergen te betalen € 45.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
- [gedaagde] zal veroordelen om aan Leisure Investments te betalen € 12.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening,
met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2. [gedaagde] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Ter gelegenheid van de comparitie van partijen heeft [gedaagde] de relatieve bevoegdheid van de rechtbank aan de orde gesteld. De rechtbank heeft ter zitting besloten dat zij bevoegd is kennis te nemen van de vorderingen van Bospark Beekbergen c.s. onder meer op grond van de forumkeuze in de algemene voorwaarden van Bospark Beekbergen. Daarenboven heeft te gelden dat [gedaagde] het beroep op de relatieve onbevoegdheid van de rechtbank eerst ter comparitie heeft gedaan en dus niet voor alle weren, zoals ingevolge artikel 110 lid 1 Rv is vereist, zodat haar recht om zich op de relatieve onbevoegdheid van de rechtbank te beroepen reeds was vervallen.
4.2. De rechtbank gaat voorbij aan het verweer van [gedaagde] dat zij ten tijde van de betekening van de dagvaarding nog niet in verzuim was. Op zich is het juist dat zij op dat moment nog niet in verzuim was aangezien haar in de brief van 4 juli 2007 van mr. Van Lotringen nog een termijn van zeven dagen was gegeven om te voldoen aan de sommatie. Vaststaat echter dat [gedaagde] binnen die termijn niet aan de sommatie heeft voldaan zodat zij vanaf 12 juli 2007 in verzuim was. [gedaagde] heeft dan ook geen belang bij haar verweer.
4.3. Ter gelegenheid van de comparitie van partijen is namens Bospark Beekbergen c.s. meegedeeld dat [betrokkene] bij Bospark Beekbergen in dienst is als verkoopster, dat zij voorts gevolmachtigd was om op te treden zowel namens Bospark Beekbergen als Leisure Investments en dat zij daarom bevoegd was de koopovereenkomsten namens hen te sluiten. [gedaagde] heeft dit niet weersproken, zodat vaststaat dat Bospark Beekbergen c.s. de contractspartijen van [gedaagde] zijn geweest. Het beroep op niet-ontvankelijkheid van Bospark Beekbergen c.s. gaat dus niet op.
4.4. Anders dan [gedaagde] meent is, naar het oordeel van de rechtbank, in de verkoopovereenkomsten met betrekking tot de bungalows en de kavels voldoende duidelijk omschreven wat aan haar is verkocht. Dat de kavelgrootte daarbij niet is vermeld, doet daar niet aan af. [gedaagde] heeft ter comparitie verklaard dat zij op 14 mei 2007 tot drie maal toe aan [betrokkene] heeft gevraagd wat de grootte van de kavels was, maar dat zij daarop geen antwoord kreeg. Zij heeft de koopovereenkomst met betrekking tot de kavels toen toch getekend, zodat de oppervlakte van de kavels voor haar kennelijk geen essentiële voorwaarde was om de overeenkomsten al dan niet te sluiten. [gedaagde] heeft niet nader toegelicht waarom zij redenen had te denken dat de kavels ieder een oppervlakte van 500 á 600 m2 hadden. Niet gesteld of gebleken is dat [betrokkene] op enigerlei wijze heeft bijgedragen aan deze onjuiste veronderstelling van [gedaagde] door onjuiste mededelingen over de kavelgrootte te doen of van belang zijnde informatie te verzwijgen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat de onjuiste voorstelling van zaken met betrekking tot de kavelgrootte voor rekening van [gedaagde] dient te blijven en dat van dwaling geen sprake is.
4.5. [gedaagde] voert voorts aan dat de koopovereenkomsten door misbruik van omstandigheden tot stand zijn gekomen. Zij stelt dat zij ten tijde van het sluiten van de overeenkomsten 83 jaar oud was, dat zij op 12 mei 2007 voorafgaand aan het ondertekenen van de verkoopbevestigingen met betrekking tot de bungalows tijdens het diner met [betrokkene] een borreltje had gedronken, dat [betrokkene] op 14 mei 2007 haast had en dat [gedaagde] zich daardoor onder enige druk gezet voelde om de koopovereenkomsten te ondertekenen. De rechtbank is van oordeel dat deze omstandigheden - ook in onderling verband beschouwd - onvoldoende zijn om misbruik van omstandigheden aan te nemen. De koopovereenkomsten met betrekking tot de bungalows enerzijds en de kavels anderzijds zijn immers op verschillende data ondertekend, zodat [gedaagde] in ieder geval enige bedenktijd heeft gehad tussen het sluiten van de overeenkomsten. Voorts is niet gesteld of gebleken dat [gedaagde] zich ook op 12 mei 2007 onder druk gezet voelde door de haast van [betrokkene] en/of dat [gedaagde] ook op 14 mei 2007 een borreltje had gedronken alvorens zij de koopovereenkomsten tekende. [gedaagde] heeft voorts onvoldoende gesteld dat zij vanwege haar leeftijd belemmeringen ondervond om haar wil te bepalen en dat dat kenbaar was of had behoren te zijn voor [betrokkene].
4.6. [gedaagde] heeft geen feiten of omstandigheden gesteld waaruit volgt dat de boetebedingen in de algemene voorwaarden Van Bospark Beekbergen en de koopovereenkomsten met Leisure Investments onredelijk bezwarend zijn. Zij heeft slechts de tekst van artikel 6:233 a BW aangehaald. De rechtbank is van oordeel dat in het licht van de rechterlijke matigingsbevoegdheid krachtens art. 6:94 lid 1 BW en het resultaat dat daarmee in de gegeven omstandigheden mogelijk kan worden bereikt, zonder nadere, door [gedaagde] niet gegeven, toelichting, het niet het gerechtvaardigd is het boetebeding als onredelijk bezwarend aan te merken (Hoge Raad 24 maart 2006, NJ 2007, 115).
4.7. [gedaagde] stelt dat zij op Hemelvaartsdag 17 mei 2007 telefonisch contact heeft gehad met [betrokkene] en dat zij in dat telefoongesprek, dus binnen de overeengekomen bedenktijd van drie dagen, de vier koopovereenkomsten heeft ontbonden. Bospark Beekbergen c.s. hebben ter comparitie verklaard dat [betrokkene] op 17 mei 2007 aan [gedaagde] heeft meegedeeld dat de kavels 300 tot 400 m2 groot waren, dat [gedaagde] toen wel heeft gezegd dat zij de kavels aan de kleine kant vond maar dat zij de koopovereenkomsten toen niet heeft geannuleerd. Voorts hebben zij verklaard dat de bedenktijd van drie dagen eveneens gold voor de koopovereenkomsten met betrekking tot de bungalows. Zij betogen echter dat die bedenktijd voor de bungalows is aangevangen op 12 mei 2007 en dat de verkoopbevestigingen op laatstgenoemde datum ook daadwerkelijk aan [gedaagde] ter hand zijn gesteld, zodat, indien zou komen vast te staan dat [gedaagde] de overeenkomsten heeft ontbonden op 17 mei 2007, [gedaagde] ten aanzien van bungalows de koopovereenkomsten niet binnen de bedenktijd van drie dagen, dus niet tijdig, heeft ontbonden. [gedaagde] heeft gemotiveerd betwist dat de verkoopbevestigingen met betrekking tot de bungalows haar op 12 mei 2007 ter hand zijn gesteld. Zij stelt dat zij de koopovereenkomsten op 12 mei 2007 heeft getekend, zonder die te hebben gelezen en dat die koopovereenkomsten toen niet aan haar zijn overhandigd.
4.8. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de eigen verklaringen van Bospark Beekbergen c.s. ter comparitie, het beding met betrekking tot de bedenktijd, zoals opgenomen in artikel 20 lid 1 van de koopovereenkomsten met betrekking tot de kavels, eveneens gold ten aanzien van de koopovereenkomsten met betrekking tot de bungalows. Dit betekent dat [gedaagde] gedurende drie dagen nadat de afschriften van de verkoopbevestigingen haar ter hand zijn gesteld het recht had de koopovereenkomsten met betrekking tot de bungalows te ontbinden. Nu Bospark Beekbergen c.s. zich beroepen op het rechtsgevolg dat zij de verkoopbevestigingen met betrekking tot de bungalows op 12 mei 2007 aan [gedaagde] ter hand hebben gesteld, dat de bedenktijd van drie dagen toen is aangevangen en dus reeds was verlopen op 17 mei 2007, en [gedaagde] dat gemotiveerd betwist, rust ingevolge de hoofdregel van artikel 150 Rv de bewijslast van de deze stelling op Bospark Beekbergen c.s. De rechtbank zal Bospark Beekbergen c.s. opdragen bewijs te leveren dat de verkoopbevestigingen met betrekking tot de bungalows, althans afschriften daarvan, op 12 mei 2007 aan [gedaagde] ter hand zijn gesteld.
4.9. [gedaagde] beroept zich erop dat zij in het telefoongesprek met [betrokkene] op
17 mei 2007 de vier koopovereenkomsten heeft ontbonden. Bospark Beekbergen c.s. hebben dat gemotiveerd betwist, zodat ingevolge de hoofdregel van artikel 150 Rv de bewijslast van die stelling op [gedaagde] rust. De rechtbank zal haar opdragen dit bewijs te leveren.
4.10. Het komt de rechtbank praktisch voor dat de bewijslevering door ieder van partijen op dezelfde zittingsdag zal plaatsvinden en dat partijen in onderling overleg afstemmen welke personen als getuigen zullen worden gehoord, zodat zowel het getuigenverhoor als het tegengetuigenverhoor ten aanzien van beide bewijsopdrachten ook op dezelfde zittingsdag zal kunnen plaatsvinden. Bij het oproepen van de getuigen moet er rekening mee worden gehouden dat het verhoor van een getuige gemiddeld 60 minuten duurt. De namen en woonplaatsen van de getuigen en de tijdstippen waartegen zij zijn opgeroepen, dienen tenminste een week voor het verhoor aan de wederpartij en aan de griffier van de rechtbank te worden opgegeven.
4.11. Partijen moeten er op voorbereid zijn dat de rechtbank op de zitting, waarop de getuigenverhoren zullen plaatsvinden, een mondeling tussenvonnis kan wijzen waarbij een verschijning van partijen op diezelfde zitting wordt bevolen om inlichtingen over de zaak te vragen en om te onderzoeken of partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden. Zij moeten daarom in persoon op de getuigenverhoren verschijnen.
4.12. Indien niet komt vast te staan dat de vier koopovereenkomsten zijn ontbonden, dient de rechtbank het beroep van [gedaagde] op matiging van de boetes te beoordelen. Daarvoor is mede van belang wat de gang van zaken is geweest rondom het tot stand komen van de koopovereenkomsten. Aangezien [betrokkene] daarbij een belangrijke rol heeft vervuld maar zij door ziekte niet aanwezig kon zijn bij de comparitie van partijen, is die gang van zaken wat onderbelicht gebleven. Naar de verwachting van de rechtbank zal [betrokkene] door (een van de) partijen worden voorgebracht als getuige. De rechtbank acht het om proceseconomische redenen zinvol dat, vooruitlopend op de mogelijke beoordeling van het beroep op matiging van de boetes door [gedaagde], tijdens de getuigenverhoren de gang van zaken rondom het tot stand komen van de koopovereenkomsten aan de orde zal komen. Partijen dienen daarop voorbereid te zijn.
4.13. Iedere verder beslissing zal worden aangehouden.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. draagt Bospark Beekbergen c.s. op te bewijzen dat de verkoopbevestigingen met betrekking tot de bungalows, althans afschriften daarvan, op 12 mei 2007 aan [gedaagde] ter hand zijn gesteld,
5.2. draagt [gedaagde] op te bewijzen dat zij in het telefoongesprek met [betrokkene] op 17 mei 2007 de vier koopovereenkomsten heeft ontbonden,
5.3. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 23 januari 2008 voor uitlating door Bospark Beekbergen c.s. en door [gedaagde] of zij bewijs willen leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en / of door een ander bewijsmiddel,
5.4. bepaalt dat Bospark Beekbergen c.s. en [gedaagde], indien zij geen bewijs door getuigen willen leveren maar wel bewijsstukken willen overleggen, die stukken direct in het geding moeten brengen,
5.5. bepaalt dat Bospark Beekbergen c.s. en [gedaagde], indien zij getuigen willen laten horen, op de rolzitting van 23 januari 2008 de getuigen en de verhinderdagen van de getuigen, de partijen en hun advocaten in de maanden februari tot en met april 2008 moeten opgeven, waarna dag en uur van de getuigenverhoren zullen worden bepaald,
5.6. bepaalt dat Bospark Beekbergen c.s. en [gedaagde], indien zij getuigen willen laten horen in tegengetuigenverhoor op dezelfde zittingsdag als waarop de getuigenverhoren zullen plaatsvinden, eveneens op de rolzitting van 23 januari 2008 de getuigen en de verhinderdagen van de getuigen, de partijen en hun advocaten in de maanden februari tot en met april 2008 moeten opgeven,
5.7. bepaalt dat de (tegen)getuigenverhoren zullen plaatsvinden op de terechtzitting van een nog aan te wijzen rechter van deze rechtbank in het paleis van justitie te Arnhem aan de Walburgstraat 2-4,
5.8. bepaalt dat alle partijen uiterlijk twee weken voor het eerste getuigenverhoor alle beschikbare bewijsstukken aan de rechtbank en de wederpartij moeten toesturen,
5.9. houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J. Peerdeman en in het openbaar uitgesproken op 9 januari 2008.